Heden geen Beethovenjaar
...en niemand ligt er wakker van
foto © VRT NWS
In ‘normale’ tijden was cultuur al iets bijkomstig, nu nog meer. Mensen hebben echt even andere dingen aan hun hoofd. Cultuur is een franje.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMaandag gaan de kapsalons, dierenparken, markten en musea weer open. Toen ze dat van die coiffeurs mocht aankondigen, bevond Martine Tanghe zich duidelijk in hoogste staat van opwinding. Ze is niet alleen. Voor de laatste categorie zal het veel minder storm lopen. De 99,99% die geen musea bezoekt en nooit een concertzaal van binnen heeft gezien, zal die kelk nu zeker aan zich laten voorbijgaan.
‘Cultuur is belangrijk, het verbindt ons’, las premier Wilmès van haar papiertje af. Dat gelooft natuurlijk niemand, zij evenmin. Mensen hebben echt even andere dingen aan hun hoofd, maar het is kwestie van de schijn op te houden dat wij nog zoiets als een beschaving hebben na de lockdownparties en de gevechten om wc-papier. Cultuur is een franje, een wolkje met een handvol wapperende manen erop van lieden die geloven in de goedheid van de mens. Helaas, in tijden van pandemie speelt cultuur zich, als het nog overleeft, binnenskamers, in afzondering af. De Decamerone-stijl dus, vandaag vooral achter een pc-scherm.
Het ‘nieuwe normaal’
Maar er is dus een cultuursector die, herinner u, toen de dieren nog spraken, in aanvaring kwamen met een ietwat schraperige cultuurminister. Een van onze eminente kunstenaars/intellectuelen is Jan Caeyers, dirigent, musicoloog, en auteur van dé Beethovenbiografie. Hij lijkt een beetje op de oudere Beethoven,— maar dat kan ook liggen aan de kapperssluiting — de componist die 250 jaar geleden het levenslicht zag, aanleiding voor tal van feestelijkheden en herdenkingsconcerten die wegens corona allemaal in het water vielen.
Het grote publiek — de term alleen al — kent Beethoven vooral van de aanhef van de 5de, ta-ta-ta-taaa, en nog meer van de daarop gebaseerde Ro-da-ni-aaa! reclame uit de Tour de France. Ook nog zoiets van het verleden. Gisteren mocht Jan Caeyers aanzitten bij Phara in De Afspraak, als derde gast: dat is meestal iemand van mindere garnituur die als afsluiter mag dienen, na de dagelijkse virologen-hoofdact. Ik bewonder die Caeyers best wel: hij gedroeg zich waardig, met Grandezza zelfs, daar waar hij drommels goed wist dat het voorbij was.
De kansen dat zo’n Beethovensymfonie nog live weerklinkt in een concertzaal zijn momenteel nihil. Wegens geen geld én onmogelijke social-distance-vereisten. ‘Er zijn erger dingen dan dat’, zei de dirigent, en dat vind ik mooi van de man.
De ultieme remedie
Ter afsluiting liet men in de studio de laatste maten horen van de derde symfonie, de Éroica, waarna Phara warempel vroeg aan de wereldwijd geprezen Beethovenspecialist: ‘herkent u deze muziek?’ De altijd minzame Caeyers antwoordde als in een quiz: ‘jawel, de Éroica!’ Ik had voor de grap gezegd: ‘euh… dat moet het 127ste concerto voor twee man en een paardenkop zijn’.
Maar dus, die twee ankervrouwen samen — een hijgende Martine en een Phara voor wie de derde van Beethoven duidelijk iets van een andere planeet is — sterken me in de overtuiging dat wij, cultuurminnaars, terug onze plaats moeten kennen, en dat is helemaal achteraan. Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral: het welbekende Brecht-citaat krijgt nieuwe allure in een tijd waar ook mensen met werk niet weten hoe ze het einde van de maand gaan halen.
Tegelijkertijd bereiden virologen ons voorzichtig voor op het nieuws dat dit ‘het nieuwe normaal’ wordt, dat ons vrije leventje nooit meer wordt zoals voorheen. Ik hoor u dan denken: en dat vaccin? Is er nog wel een viroloog die in plaats van op tv te komen liever in zijn labo werkt om ons te verlossen van deze gesel? Daarover bereikt ons weinig nieuws, maar één zaak staat vast: de dag dat het vaccin er is zullen pas alle duivels uit de hel losbreken en zal het leidmotief uit Beethovens 9de ‘Alle Menschen werden Brüder’ minder dan ooit van toepassing zijn.
Die tegenstelling tussen schoonheid als iets uitzonderlijks en de universele lelijkheid, ach, dat is dus cultuur, leer ermee leven, dat is gewoon het oude normaal. Geen Beethovenjaar, niemand ligt er wakker van, en Martine mag naar de kapper: goed dat we nog eens kunnen lachen, humor blijft de ultieme remedie tegen cynisme.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bereid u voor op een oorlog die overal en nergens is, zeggen experts. Misschien bestaat die al veel langer dan we dachten…
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.