Fouad Gandoul: ‘Breng aantal parlementsleden terug tot 100. Voor alle parlementen samen’
Fouad Gandoul, politicoloog en fiscalist bij ACV en vooral: een man met een verfrissende mening.
foto © WM
Fouad Gandoul over de toestand van de Belgische en Vlaamse democratie. En over inmenging vanuit islamitische hoek.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAls Vlaams-Marokkaans kind van een Arabische vader en een Berber moeder is Fouad Gandoul (46) het bewijs dat multiculturaliteit ook een meerwaarde kan zijn voor de maatschappij. Politicoloog, rechter in sociale zaken en fiscalist bij het christelijke ACV: hij combineert het moeiteloos. Daarbij schrijft hij columns voor Het Belang Van Limburg, publiceert ook in De Tijd en Knack en is hij geregeld te zien als gast in De Afspraak en Terzake. Met een mening die niet altijd aansluit bij de mainstream.
– Het ziet er naar uit dat de Vivaldi-regering de rit gaat uitzitten. Hoe maakt u de balans op?
‘We wisten vanaf het begin dat ze de rit zouden uitdoen, uit angst voor de reactie van de kiezer als iemand er de stekker zou uittrekken en gelet op de bijzonder slechte peilingen in Vlaanderen. Wat opvalt is dat bitter weinig punten uit het regeerakkoord zijn gerealiseerd. De socialisten hebben hun verhoging van het minimumpensioen binnengehaald en vanaf dan lukte niets meer.’
‘De wenslijst die het regeerakkoord was, diende enkel als vergoelijking voor partijen als cd&v om in de regering te stappen. Zo hebben ze het makkelijk gemaakt voor de oppositie. Voor mij is er maar één oppositielid dat er met kop en schouders boven uitsteekt en dat is Sander Loones (N-VA). Hij slaagde erin met sterk inhoudelijk oppositiewerk de regering af en toe te doen wankelen.’
‘Maar mijn grootste teleurstelling is het mislukken van het zetten van stappen in een noodzakelijke staatshervorming. Ik ben daar heel boos over. We wisten dat eigenlijk al van in het begin: je kan geen Belgicisten van de MR met een gematigde centrumrechtse partij als de cd&v mee verantwoordelijk maken voor een staatshervorming en verwachten dat er iets gaat bewegen.’
– Gaat in u een communautaire scherpslijper schuil?
‘Verre van. Ik ben geen flamingant, ik ben geen nationalist. Maar ik geloof wél in een efficiënte overheid. Daarvoor is een staatshervorming onontbeerlijk. Want als we dat niet doen, geloof ik niet dat dit land een lang leven is beschoren. Het gaat uit elkaar spatten op een ongecontroleerde manier.’
‘Je kan er toch niet naast kijken dat twee deelstaten eigenlijk failliet zijn? Wat dat betreft zie ik geen argumenten om alles terug te brengen naar het federale niveau, zoals sommige partijen duidelijk willen.’
– Herfederaliseren is toch ook een beslissing nemen om de knoop te ontwarren?
‘Inderdaad. Maar dan wel op één voorwaarde: één man, één stem. Geen pariteit, geen gegarandeerde vertegenwoordiging, geen bijzondere meerderheden meer. Willen we dat? Geen probleem. Dan zijn we terug een unitaire staat, maar dan beslist wel 60% van de bevolking. En die zit toevallig wel aan deze kant van de taalgrens.’
– Dat gaan de Franstaligen nooit slikken, vrees ik.
‘Zij zitten in een comfortabele machtspositie. Als morgen het Vlaams Belang 60% haalt in Vlaanderen, kan Paul Magnette (PS) gewoon druk verder leggen op de kleine Vlaamse democratische partijen: “Jullie zullen wel met ons moeten samenwerken, je kan de fascisten toch niet aan de macht helpen?” In die constellatie wordt Vlaanderen gereduceerd tot de junior partner, die niets te zeggen heeft en al blij mag zijn dat hij mee mag doen in de federale regering.’
‘En verder heb je Bouchez. Die beweert wel een voorstander te zijn van een responsabilisering van de gefedereerde entiteiten. Maar hij maakt dat nooit concreet. Hoe wil hij dat doen? Met welke partners denkt hij dat te kunnen realiseren?
Vlaams Belang is voor iedereen de boeman. Dan blijft er maar één partij over: de N-VA. Want de anderen durven niet gaan voor die responsabilisering. Open Vld is van confederalisme overgestapt op herfederalisering. Cd&v heeft het confederalisme ook achter zich gelaten. Want wat hebben ze gezien? N-VA is heer en meester geworden door die term te munten. De traditionele partijen zijn allemaal achteruit gegaan.’
‘Het is de verdienste van Bart De Wever dat hij de boer is opgegaan met een verhaal rond inclusief nationalisme. Hij had oog voor hetgeen al de rest verfoeide: gemeenschapsvorming. Je kan geen gemeenschap vormen als je niet dezelfde taal spreekt. En als je twee aparte intellectuele sferen hebt, die los van elkaar staan, kan je ook niets gemeenschappelijks opbouwen. Nochtans werkt het in Zwitserland wel, en daar hebben ze vier officiële talen. Hun constitutioneel systeem is veel efficiënter dan het onze. Om te beginnen hebben ze al veel minder parlementairen.’
– Wat dat betreft zijn we kampioen: 473 parlementairen voor zes parlementen.
‘Dat is een catastrofe. We moeten dat aantal op alle niveaus, in alle parlementen, reduceren. Niet zozeer om budgettaire redenen, maar omwille van efficiëntie. Breng dat terug tot 100, voor alle parlementen samen. We hebben er zes, voor ocharme 30.000 km2.’
‘Een probleem is ook dat de financiering van de verschillende entiteiten op een gegeven moment in het gedrang komt. Zo riskeren we een slechtere quotering van de ratingbureaus. Daardoor moeten we duurder lenen en blijft er al maar minder budget over om beleid te voeren. Het drama is dat we binnen de politiek zitten met mensen die te veel denken op korte termijn: herverkozen worden is hun enige bekommernis.’
– Wat kunnen we daar aan doen?
‘Ik durf te pleiten voor een beperking op het aantal termijnen voor een verkozene: maximum twee. Burgers verkiezen volksvertegenwoordigers om te werken aan een betere toekomst. We zouden bovendien beter af zijn met parlementairen die onafhankelijk over een eigen budget beschikken en zich zo kunnen inwerken in het door hen gekozen thema waarop ze verkozen zijn. Als parlementslid moet je én inhoudelijk, én wetgevend sterk staan. En daarbovenop moet je ook nog eens de kunst van het woord beheersen.’
– Een volksvertegenwoordiger moet ook voeling hebben met het volk, lijkt me. Op dit moment zie je daar nog weinig van.
‘Dat zijn we ergens onderweg verloren. Cd&v stond lang geleden midden de mensen. De partij was in allerlei organisaties aanwezig. Zo konden ze reageren op wat er leefde en de nodige expertise mee aan tafel krijgen om problemen op te lossen en beslissingen te nemen.’
‘Migratie blijft een belangrijk probleem dat leeft bij de bevolking en dat we jaren hebben laten liggen. Zeker sinds de opkomst van het Vlaams Belang. Je kan niet om het feit heen dat onze samenleving hoe langer hoe meer gesegregeerd raakt. Hoe groter de gesegregeerde gemeenschappen, hoe groter de druk op de samenleving en des te feller de politieke reactie van de kiezers zal zijn. Als Vlaams Belang morgen 30% scoort, wil dat niet zeggen dat die kiezers allemaal racisten zijn. Dat zijn mensen die oprecht een wantrouwen hebben tegen een systeem dat de sociale problemen weigert te erkennen zoals zij ze ervaren. Dat gaat soms echt over fundamentele problemen. Zoals bijvoorbeeld de normalisering van polygamie.’
– Verklaar u nader?
‘Hier in Vlaanderen zijn er mannen die getrouwd zijn met meerdere vrouwen. De wetgeving van 1979 voorziet, op basis van een bilateraal verdrag met Marokko, de mogelijkheid om overlevingspensioenen te betalen aan overlevende partners. Dat betekent dat als Mohamed overlijdt en er drie vrouwen gekend zijn bij de Belgische overheid, zijn pensioen verdeeld moet worden over al die echtgenotes. Eentje leeft hier in België, maar die anderen zitten in Marokko. Dat pensioen van 1.500 euro moet dan gelijk over hen verdeeld worden.’
‘Voor die vrouw die in België achterblijft is dat een ramp. Die kan nooit toekomen met 500 euro. Zij heeft hier heel haar leven voor de kinderen gezorgd en is te oud om te gaan werken? Wat doe je daarmee? Dat probleem is het gevolg van de politieke onwil om zich destijds te moeien met de gewoontes van de herkomstlanden. Wat mij betreft moet dat verdrag op de schop, maar daarvoor moeten beide partijen, Marokko en België, akkoord gaan.’
‘Een ander probleem is dat van eigendom in het buitenland. Hier in Limburg ken ik een Italiaanse vrouw die jarenlang in een sociale woning woonde en daar nu uit moet, omdat ze ergens in Italië mede-eigenaar is in onverdeeldheid van een patrimonium. Dat gaat in de praktijk over een krot, vier muren en een dak ergens in Calabrië. Dat blijkt een erfenis te zijn van haar overgrootvader waarvan ze zelf geeneens op de hoogte was. Ze wou daar gelijk afstand van doen, maar dat mocht niet baten. De Vlaamse overheid past de wet strikt toe en zet haar uit haar woning, ook al stelt dat patrimonium in de praktijk niets voor. Erger nog, ze moet 20.000 euro terugbetalen omdat ze zo lang in een woning heeft gewoond waar ze strikt genomen geen recht op had. Dat vind ik hard. De menselijke maat wordt hier volledig uit het oog verloren.’
– Aan de andere kant zijn er genoeg gevallen van migranten met een waardevol patrimonium in het buitenland. Meestal gaat het dan om Turkije of Marokko, waar onze overheid geen toegang heeft tot het kadaster.
‘Daar heb ik geen medelijden mee. Als je leefbaar eigendom hebt waar je volledig eigenaar van bent, is dat een andere situatie. Wat geldt voor Jan en Mieke, geldt evenzeer voor Mohamed en Fatima.’
‘In Turkije en Marokko heb je mensen die daar een aantal appartementen hebben en daar een vast inkomen uit ontvangen. Hier leven ze dan in een sociale woning van een vervangingsinkomen. Dat kan niet. De Vlaamse buur ziet ook dat die mensen aan de dop zitten, met een Mercedes rijden en drie keer per jaar naar het thuisland op vakantie gaan. Dat klopt niet en steekt begrijpelijkerwijs de ogen uit. Maar we moeten het onderscheid kunnen maken tussen het verhaal van die Italiaanse vrouw en deze situatie. Een menselijke oplossing voor haar situatie maar een strenge aanpak van duidelijk misbruik.’
– U wees al op de steeds groter wordende segregatie in onze maatschappij. Dit jaar mochten we getuige zijn van een aantal onfrisse zaken rond buitenlandse inmenging, met het verhaal van de Chinese connecties van Frank Creyelman (Vlaams Belang), maar ook Qatargate. Qatar staat bekend om zijn sympathie voor de Moslimbroederschap. In hoeverre heeft die organisatie invloed op onze migrantengemeenschap en is ze geïnfiltreerd in de politiek?
‘De inmenging van de Moslimbroederschap is er zeker in West-Europa, al is die veel kleiner dan die van de Saoedische Wahabieten. De aanhangers van de Moslimbroeders vormen een kliek van hoog opgeleiden die eigenlijk goed geïntegreerd zijn in de samenleving en hogere functies bekleden. Vanuit die functies streven zij een aantal zaken na, zoals het recht op het dragen van een hoofddoek, het recht op onverdoofd slachten of de – voor mij ontoelaatbare – invoering van sharia-rechtbanken. In Vlaanderen is er misschien een groep die dat wel zou willen, maar zij beschikken niet over de capaciteiten om dat door te duwen. Ik denk dat de invloed van de Moslimbroederschap in Vlaanderen echt marginaal, zo niet onbestaande is. Ik ken niemand die hier rondloopt in de politiek die van ver of van dichtbij ook maar enige weet heeft van hoe Moslimbroeders denken. Laat staan dat ze er lid van zouden zijn.’
– Dyab Abou Jahjah vertelde me dat hij Vlaamse universiteiten bezocht om daar met moslimstudenten te spreken. Hij stelde vast dat radicale boeken zoals Mijlpalen van de Egyptische ideoloog van de Moslimbroederschap Said Qutb gretig gelezen werden, ook aan uw Alma Mater VUB.
‘Ik stel me altijd de vraag waarom we verbaasd zijn dat er binnen de moslimgemeenschap sympathie is die geënt is op de Moslimbroederschap, wanneer die boeken voor 5 of 10 euro verkocht worden in boekhandels op de Lemonnierlaan in Brussel.’
‘Versta me niet verkeerd, ik wil geen boeken verbieden. Jonge moslims lezen dat en ervaren die boodschap als een bijna heilige waarheid. Wat daarin staat komt voor hen één op één overeen met wat zij denken te ervaren in de maatschappij. Mijlpalen is een boek uit de jaren ’30 van de vorige eeuw, maar ze geven dan een vertaalslag naar 2023.’
‘Ik kan me daar iets bij voorstellen. Ook ik heb Mijlpalen gelezen toen ik aan de VUB studeerde. Ik heb dat boek meegenomen naar mijn examen Filosofie en Kritiek van de Religie bij prof. Jef Van Bellingen. Het eerste wat hij zei was dat dat een zeer hard boek was. We hebben dat besproken en hij gaf me een aantal argumenten waarom het een gevaarlijk boek was. “Als je dat vandaag zou willen toepassen”, zei hij, ‘kom je uit in een totalitaire samenleving waarin één iemand bepaalt wat goed en kwaad is en iedereen zich daar naar heeft te schikken. Daar bestaat vrijheid niet.”’
‘Hij gaf me, als vrijzinnige prof die lid was van de Loge, vanuit de koran argumenten waarom dat boek er naast zit. Hij concludeerde dat Mijlpalen onmogelijk overeen kan komen met de essentie van de Koran, de oertekst van de islam. Van die dag af heb ik al die boeken weggedaan. Maar je moet in staat zijn om die intellectuele oefening te doen. En veel van die jongeren kunnen dat niet, omdat ze op zoek zijn naar een identiteit. Ik was niet op zoek naar een identiteit. Ik wilde begrijpen hoe een samenleving in mekaar zit en welke rol mijn geloof daarin mag spelen.’
‘Overal waar de Moslimbroederschap aan de macht kwam heeft hun systeem gefaald. Ze beginnen eerst met liefdadigheid en maken daarna pas een politieke vertaalslag. Dat is gevaarlijk. Je mag, vanuit een liberale open samenleving, nooit toestaan dat één ideologie gaat bepalen hoe anderen hun leven moeten leiden. Ik wil me enten op het Angelsaksisch model met de definitie van vrijheid volgens John Stuart Mill: de enige vrijheid die naam waard, is de vrijheid waarin elk individu voor zichzelf kan bepalen wat hij doet of laat, zonder dat dat de rechten van een ander beperkt in zijn of haar handelen. Met andere woorden: de wet moet zo breed mogelijk de vrijheid van het individueel handelen toestaan, tenzij dat het algemeen belang duidelijk schendt.’
‘De religie moet buiten het parlement blijven. Ze mag aanwezig zijn in het straatbeeld, maar mag onder geen beding een ordenende factor zijn in de samenleving. Wanneer dat wel gebeurt, wordt een grens ontoelaatbaar overschreden.’
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.
Een decaan van de KU Leuven verspreidde een oproep om Israël te boycotten. Dat zorgde voor onvrede binnen de universiteit.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.