JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Georges-Louis Bouchez zet een lange neus naar Vlaanderen

Jules Gheude25/1/2020Leestijd 3 minuten
Ook Gheude was verrast

Ook Gheude was verrast

foto © Erwin Vanmol

In één adem blaast Georges-Louis Bouchez zijn vingers warm en zijn soep koud. Té koud want informateur spelen is geen fabel van La Fontaine.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik was aangenaam verrast door de uitspraken die Georges-Louis Bouchez deed in zijn aanloop naar het voorzitterschap van de MR: ‘Ik wil een regering met het breedst mogelijke democratische draagvlak. Of dat tot elke prijs mét of zonder deze of gene is, wil ik niet gezegd hebben. Maar als je in Vlaanderen het Vlaams Belang uitsluit, wat volkomen legitiem is, en je sluit ook nog eens de N-VA uit, dan zet je 46% van het Vlaamse electoraat weg en heb je een tijdbom in het huis België.’ En hij voegt daaraan toe: ‘Een regering met zijn zessen, dat is onhoudbaar.’

Deze benadering, waarmee hij meer openheid toonde dan de andere francofone verantwoordelijken, gaf blijk van een zeker begrip voor de Vlaamse realiteit. Maar ik ben compleet ontgoocheld als ik vandaag zie wat voor interview hij eind december in het magazine Wilfried weggaf. De taal die hij daarin als kersvers informateur sprak klonk heel anders: ‘Ik ben unitarist. Ik ben voorstander van een unitaire staat. En als ik dat zeg heb ik het niet over efficiëntie, maar over een gevoel van verknochtheid. Verbeteringen gekoppeld aan een hervorming van de staat? Ik zie er wat betreft de belangrijke bevoegdheden geen enkele. Mocht men ooit een evaluatie maken van de zes staatshervormingen, dan kan ik u daarvan nu al de conclusie meegeven. Die conclusie is dat men alles weer naar het nationale niveau moet terugbrengen. Als het van mij afhing – en ik sta hier niet helemaal alleen – dan brengt men alles terug naar een centraal bestuursniveau.’

Je gelooft je oren toch niet!

Met dit pleidooi zet Georges-Louis Bouchez waarlijk een lange neus naar Vlaanderen. Vlaanderen heeft er alles aan gedaan om zich te bevrijden uit het Belgische korset, vanuit de gedachte: wat we zelf doen, doen we beter. En de resultaten zijn er om dat te bewijzen.

We weten immers dat het noorden zijn economische voorspoed dankt aan een beleid gericht op privé-initiatief, een beleid waar de patronale organisatie VOKA nauwlettend op toeziet. En VOKA heeft zich onlangs nog uitgesproken ten gunste van de regionalisering van werkgelegenheid en sociale zekerheid.

Bouchez lijkt de negatieve reactie van N-VA en CD&V vergeten te zijn, toen Maggie De Block met het voorstel kwam om de bevoegdheid voor gezondheidszorg te herfederaliseren. Wouter Beke, toen nog voorzitter van de CD&V stelde de zaken heel scherp: ‘Vlaanderen heeft door de verschillende staatshervormingen een pak gemeenschapsbevoegdheden gekregen op vlak van gezondheidszorg. Hierbij zijn we vertrokken vanuit de vaststelling dat één beleid op federaal niveau niet of onvoldoende antwoord gaf op de noden van de Vlamingen. Na de zesde staatshervorming kwamen nog extra bevoegdheden naar Vlaanderen. Die worden vandaag omgezet in een eigen Vlaams beleid dat de link legt tussen gezondheid, welzijn en onderwijs. Dat geïntegreerde beleid is de beste garantie op meer levenskwaliteit voor alle Vlamingen. Het verleden heeft aangetoond dat een eengemaakt federaal beleid geen antwoord is. Van herfederaliseren kan dan ook geen sprake zijn. De zesde staatshervorming is trouwens niet de laatste. Er zullen er nog volgen, waarbij ook verdere stappen op vlak van gezondheidszorg moeten gezet worden.’
Georges-Louis Bouchez zegt dan weer geen énkele verbetering te zien voortvloeiend uit de opeenvolgende staatshervormingen.

Even was er nog hoop

Feit is dat Wallonië, in tegenstelling tot Vlaanderen geen profijt heeft weten te halen uit de middelen die de regionalisatie al sinds 1980 ter beschikking stelt.
Vlaanderen koos meteen voor efficiëntie en het spaarzaam omspringen met de middelen, door gewest en gemeenschap te laten samenvallen met zetel in Brussel. Het heeft ook alles ingezet op een netwerk van performante en vernieuwende KMO’s, waardoor het nu in zijn eentje 80% van de Belgische export levert (de Belgische statistieken over deze materie gaan uit van de ondernemingen, niet van de haven van Antwerpen of de luchthaven van Zaventem).

Melchior Wathelet, christendemocraat en toen Waals minister-president, schreef in 1986 het voorwoord bij een boek van Jo Gérard: Grands Wallons. Daarin stond met name: ‘Nu de Wallonië ontwaakt en zijn productieve krachten verzamelt om tot een volwassen regionale autonomie te komen en om zijn industriële infrastructuur om te schakelen, is het voor mij een bijzonder genoegen een voorwoord te schrijven bij een werk dat ons door zijn titel alleen al fierheid en vertrouwen inboezemt.’

Vierendertig jaar later moet men vaststellen dat het Waalse herstel nog altijd niet op gang is gekomen. Wallonië is niet van de startbaan geraakt, erkent Philippe Destatte, directeur van het Institut Jules Destrée.

De waarheid gebiedt te zeggen dat van 1988 tot 2017 het Waalse minister-presidentschap ononderbroken aan de PS is toegevallen, met een sterk linksgeoriënteerd beleid, meer gericht op het behoud van verworven rechten dan op de bevordering van het privé-initiatief. Het zal geen toeval zijn dat in 2017 de Walen 110 stakingsdagen telden, en de Vlamingen 39.
Het is die stand van zaken die in Vlaanderen kritiek krijgt, en die het ertoe doet neigen de financiële solidariteit ter discussie te stellen.

Een informateur die uit zijn rol viel

Om terug te komen op Georges-Louis Bouchez: het is nogal duidelijk dat zijn jongste uitlatingen niet van aard zijn de vorming van een federale regering te vergemakkelijken. De man lijkt nog altijd niet begrepen te hebben dat Vlaanderen na een lange strijd erin geslaagd is een natie te worden, een ontwikkeling die België helemaal geen overlevingskans meer laat. Een Afrikaans spreekwoord zegt dat heel goed: Op een luipaardvel is er geen plaats voor twee.

Als – en alles wijst daarop – nieuwe verkiezingen onvermijdelijk worden, dan zullen die alleen de onregeerbaarheid van het land bevestigen. En dan volgt de conclusie vanzelf: een land zonder regering is een land dat niet langer bestaat.

vertaling Marc Vanfraechem

Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).

Commentaren en reacties