Alle vergelijkingen met de moeizame cultuurverschillen tussen
de Fransen en Nederlanders bij KLM en Air France met die van Ahold en Delhaize lopen aan alle kanten mank. Het enige cultuurverschil dat mogelijk een rol speelt is de machtige positie van de Belgische vakbonden en hun vaak destructieve houding. Nu zijn in Nederland de vakbonden ook geen doetjes, maar daar komt het algemeen bedrijfsbelang toch op de eerste plaats wat echte onderhandelingen mogelijk maakt. Dat laatste is in België niet altijd het geval, zoals Delhaize-topman
Denis Knoops heeft moeten ervaren.
Geen moeizame cultuurverschillen tussen Belgen en Nederlanders
Denis Knoops had het drie jaar geleden al verbruid bij de vakbonden. Tijdens stakingsacties bestempelde hij toen de Delhaize-medewerkers die werkbereid waren als de ware medewerkers van het bedrijf waarmee hij tot grote woede van de vakbonden de stakers diskwalificeerde. Sindsdien is het tussen Knoops en de vakbonden nooit meer goedgekomen.
Zijn onhandige communicatie was in hun ogen onvergeeflijk. Knoops was voor eeuwig besmet.
Het is dan ook volkomen terecht dat het Nederlandse management van Ahold ontkent als zou het ontslag van Denis Knoops te maken hebben met moeizame cultuurverschillen tussen Belgen en Nederlanders. Er is bij Delhaize en Ahold op dit moment immers absoluut geen sprake van de Belgische en Nederlandse cultuur die met elkaar botsen zoals dat bijvoorbeeld wel bij
Air France KLM het geval was. Daar was sprake van Nederlanders die zich gedroegen als olifanten in een porseleinkast, geen respect hadden voor hiërarchie en andersom Fransen die met hun politieke spelletjes geen oog zouden hebben voor het bedrijfsbelang door te gaan staken op momenten dat het dubbel zo schadelijk zou zijn voor het bedrijf. Nee, hier
bij Delhaize ging het om een conflict tussen een Belgische manager met Belgische vakbonden.
Belgische vakbonden hebben een ongenaakbare machtspositie
Nu valt niet uit te sluiten dat in de toekomst het Nederlandse management wel met een groot cultuurverschil te maken krijgt als het misschien van wat nabijer kan ervaren hoe onmogelijk de Belgische vakbonden zijn. Nu hebben in vergelijking met Nederland de Belgische vakbonden historisch altijd een heel sterke positie gekend. Toen heel Nederland nog onder de koe zat, was België na het Verenigd Koninkrijk het eerste land op het Europese continent dat in de 19de eeuw zijn intrede deed in het industriële tijdperk. Door de uitwassen van het kapitalisme hebben de Belgische vakbonden hun bestaansrecht toen dubbel en dwars bewezen. Tot aan de dag van vandaag hebben zij daar een sterke positie aan overgehouden. Maar tijden veranderen. Al willen de Belgische vakbonden dat niet inzien want anders zou hun bijna ongenaakbare machtspositie wel eens aangetast kunnen worden.
De vakbonden spelen sinterklaas met de centen van een ander
Dat die machtspositie van de Belgische vakbonden zo ongenaakbaar is, komt mede doordat in tegenstelling tot Nederland bijna iedere Belgische werknemer lid is van de vakbond. Maar het vakbondslidmaatschap kost in België ook bijna geen drol. Het overgrote deel van het lidmaatschap wordt trouwens vergoed door een verplichte werkgeversbijdrage. Voor het luttele bedrag dat je uiteindelijk zelf op tafel moet leggen, krijg je als vakbondslid heel wat voor terug. Je kunt er je kinderen voor een appel en een ei mee naar zomervakantiekampen sturen. Ook helpen de vakbonden je met allerlei administratieve zaken, zoals het invullen van je belastingbiljet of het aanvragen van subsidies. Maar de meeste klantenbinding hebben de bonden doordat ze de werkloosheidsuitkeringen aan hun leden betalen, mochten die plotsklaps werkloos worden. Natuurlijk betalen de bonden die niet uit eigen zak. Het is een sigaar uit eigen doos. Want ze krijgen dat geld eerst van de overheid en storten het, na afhouding van een percentage, door aan de uitkeringsrechthebbenden. Maar dankzij deze omslachtige constructie denken veel vakbondsleden dat hun vakbond als een soort sinterklaas de uitkeringscheque betaalt en dan kan je net als bij kleine kinderen die van de goedheiligman cadeautjes krijgen natuurlijk niet meer kapot.
Belgische vakbonden hanteren het conflictmodel
Dan is er nog een andere verklaring waarom de vakbonden zo sterk staan in België. In tegenstelling tot Nederland is er in België veel meer machtsafstand. Het is een katholiek land dat overheerst en onderdrukt is geweest. Hierdoor is er veel meer hiërarchie dan in het egalitaire Nederland dat zijn waarden en normen veel meer ontleent aan het calvinisme. Nederlanders geloven ook veel meer in het consensusmodel. In de strijd tegen het water moet er immers gepolderd worden en daarin is iedereen gelijk. In België is eerder sprake van een conflictmodel. Een model dat stamt uit de 19e eeuw maar dat door de vakbonden maar al te graag in stand wordt gehouden.
De vraag is echter of de Belgische bonden er slim aan hebben gedaan om bij Denis Knoop zo hun been stijf te hebben gehouden. De Nederlanders willen immers resultaten zien. Daarom is het zo goed als zeker dat het Nederlandse management van Ahold er wellicht bovenop gaat zitten. Pas dan en niet eerder zullen de cultuurverschillen tussen Belgen en Nederlanders zich echt manifesteren.