Gebroken zielen
Rusteloos in Hasselt
foto © Liesbeth Gavriilakis, lg-fotografie.be
Twee volwassenen zien elkaars littekens voor de eerste keer. De ene praat sinds een jaar om te genezen, de andere wacht nog af.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIk word ’s ochtends vaak wakker met een gevoel van verbazing. De strijd die ik in het verleden heb geleverd, heeft geresulteerd in het leven dat ik nu heb. Wat voor een persoon en vrouw zou ik geweest zijn als ik bij hem was gebleven, vraag ik mezelf vaak af. De littekens zijn zichtbaar voor mij, onzichtbaar voor anderen: ik kijk naar mijn gezicht, elke dag, om ervan bewust te zijn dat ik geleefd en beleefd heb.
Rusteloos
Momenteel zie ik enkel de slaapvouwen op mijn gezicht in de spiegel na alweer een rusteloze nacht. Rusteloos in Hasselt, in dit appartement. De verschillende stormen in mij zijn geluwd, maar er sluimert iets in mij. Het is bijna tien jaar geleden dat ik de eerste stap heb gezet naar mijn vrijheid. Ik kocht een appartement in Hasselt met de steun van Hariette.
Mijn vader zat in die tijd nog altijd verstrikt in bepaalde, traditionele gedachtepatronen en ging ervan uit dat zij bij mij zouden inhuizen. Maandenlang hebben mijn moeder en ik op hem moeten inpraten om duidelijk te maken dat ik ook een eigen leven verdiende, net zoals mijn broer in Gent zijn leven had opgebouwd. Ook die strijd hadden mijn moeder en ik uiteindelijk gewonnen.
Mijn vader hielp mij met mijn verhuizing, en ik merkte aan alles dat hij zijn best deed om zijn fout terug recht te zetten. ‘Soms heb ik wat tijd nodig om de dingen te begrijpen’, zegt hij vaak lachend. Op de zeldzame momenten dat mijn moeder langskomt, kijkt ze met een voldaan gezicht rond in mijn appartement en zegt ze dat we hard hebben gevochten voor het leven dat ik nu leid.
Vergeten voor mezelf te zorgen
Ik ben sinds kort 39 en nog altijd slenter ik met een dwaas-verbaasde uitdrukking op mijn gezicht door de straten van Hasselt. Tijd voor koffie en boeken is zo’n zeldzaam moment geworden in mijn agenda. Ik ben nu politiek, sociaal en digitaal actief. De tijd van totale verlamming door herinneringen aan het verleden is nu voorbij.
In totaal heb ik zo’n veertien jaar verloren aan mijn huwelijk: het huwelijk zelf, de beslissing, de scheiding, de nazorg. Want die laatste was ik even vergeten. Ik was het vergeten om voor mezelf te zorgen. Een scheiding is sowieso heel ingrijpend, maar de impact van een scheiding als Turkse vrouw is immens. Mijn ouders hadden fouten gemaakt: ‘Je blijft getrouwd, je hebt er zelf voor gekozen, het leven is een strijd, je moet werken aan je huwelijk! Als je ervoor kiest om te scheiden dan moet je voor altijd celibatair leven, wij zijn Turken!’
Dat waren mijn ouders: onherkenbaar nu. De feministe bleef niet lang weg en sloeg hysterisch om zich heen om gehoord te worden: ‘Al die jaren was ik in slaap gewiegd door die godverdomde regeltjes, waar dacht ik toch aan? Ik, die zelf voor die dogma’s en taboes was gevlucht uit mijn dorp, legde een huwelijk op aan mijn dochter die zienderogen aan het wegkwijnen was?’
Moeder als een dokter: holistisch
We hadden hem buitengezet op een dag in augustus. En ik had zo’n slaap geslapen waar ik na al die jaren nog aan terugdenk: het was een ongewone, diepe slaap die 24 uur had geduurd. Er was een last van mijn schouders gevallen en nu moest ik zorgen dat ik terug uit het donkere dal zou kruipen. Mijn moeder observeerde mij in die tijd elke dag net als een dokter die haar patiënt observeert: holistisch. Ging ik voldoende naar buiten, sprak ik erover met andere mensen? At ik voldoende en evenwichtig? Had ik lichamelijke klachten?
Jarenlang hadden we samen gerookt, mijn moeder en ik, en gepraat, vaak geschreeuwd en dingen verweten naar elkaar. Het waren onze therapiesessies. De tranen zijn sinds een jaar opgedroogd. En de sigaretten zijn ingeruild voor lange wandelingen met elkaar, hoopvol pratend over het heden en de toekomst.
Mauro, oenoloog met een scheve grijns
Dit jaar heb ik mijn 39ste verjaardag met Mauro gevierd in een wijnbar. Hij is een vriend met Italiaanse roots en streng katholieke ouders. Mauro woont nog maar een paar jaar in Hasselt en we hebben mekaar leren kennen op de sportschool. Zoals de meeste Italiaanse mannen heeft hij een bepaalde charisma en voorkomen waar menig vrouwenhart voor zou smelten. Hij heeft mooie, indringende ogen met lange wimpers waar ik elke dag een paar strijken mascara voor nodig heb om hetzelfde effect te kunnen bereiken. Hij lacht vaak met een scheve grijns en hij is heel ijdel. Ik denk zelfs dat hij langer dan ik in de badkamer staat ’s ochtends.
Hij pikt mij op om 20.00 uur en als ik de voordeur van het appartementsgebouw opendoe staat hij daar weer met die ondeugende blik en zijn scheve grijns. Hij heeft zijn handen in zijn zakken: ‘Kom, laten we snel wandelen naar de bar, het is koud.’
Als we eenmaal zitten bekijkt hij de wijnkaart alsof hij een deskundige is en vraagt naar specifieke info over een bepaald soort wijn. Ik schiet in de lach, Mauro is vandaag echt wel in zijn nopjes in zijn rol als oenoloog.
Vechten om liefde
‘Ben je gelukkig, Pinar?’
‘Ja, best wel, ik amuseer mij wel.’
Zijn ogen lachen. Hij prikt een olijfje op zijn tandenstoker en kauwt er langzaam op, voor zich uit starend. Dan duwt hij zijn designerbril omhoog en kijkt mij aan.
‘Eigenlijk verschillen wij niet veel van elkaar. Ik heb moeten vechten tegen een vader die mij niet wilde begrijpen. Ik heb moeten vechten om de liefde van mijn vader te winnen. Toen ik op mijn negentiende uit de kast kwam zei mijn vader letterlijk dat het niet gaf dat ik homo was: er zou vast wel een medicijn bestaan om mij te genezen. Hij stelde mij gerust door te zeggen dat ik zou genezen, kan je je dat voorstellen?’
‘Mijn moeder huilde om mijn moed. Ze huilde om mijn eenzaamheid en zei dat ze het al jaren geleden wist, toen mijn tante tegen haar had gezegd dat ze een pop moest kopen voor mij. Het was de subtiele manier van mijn tante die haar ontroerde. Jarenlang werd ik gepest op school omdat iedereen het al voor mij wist.’
‘Ik heb tot mijn negentiende een innerlijke strijd gevoerd: de schandecultuur waar jij over schrijft was ook aanwezig in mijn cultuur. Ik ben aangerand geweest door twee mannen omdat zij wilden weten of ik een echte man was. Ik werd elke dag na school aan de schoolpoort opgewacht door klasgenoten. Er waren toen twee schoolpoorten, en voor mij was het elke dag gissen aan welke poort ze zouden staan. Op de duur deed ik geen moeite meer want ze verdeelden zich over die twee poorten. Dus ik gaf mij over aan de vernedering. Ze maakten er een spel van: zo veel mogelijk blauwe plekken slaan op zo weinig zichtbare plekken.’
‘Ik bloeide pas open toen ik ging studeren in Leuven. Ik proefde van de vrijheid en kon eindelijk mezelf zijn. Maar ik draag, net als jij, nog altijd de littekens mee van vroeger. De vuisten deden mij niks, het is mijn vader geweest die mij het grootste litteken heeft bezorgd.’
Twee gebroken zielen
Ik probeer de krop in mijn keel weg te werken met witte wijn. Ik voel de wijn naar mijn hoofd stijgen en we besluiten om naar huis te gaan. Bij het afscheid nemen geven we mekaar een stevige, warme knuffel. Hij kijkt me aan en stopt een weerbarstige lok onder mijn muts weg. Onze wegen scheiden op de kleine ring van Hasselt. De ijzige koude voelt als een streling op mijn gloeiende wang. Ik geniet van mijn nachtwandeling en besluit een langere route te nemen naar huis.
Mauro en ik, wij zijn twee gebroken zielen. Vanavond hebben we in mekaars ogen gekeken en de littekens gezien. Onze harten hebben samen gehuild. Ook dit is nazorg, bedenk ik bij mezelf als ik de sleutels in het slot van mijn voordeur steek. Ik gooi mijn warme kleren van me af en zet de verwarming op de hoogste stand. Het bed is nog onopgemaakt en wacht uitnodigend totdat ik mij neervlij onder het donsdeken. Maar het is nog te vroeg.
Met een kopje thee zet ik mij op mijn bureaustoel en strek mijn benen over de vensterbank. Ik ga wachten op de dag die gaat aanbreken. Ik wil Hasselt zien ontwaken uit zijn koude winternacht. Ik ben terug rusteloos in Hasselt, in dit appartement…
Categorieën |
---|
Pinar Akbas (1980) uit Hasselt is een verpleegkundige van opleiding. Een Vlaamse Turkse, actief in de politiek en met een mening over integratie, participatie, gelijke kansen en gender.
Na meer dan twee decennia lig ik nog wakker van het schuldgevoel dat maar blijft knagen aan mijn geweten.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.