JavaScript is required for this website to work.
Brussel deze week

‘Nederlandstalig onderwijs in Brussel is een succes’

Brussels Open Vld-schepen Carla Dejonghe

Bernard Daelemans5/8/2018Leestijd 6 minuten
Carla Dejonghe (OpenVLD), schepen in Sint-Pieters-Woluwe

Carla Dejonghe (OpenVLD), schepen in Sint-Pieters-Woluwe

Gemeenteraadsverkiezingen 2018: interview met schepen Carla Dejonghe over Nederlandstalig onderwijs, Brussel, mobiliteit en veel meer.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Wil je met mij… Nederlands oefenen?’ was een succesvolle campagne van toenmalig Open Vld-schepen Carla Dejonghe in de welstellende gemeente Sint-Pieters-Woluwe, die onder andere liep in de gemeentelijke diensten. Tegelijkertijd werden allerlei laagdrempelige activiteiten georganiseerd, van kookcursussen en lessen automechanica tot culturele wandelingen met Frans- en Nederlandstaligen. Er was een grote speed-date activiteit met misschien wel 200 deelnemers: Sint-Pieters-Woluwe heeft heel wat Nederlandskundige anderstaligen.

Dejonghe  werd als schepen vaak zelf in het Nederlands door anderstaligen aangesproken en ondervond op die manier dat er een behoefte bestond om op een plezante manier Nederlands te oefenen. Van jaar tot jaar trokken deze activiteiten een ruimer publiek. Er kwam zelfs een uitbreiding naar Sint-Lambrechts-Woluwe, maar in de volgende bestuursperiode werd er geen vervolg aan gebreid en kwijnden deze initiatieven weg.

In het ‘blauwe bolwerk’ werd namelijk in 2012 een anti-MR-coalitie op touw gezet, waarbij Benoît Cerexhe (cdH) een bonte coalitie smeedde met Ecolo, DéFI en Gestion Communale. Carla Dejonghe was de enige Nederlandstalige gekozene in de gemeenteraad (op de lijst van MR-burgemeester Willem Draps, die in de oppositie werd gedreven). Maar geen nood: er werd een Nederlandstalige schepen ‘getoverd’ door een gemeenteraadslid en vier opvolgers ontslag te laten nemen zodat de vijfde opvolger op de cdH-lijst, Helmut Vos (CD&V) Nederlandstalige schepen kon worden. Zoals bekend worden Brusselse gemeenten met een Nederlandstalige in het bestuur beloond met een niet onaardige som om de gemeentelijke financiën wat te pimpen.

Een gesprek met Carla Dejonghe die niet alleen gemeenteraadslid is maar ook Brussels parlementslid en voorzitter van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Het lijkt erop dat het met het Nederlands in Sint-Pieters-Woluwe redelijk goed gaat, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de stad Brussel waar het met de tweetaligheid in de diensten pijlsnel achteruit gaat?

De dienstverlening in mijn gemeente is altijd zeer behoorlijk geweest. Alleen op de dienst Openbare Werken was het heel wat minder. Maar al de nieuwe aanwervingen daar zijn ‘Franstaligen’ die uit het Nederlandstalig onderwijs komen. Door het succes van het Nederlandstalig onderwijs zijn er steeds meer mensen die Nederlandskundig zijn. Daarom ben ik ervan overtuigd dat we op termijn naar een betere tweetaligheid gaan.

Nochtans is van een dergelijke trend niets te merken in de jaarlijkse rapporten van de vice-gouverneur omtrent de kennis van de tweede taal bij gemeentelijke overheidsagenten. Over de 19 gemeenten worden jaar na jaar minder en minder mensen aangeworven die in het bezit zijn van het tweetaligheidsattest.

Ik geef toe dat er in mijn gemeente zeer veel hooggeschoolden zijn. Toch verwondert het me bijvoorbeeld dat ook EU-burgers hier mij in het Nederlands aanspreken. Italianen, Spanjaarden vinden het normaal de tweede landstaal te kennen.

U wijst op de gunstige invloed van het Nederlandstalig onderwijs, en er wordt nog steeds in geïnvesteerd, maar gaan we er, behalve in absolute cijfers, ook qua marktaandeel op vooruit in een stad waar een grote demografische boom aan de gang is en een grote toename van schoolplichtige jeugd is?

Het is aan de drie schoolnetten om eraan te werken. In Sint-Pieters-Woluwe wordt nu de Mooibosschool, een nieuwe gemeentelijke basisschool, gebouwd. Dat is ook een project dat ik in de vorige bestuursperiode heb in gang gestoken. De hele wijk wordt trouwens aangepakt met speelstraten en dergelijke. Een minpunt is dat het centrumschooltje heeft moeten plaatsruimen voor Franstalige kinderopvang. Ik heb het jarenlang tegengehouden, maar nu zijn die kinderen ondergebracht in containerklassen kilometers verderop. Het is toch jammer, want deze kleuterschool had zeker groeipotentieel. Van zijn kant bouwt het GO! nu een nieuw internaat en ook het Meertalig Atheneum heeft nu een wachtlijst. We stellen vast dat de ‘nood’ aan Nederlandstalig onderwijs, die vooral in en rond het centrum van Brussel acuut was, zich stilaan naar de buitenwijken uitbreidt.

Minister Guy Vanhengel (Open Vld) heeft ooit gezegd dat, als we de middelen hadden om het aanbod aan Nederlandstalig onderwijs op te trekken tot 75%, dan nog zouden die scholen vol zitten. Alleen in het kleuteronderwijs heeft het Nederlandstalig onderwijs vandaag een aandeel van meer dan 20%, maar het Nederlandstalig onderwijs groeit sneller dan het Franstalig onderwijs. Vooral in het lager onderwijs is dat duidelijk. Dat is in zes jaar tijd met 20% gegroeid, terwijl het Franstalig lager onderwijs ‘slechts’11% groei heeft gekend. Het Nederlandstalig ‘marktaandeel’ is op die manier van 17% tot 18% geklommen. Voor het middelbaar onderwijs is dit bijna 16%, wat ook een toename is.

Het Nederlandstalig onderwijs groeit, maar het aantal geboren Nederlandstaligen krimpt?

Het is in een gemeente als Sint-Pieters-Woluwe, met veel expats en EU-burgers, natuurlijk niet gemakkelijk om een vastgoed te verwerven. We hebben hier veel oudere Nederlandstaligen en we zien inderdaad dat bij sterfgevallen de kinderen veelal het ouderlijk huis verkopen en zich elders gaan vestigen. Toch zien we ook Nederlandstalige gezinnen aankomen van buiten Brussel, die zich omwille van de aangename leefomgeving in Sint-Pieters-Woluwe vestigen, dicht bij hun werk in het centrum van Brussel. Het is waar: de laatste beweging compenseert niet de eerste. Om meer accurate cijfers te hebben moeten we de kiezerslijsten afwachten, maar het is natuurlijk wel zo dat Nederlandstalige kandidaten ook stemmen van anderstalige kiezers aantrekken.

Open Vld is van mening dat de Vlaamse Gemeenschapscommisie (VGC) moet worden omgedoopt tot NGC (Nederlandstalige Gemeenschapscommissie).

Inderdaad. Het Nederlands heeft een positieve connotatie in Brussel en is wervender dan ‘Vlaams’.

Toch vernemen we nu dat – in Wallonië dan – de keuze voor het Nederlands pijlsnel achteruit duikelt en nog maar 35% Nederlands als tweede taal kiest. Het Nederlands wordt gezien als een weliswaar nuttige, maar vooral lelijke taal.

Ik denk dat men in die steekproef de verkeerde vraag heeft gesteld. Het punt is vooral dat men Engels meer sexy vindt. Maar juist op dat vlak is zich in Brussel naar mijn aanvoelen, een kentering aan het voltrekken bij de generatie van de dertigers die hun schoolloopbaan in het Nederlands hebben gedaan. Kinderen van Franstaligen kijken naar Ketnet, zingen de liedjes van K3 mee. Het Nederlands wordt plezant. Er is een positieve evolutie aan de gang dank zij de investeringen die we al jarenlang hebben volgehouden. Vergeet toch niet, als er ieder jaar 9.000 schoolverlaters uit het Nederlandstalig onderwijs uitstromen, dan hebben we het na tien jaar wel over 100.000 Brusselaars.

Die investeringen zijn wel tot stand gekomen met grote steun vanuit Vlaanderen. Daarom lijkt het me niet verstandig dat de VGC zich in zekere zin van Vlaanderen distantieert door een naamsverandering naar NGC. Ook minister Vanhengel heeft vaak polariserende uitspraken gedaan: Brussel tegen Vlaanderen…

Vlaanderen heeft er zelf belang bij om in Brussel te blijven investeren. Bovendien is het waar dat Vlaanderen veel in Brussel investeert maar men vergeet vaak dat Brussel ook veel investeert in de Nederlandstalige initiatieven. Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest geeft bijvoorbeeld meer geld aan de VGC dan Vlaanderen.

Op gemeentelijk vlak is het vaak wel anders. De gelden die de gemeentes ontvangen als beloning voor het feit dat ze een Vlaming in het bestuur opnemen worden vaak helemaal niet gebruikt om Vlaamse initiatieven te ondersteunen.

Dat is van geval tot geval verschillend. Er zijn bij de Vlaamse schepenen inderdaad excuustruzen, maar er zijn ook Vlaamse schepenen die een sterke positie innemen en zich laten gelden in het schepencollege en middelen kunnen mobiliseren met sterke projecten.

Open Vld heeft in de afgelopen bestuursperiode meebestuurd in 6 van de 19 gemeenten (Ganshoren, Jette, Molenbeek, Brussel-Stad. Evere en Ukkel) Wat is het bilan?

Over de voetgangerszone in Brussel-Stad is veel te doen geweest, maar nu de werken eindelijk vorderen, wordt wel zichtbaar dat we op termijn een positief verhaal schrijven waarbij een stuk van de binnenstad teruggegeven wordt aan de voetgangers. En wat men ook moge beweren, schepen Els Ampe heeft heel wat kilometers extra fietspaden aangelegd.

De mobiliteit in Brussel is toch in het algemeen zeer problematisch te noemen?

Er wordt nochtans op vele fronten aan de mobiliteit gewerkt. Met Open Vld staan we vierkant achter de uitbreiding van het metro-netwerk. Concreet wordt in de komende jaren de Noord-Zuid-verbinding (vandaag een ondergrondse tram van het Zuidstation tot het Noordstation) doorgetrokken naar Schaarbeek en Evere. Op de huidige tramlijn 55 zitten mensen als haringen in een ton opeengepakt. Er is natuurlijk ook het verhaal van de autotunnels die nu in sneltempo in verbouwing zijn, met heel wat tijdelijke overlast tot gevolg.

Maar een coherent mobiliteitsbeleid voor Brussel vergt een gecoördineerde aanpak met het omliggende Vlaams- en Waals-Brabant. Daarom heb ik in het Brussels parlement een voorstel van resolutie ingediend om de ‘Metropolitane Gemeenschap’ te activeren die bij de zesde staatshervorming in het leven is geroepen. We moeten dat instrument uit de communautaire sfeer halen en gebruiken waar het voor dient: om op het terrein heel concrete dingen te realiseren en mobiliteit is hier het uitgelezen actieterrein voor.

Er is bijvoorbeeld nog altijd geen sprake van enige tariefintegratie tussen De Lijn en de MIVB. Anders zou, wie vanuit de Rand met de bus in Laken aankomt vanaf Bockstael gemakkelijk de metro richting centrum kunnen nemen zonder een apart ticket te moeten kopen. Er is op dat vlak veel werk aan de winkel. Er moeten overstapparkings komen, afstemming van de reistijden, gemeenschappelijke aankondigingsborden.

Zijn er nog andere uitdagingen in Brussel?

Brussel is een van de meest multiculturele steden ter wereld en bijgevolg zijn er enorm veel uitdagingen om het samenleven en de integratie mogelijk te maken. Zelf heb ik wel een paar stokpaardjes, zoals bijvoorbeeld neutrale afscheidsplaatsen. Begrafenissen vinden noodgedwongen vaak in kerken plaats terwijl niemand nog te communie gaat. Maar de bestaande crematoria zijn nu niet echt om over naar huis te schrijven. Een ander punt is dat Brussel ontzettend veel alleenstaanden kent. Zowel op het vlak van huisvesting als belastingen worden wij eigenlijk voortdurend gepenaliseerd, terwijl niet iedereen er bewust voor kiest om als alleenstaande door het leven te gaan.

Bernard Daelemans is politiek secretaris van het Vlaams Komitee voor Brussel en hoofdredacteur van Meervoud.

Commentaren en reacties