JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Godsvrede, ideaal van de Vlaamse frontsoldaten, in 2021?

Naar een vreedzame wereld van de volkeren

Nick Peeters9/12/2020Leestijd 4 minuten

Vlaanderen

Vlaanderen

foto © JoJan; oorspronkelijk gefotografeerd door anonieme fotograaf tijdens WOI

De idealen ‘Nooit meer Oorlog’, ‘Godsvrede’ en ‘Zelfbestuur’ van onze Vlaamse frontsoldaten hebben niet aan waarde ingeboet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er roert iets in Vlaanderen, onder steeds meer mensen. De federale regering knoeit verder met tegenstrijdige verklaringen op tal van domeinen. Brussel houdt de oren dicht voor wat in Vlaanderen geschreeuwd en geroepen wordt. Onbekende en afgeschreven politici, gecombineerd met het angstwekkende coronavirus en de angst voor de kiezer, blijken een werkende formule te zijn voor de traditionele partijen van het land. Onder het mom van een gefabriceerde ‘eenheid’ houden zij nog kortstondig vast aan de macht. Die willen ze bestendigen door de deelstaten verder te beperken in hun beleidsmogelijkheden.

Zelfbestuur door Godsvrede

Vlaanderen mag bijna hopen dat de huidige federale regering het zo lang mogelijk uithoudt en onze gemeenschap naar best vermogen krenkt. Dan volgt daaruit zeker de totale bewustwording van het Vlaamse volk. Die is nodig om beslissende daden te stellen. Vlaanderen moet die weg op en moet groot worden, ondanks en spijts zichzelf. Blijft België de wil van de Vlaming negeren, dan immers wurgt het zelf de liefde tot de staat in het hart van een vernederde en verongelijkte gemeenschap. Wil het systeem niet tegemoetkomen aan de eisen van het noorden, dan is het noodzakelijk gevolg dat deze eisen, uit verschillende monden, steeds scherper worden geformuleerd.

Hiervoor is er nood aan een gezond idealisme, zonder hooghartigheid en egocentrische zelfwaardering. Normaal gezien zou de jeugd de nodige krachten moeten kunnen opbrengen. Dit op voorwaarde dat geestdrift, levensoptimisme en -energie niet van bij het begin gefnuikt worden door politieke verrotting. Die heeft de Vlaams-nationalistische (herstel)beweging al zoveel schade toegebracht. Het doel moet niet zijn een partij met haar mandatarissen te helpen en te dienen, maar een heel volk. De partij die het ideaal van de Godsvrede in de weg staat, verdwijnt beter. De toekomst heeft geen baat bij een ijdel goochelspel van woorden en heimelijkheid. Door middel van Vlaams zelfbestuur kunnen wij onze blik ongeremd op het buitenland richten, meer bepaald op de noden van andere kleine volkeren.

Naar een vreedzame wereld van de volkeren

De twee grootste Vlaamse partijen tonen zich met regelmaat bezorgd over de toestand van andere volkeren die verdrukt worden door politie- of militair geweld vanwege imperialistische natiestaten. De Belgische staat bemoeilijkt echter concrete stappen om ons niet alleen met woorden, maar ook met daden solidair te tonen. Op 2 december dit jaar stemden de machthebbers van dit ogenblik nog een voorstel weg om diplomatieke betrekkingen aan te knopen met de Republiek Artsach. Enkel de twee grootste Vlaamse partijen toonden zich solidair met de etnische Armeniërs in deze staat.

Blijkbaar spreken de toegedekte graven van duizenden door het oorlogsgeweld vermoorden in 2020 niet luid genoeg. De kreten van moeders, vaders en nabestaanden klinken niet tot in Brussel. Ze worden overstemd door het kille, doorlopende streven om niemand van de regeringspartners voor het hoofd te stoten. Als antwoord op deze houding stelt VOS Vlaamse Vredesvereniging zich als doel te doen wat onze voorgangers/oud-strijders gedurende tientallen jaren deden. Namelijk naoorlogse verklaringen verzamelen van personen die getuigen waren van euveldaden, ongewettigd of zogezegd ‘gewettigd’ door de oorlog zelf.

Donkere ‘heldendaden’ onder kleurige vaandels

Het betreft hier onmiddellijke getuigen, al dan niet deel uitmakend van geüniformeerd slachtvee dat — zij het gekleed in kaki of feldgrau — met drogredenen en machtspreuken de dood in werd en wordt gejaagd. De vertelsels over hun ervaringen werpen altijd een schril licht op de donkere ‘heldendaden’ gepleegd onder de kleurige vaandels van staten en landen, zogezegd in naam van het recht. ‘Er moesten geweldige getuigen verschijnen, levenden, die luid hun verwensching zouden uitspreken, en hun vloek tegen de gewetenloze aanstichters van de “grote misdaad”. Laat het gezegd zijn!’ schreef de Vlaamse oud-strijder Ward Hermans al in 1921. Ook toen klaagden de Vlamingen aan hoe in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog aan de schandaligste gruwelen een edele drijfveer werd toegeschreven.

Toen de Vlaamse veteranen van het IJzerfront terugkeerden uit de hel van dom en blind geweld verhieven ze fors hun stem tegen de ‘misdaad’, die zich eertijds bestendigde en dat nog steeds doet in de militaire verbonden van natie tot natie. Ze maakten deel uit van de miljoenen die jaren aan een stuk vastzaten in dezelfde modder. Tijdens de oorlog kregen ze niet de kans het geweld en de vernieling openlijk te vervloeken. Laat ons verderzetten wat zij na de Wapenstilstand op poten zetten. Met name de formulering van een gewetensonderzoek over de voornaamste oorlogvoerende landen. Deze komen zoals de grootmachten van honderd jaar geleden doorlopend aandraven met alle mogelijke bewijzen om te tonen dat zij de enige ware beschaving brengen met een unieke, hoogstaande cultuur. Het minderwaardige dient te worden verdrukt en verwijderd. Daar kunnen wij als Vlamingen van meespreken.

Herinneringseducatie

Vlaanderen heeft een grote achterstand in te halen op het gebied van collectieve herinnering. De door de Duitse invaller begane misdaden tijdens de Eerste Wereldoorlog leidden ertoe dat het land voor eeuwig gebrandmerkt werd. Wat met Frankrijk, dat na de oorlog duizenden onschuldige doch terdoodveroordeelde gefusilleerde soldaten postuum in eer herstelde? Wat met Engeland, dat zogezegd oorlog voerde vóór de mensheid en tégen de barbaarsheid? Het maakte zich wel meester van miljoenen vierkante kilometers land en heerser over de wereldzeeën. Het poogde de Ieren met bruutheid te verdrijven. Daarmee herhaalde het het misdrijf dat het eerder door beschavingshonger pleegde tegen de Boeren in Zuid-Afrika.

Wat met de strafkampen van Fresnes, de Orne, Cézembre en Auvours? Namen die een eeuwige schandvlek hebben geworpen op de naam van het Belgische vaderland. Werden ooit schuldigen aangeduid voor al de onrechtvaardige, onmenselijke vonnissen van de krijgsraden, die onze jongens veroordeelden in het Frans? Voor wie gold de kreet, die naar verluidt in het Frans geschreven stond in de cel van de gevangenis van Fresnes: ‘La Belgique de demain, demandera compte à son gouvernement de notre esclavage!’ Het bovenstaande illustreert de essentie van oorlogsvoering, waarbij de ene na de andere misdaad zich opstapelt.

‘Den droom die wij gekoesterd hebben in den nacht der jaren’

Het staatsnationalisme, het militarisme en de oorlog vormen een driekoppig monster dat verdwijnen moet. Hetzelfde geldt voor de militaire verbonden, die de kiem van nieuwe oorlogen in zich dragen. De idealen ‘Nooit meer Oorlog’, ‘Godsvrede’ en ‘Zelfbestuur’ van onze Vlaamse frontsoldaten hebben in geen geval aan waarde ingeboet. Dit blijkt dagelijks. Vlaanderen is nog steeds als deeg, doortrokken van modder en mensenbloed, maar het hardt zich tot vast cement. Hermans schreef eens over een kathedraal die ons volk op dergelijke vaste grond kon bouwen, gewijd aan recht en menselijkheid: ‘één opdracht van het bloedig offer van miljoenen menschen, geofferd door de oude wereld aan den haat en de wraakzucht, als het zoenoffer op Ons kalvaren, voor den droom die wij gekoesterd hebben in den nacht der jaren, zwart van ontzetting en dood.’

Commentaren en reacties