EU-sancties tegen Rusland zijn stukje slecht theater
Fundamentele waarden van geen tel in strijd voor mensenrechten in Rusland
Josep Borrell Fontelles
foto © Europese Commissie
In de strijd tegen de mensenrechtenschendingen in Rusland tapt de EU zelf uit het vaatje van de mensenrechtenschendingen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe EU-sancties tegen Russen uit de entourage van de Russische leider Vladimir Poetin zijn een aanfluiting van de Europese fundamentele waarden. Iedereen is onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte vaststaat. Bovendien blijkt het allemaal maar show die rijkelijk laat komt en steriel blijkt.
Josep Borrell
Op 17 januari arresteerden de Russische autoriteiten activist Aleksej Navalni bij zijn thuiskomst na een buitenlandse behandeling voor wat hoogstwaarschijnlijk vergiftiging door de Russische geheime diensten was. Het duurde meer dan een maand voor de Europese Unie sancties afkondigde. De buitenlandministers van de EU-lidstaten namen dus hun tijd. Ondertussen schoffeerde het Kremlin Josep Borrell, de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlands beleid. De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov maakt deze Spaanse ‘topdiplomaat’ veertien dagen geleden belachelijk tijdens een persconferentie.
Lavrov noemde de EU een onbetrouwbare partner en Borrell stond er bij met zijn mond vol tanden. Adding injury to insult, zette Lavrov dezelfde dag ook nog eens drie Europese diplomaten het land uit. Het moet een schok geweest zijn voor de socialistische Spanjaard die zetelt als vicevoorzitter van de Europese Commissie en voordien voorzitter van het Europees Parlement was. Zoiets valt te verwachten als een ‘topdiplomaat’ met de fanfare op kop naar Moskou trekt. Weggepromoveerde politici als veredelde EU-ambtenaar aan diplomatie laten doen is misschien toch niet zo’n goed idee.
EU viseert vooral oligarchen
Het buitenlandbeleid van de EU blijkt al maanden een nogal bespottelijke vertoning. Enerzijds laat de EU steevast Griekenland en Cyprus in de steek wanneer een steeds oorlogszuchtiger en autocratischer Turkije de territoriale wateren en het internationale verdragsrecht schendt. Anderzijds maakt de EU zich belachelijk wat betreft de manifeste mensenrechtenschendingen in de Krim, de Zee van Azov, Wit-Rusland en Rusland.
De Europese strafmaatregelen moeten Russen treffen die betrokken zijn geweest bij mensenrechtenschendingen in Rusland. Eigenlijk klopt dat discours niet. De EU viseert vooral oligarchen en enkele hoge functionarissen van het Poetin-regime. De kers op de taart is de herhaaldelijke loze maatregelen tegen procureur-generaal Igor Krasnov. De EU-landen zijn nu immers verplicht om de tegoeden van de betrokken Russen te bevriezen en een reisverbod te handhaven. Ironisch genoeg zitten die tegoeden, als ze al bestaan, meestal in het Verenigd Koninkrijk en Cyprus. Dus sedert de brexit is dit dreigement vooral een belachelijk vertoon van denkbeeldige spierballen. Het sanctiebeleid is de taak van Borrell met zijn gekrenkt ego.
Geen onafhankelijke rechtbank
De EU doet zelfs niet aan naming and shaming, want de namen van de amper vier geviseerde Russen worden pas volgende week vrijgegeven. De hele maatregel is trouwens onzin, want de geviseerde Russen, tegen wie de EU sancties neemt, kunnen dit juridisch eenvoudig aanvechten. Het volstaat om een verzoekschrift te richten aan het Hof van Justitie van de EU (HvJ-EU) en als de EU dan niet met bewijzen komt van de mensenrechtenschendingen, dan zal de rechtbank die oordeelt over EU-regeltjes de EU-sancties vernietigen. Dit laatste gebeurde gek genoeg niet op 17 september 2020, want toen verwierp het HvJ-EU het bezwaar van de Russische oliemaatschappij Rosneft geheel. Voor de Russen werd toen wel duidelijk dat het HvJ-EU geen onafhankelijke rechtbank blijkt.
De sancties uit het verleden vormden reeds het onderwerp van een dissertatie van Laure Avanti Verheyen aan de UGent. Haar conclusies na studie van dergelijke rechtszaken waren zeer boeiend: ‘In addition, so far, more than 40 cases have been brought before the EU Courts. This research demonstrated to us the extraordinary competence of the EU Courts as a consequence of the EU case law in response to the Ukraine crisis. Today, individuals do not only have the possibility of challenging his/her sanctions by bringing an action for annulment before one of the EU Courts (direct action), they can also implore the national court with a preliminary question of the validity of their sanctions (indirect action). Besides, we have seen how the CFSP competence of the EC significant override the individual’s most fundamental rights.’
Reputatieschade
De Common Foreign and Security Policy (CFSP) of met andere woorden het sanctiebeleid van de EU staat dus zelf op gespannen voet met de mensenrechten die de EU er elders mee wil afdwingen. De betrokkenen kunnen trouwens ook een zaak beginnen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) waar ook Russische rechters (o.a. Dmitry Dedov) zetelen omdat dit niet onder de EU valt maar onder de Raad van Europa (niet te verwarren met de EU-instelling Europese Raad).
Enkel en alleen al reputatieschade kan daar op basis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) worden aangevoerd, naast tal van andere grondrechten zoals eigendomsrecht, vrijheid van meningsuiting (zoals uitspraken pro-Poetin en dus onwelgevallig bij de EU). Volgens een master working paper van Koen Orbons (Universiteit Maastricht) kan het EHRM aspecten behandelen die het HvJ-EU niet kan vatten. De vraag is natuurlijk hoe activistisch de rechters blijken. Dat dit een probleem is meldde Doorbraak eerder al in twee artikels (1 en 2).
Realpolitik van Angela Merkel
De Brusselse pro-EU denktank European Policy Centre (EPC) riep trouwens in 2014 al op dat de EU duidelijker doelen zou stellen bij de EU-sancties tegen Rusland. Navalny mag dan hopen dat het in beslag nemen van luxejachten in de havens van Barcelona of Monaco (geen EU-lid) druk kan zetten op de binnenlandse politiek van Rusland, maar eigenlijk is het een discours voor binnenlands gebruik om de Russische publieke opinie op te zetten tegen de steenrijke oligarchen.
Een tweede probleem vormt de Realpolitik van Angela Merkel. Door haar lichtzinnige atoomuitstap en het sluiten van de Duitse kerncentrales is ze steeds afhankelijker van Russisch gas. Duitsland en vooral de Duitse politici zijn tegen economische sancties die het project rond de Russisch-Duitse gasleiding Nordstream 2 kunnen schaden.
Presumptie van onschuld
Ondertussen blijkt de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès niet in te zien dat de EU-sancties en het CFSP-beleid compleet steriele stukjes slecht theater blijken. ‘België steunt deze beslissing’, aldus Wilmès: ‘Europa kan geen compromissen maken over zijn meest fundamentele waarden – dat is de boodschap hier. Toch is het zowel in ons belang als in dat van Rusland om de communicatiekanalen open te houden om de dialoog te verbeteren.’
Vreemd dat de EU daarbij sancties inzet die deze ‘meest fundamentele waarden’ met de voeten treden. Om slechts één van die waarden te noemen: de presumptie van onschuld zolang een persoon niet werd veroordeeld. Iets dat zelfs voor Russische oligarchen, procureurs-generaal of rechters van showprocessen hoort te gelden.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.