JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Fusie in zicht of zicht op fusie?

Passen gemeenten bij elkaar of niet?

Dré Wolput2/8/2019Leestijd 4 minuten
Het treinstation van Turnhout. Ondanks jaren discussie is het nog steeds niet
tot een fusie gekomen tussen Turnhout en de omliggende gemeentes.

Het treinstation van Turnhout. Ondanks jaren discussie is het nog steeds niet tot een fusie gekomen tussen Turnhout en de omliggende gemeentes.

foto © Wikimedia Commons

Dré Wolput herleidt de discussie over gemeentefusies tot de essentie: passen gemeenten bij elkaar? En wat hebben ze elkaar te bieden?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de preformatienota die Bart De Wever (N-VA) zou hebben opgesteld, komen ook de fusies van gemeenten ter sprake; zowel de spontane fusies – van onderuit – als de verplichte (zelfs met sancties). Om fusies te verdedigen, haalt men steeds dezelfde argumenten aan zoals betere en meer bestuurskracht, meer kunnen doen met minder mensen, enzovoort.

De tegenargumenten zijn dan weer dat het beleid te ver van de bevolking zal staan, gebrek aan inspraak, en dergelijke meer. Maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik tot de vaststelling kom dat dit eigenlijk allemaal praatjes voor de vaak zijn.

Gelijkwaardigheid

Eerste en enige voorwaarde voor een – geslaagde – fusie is gelijk(w)aardigheid van de partners. Dan smelten de tegenargumenten als sneeuw voor de zon. De koppigheid van sommige lokale potentaten ebt dan ook al even snel weg.

Ik kan deze onontbeerlijke voorwaarde niet beter aantonen dan met een voorbeeld waar ik zelf mee vertrouwd ben: de onmogelijke fusie in de stadsregio Turnhout.

Een beetje geschiedenis

Bij de fusie van gemeenten in januari 1977 was het oorspronkelijk de bedoeling om Beerse, Oud-Turnhout en Vosselaar volledig te laten fuseren met de stad Turnhout. Oud-Turnhout en Vosselaar protesteerden hier echter tegen, omdat zij in dat geval hun status van residentiële gemeente zouden moeten opgeven. Een fusie met het meer verstedelijkte Beerse werd op de lange baan geschoven.

In 1999 werd, uiteindelijk op zelfstandig initiatief van de vier gemeentebesturen, toch overgegaan tot de oprichting van de projectvereniging ‘Regionaalstedelijk Gebied Turnhout’. Dat werd in 2007 omgedoopt tot Stadsregio Turnhout.

Al die tijd, en nu nog steeds, was dit samenwerkingsverband niet(s) meer dan een vrijblijvende ‘praatbarak’ waar nooit aan een fusie werd gewerkt. Daarvoor was en is het water tussen de rijkere gemeenten Beerse, Vosselaar, Oud-Turnhout en de arme stad Turnhout veel en veel te diep. De weerstand tegen de fusie, die er ruim 40 jaar geleden was, is vandaag nog minstens even groot. In oktober 2018 nam een politieke partij in Oud-Turnhout – LB18, in feite de lokale Open Vld – zelfs nog erg duidelijk stelling tegen een fusie met Turnhout. Nooit ofte nooit klonk het!!

Turnhout kleinste en een van de armste steden

Dé grote struikelsteen om in onze stadsregio tot een fusie te komen zijn de zeer grote, zelfs onoverbrugbare, sociaaleconomische verschillen tussen Turnhout enerzijds en Beerse, Vosselaar en Oud-Turnhout anderzijds. Enkele cijfers om dit te onderbouwen:

Voor een goed begrip van de situatie: Turnhout telde begin dit jaar 44.594 inwoners. Beerse 18.073; Oud-Turnhout 13.649; Vosselaar 11.179. Samen hebben deze drie gemeenten bijna evenveel inwoners als Turnhout (-1.693)

Turnhout staat op de derde laatste plaats van de dertien Vlaamse centrumsteden met een werkzaamheidsgraad van 64,2 %. Genk (57,9 %) en Antwerpen (59,7 %) staan nog lager.

In de stadsregio staat Vosselaar op het hoogste schavotje met 70,5 %, gevolgd door Beerse met 70,2 % en Oud-Turnhout met 69 %. Maar wat betekent dat als we dat omzetten in concrete cijfers?

De werkzaamheidsgraad wordt gemeten in functie van de bevolking op beroepsactieve leeftijd (+18 en -65 jaar).

Bevolking tussen 18 en 65 jaar

Beerse = 11.129 inwoners waarvan 70,2 % actieven (die een inkomen hebben uit arbeid als loontrekkende of zelfstandige). Resultaat = 7.806 actieven

Oud-Turnhout: 7.920 x 69 % = 5.469 actieven

Vosselaar: 6.864 x 70,5 % = 4.839 actieven

Beroepsbevolking van deze drie gemeenten = 25.904. De actieve bevolking = 18.114.

Turnhout heeft een beroepsbevolking van 27.094 x 64,2 % = 17.400 actieven.

De verschillen tussen rijk en arm komen nog meer tot uiting als we de inkomens per inwoner gaan vergelijken (2015). In het lijstje van de dertien Vlaamse centrumsteden bengelt Turnhout alweer op de derde laagste plaats. Opnieuw doen enkel Genk en Antwerpen het nog slechter.

Grote verschillen in de stadsregio

Waar in Turnhout het inkomen/inwoner € 17.459 bedraagt, is dat in Beerse € 19.527, in Oud-Turnhout € 20.371 en in Vosselaar € 21.959.

En dan zijn er nog de grote verschillen inzake gemeentebelastingen. Zowel Oud-Turnhout als Beerse, hanteren een tarief van 6 % inzake de aanvullende personenbelasting. De waarde van 1 % van deze personenbelasting is voor Oud-Turnhout € 36/inwoner en voor Beerse € 43/inwoner. Vosselaar en Turnhout heffen 7,5 % personenbelasting, wat voor 1% een waarde vertegenwoordigt van € 47/inwoner in Vosselaar en € 32,5/inwoner in Turnhout.

Wat de gemeentelijke opcentiemen voor onroerende voorheffing betreft: Beerse € 875; Oud-Turnhout € 756; Vosselaar € 630 en Turnhout € 913.

Rechthebbenden op leefloon

Hier zien we ronduit enorme verschillen. In Beerse zijn dat er 31. In Vosselaar 26. In Turnhout… 710.

Ook in de aanwezigheid van erkende vluchtelingen eenzelfde wereld van verschil. De meest recente cijfers zijn van 27/1/2019. Daaruit blijkt dat er in Turnhout 690 erkende vluchtelingen wonen. De stad staat daarmee aan de top in de provincie Antwerpen, met 15,63 vluchtelingen per 1.000 inwoners. Antwerpen, de vermaledijde stad, telt ‘slechts’ 13,42 vluchtelingen/1.000 inwoners. De andere centrumstad in de provincie is Mechelen met 6,06 vluchtelingen/1.000. Vermits deze rapporten maar worden opgemaakt voor Vlaamse gemeenten van +20.000 inwoners zijn de cijfers van kleinere gemeenten niet te achterhalen maar ze zijn dan ook verwaarloosbaar. Voor 2017 werden ook al 100 kaarten uitgereikt in het kader van de gezinshereniging …

Uit de criminaliteitsstatistieken blijkt tevens dat het aantal misdrijven per 1.000 inwoners aanmerkelijk hoger ligt in Turnhout dan in de zes andere gemeenten die deel uitmaken van de politiezone.

Tot slot geef ik nog even de welvaartsindex mee (gemiddelde = 100). Beerse: 110; Oud-Turnhout: 115; Vosselaar: 124 en Turnhout: 99. Ook wat deze index betreft, staat Turnhout op een weinig benijdenswaardige derde laatste plaats in de rangschikking van dertien centrumsteden.

Welvaart — niet willen — delen

In essentie komt de onwil om te komen tot een fusie in de stadsregio hierop neer: Turnhout heeft de andere gemeenten helemaal niets te bieden. En die andere gemeenten zijn – begrijpelijk – niet bereid om hun welvaart te delen met het veel armere Turnhout!

Alle andere argumenten zijn, zoals ik reeds stelde, louter praatjes voor de vaak.

Turnhout op een andere manier helpen

Als een fusie ondenkbaar is, moet een arme centrumstad als Turnhout dan niet worden geholpen? Uiteraard wel. Daarom stel ik enkele oplossingen voor die ook voor andere centrumsteden kunnen gelden.

1) De Vlaamse en/of federale overheid moét – in belangrijke mate – tussenkomen in de torenhoge pensioenkosten van de centrumsteden. Zo krijgen die meer zuurstof in hun begroting/budgetten om noodzakelijke investeringen te doen.

2) De gelden die uit het gemeentefonds worden toegekend aan gemeenten die in belangrijke mate een beroep doen op de nabije centrumstad (denk aan ziekenhuizen, onderwijs, winkelen…) overhevelen naar die centrumsteden. Ook dat geeft meer zuurstof aan noodlijdende centrumsteden.

3) Er moet dringend een spreidingsplan komen voor de huisvesting van erkende vluchtelingen!

_____

Bronnen: https://provincies.incijfers.be/databank  https://www.vlaanderen.be/gemeenten-en-provincies/provincie-antwerpen  http://integratiebeleid.vlaanderen.be/verhuisbewegingen-erkend-vluchtelingen-en-subsidiair-beschermden-periode-112014-%E2%80%93-2712019

 

Dré Wolput is 64 en werkte tot aan zijn pensioen in 2011 bij ACV Kempen als bijblijfconsulent. Hij houdt ook een blog (wolput.com) onder het motto ‘een eigen-zinnige kijk op de dingen’.

Commentaren en reacties