Here we are now, vaccinate us
Waarom worden leerkrachten niet prioritair gevaccineerd?
Kleuteronderwijzers en -onderwijzeressen, juffen, meesters, opvoeders en leerkrachten in het secundair onderwijs komen dag in dag uit in contact met grote groepen jonge mensen die allemaal drager kunnen zijn van dat vermaledijde virus. Om dan te horen te krijgen dat ze niet prioritair gevaccineerd kunnen worden, wegens niet noodzakelijk genoeg.
foto © Pixabay / Alexandra Koch
Hartverscheurend hoe hardvochtig doof en blind de overheid blijft voor diegenen die voor haar de kolen uit het vuur halen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVrijdag 13 maart, 2020. Mijn collega’s en ikzelf krijgen op een haastig bij elkaar geroepen personeelsvergadering te horen dat het land op slot gaat. Gevolgd door een oproep voor vrijwilligers voor onze opendeurdag die zondag. Wie geen doodsangsten koestert, mag komen helpen nieuwe leerlingen in te schrijven. De rest is geschiedenis.
De sectoren die jarenlang door beleidsmakers werden beschouwd als onbelangrijk, want niet economisch rendabel (lees: winstgevend) genoeg, werden plots voorposten en frontlinies genoemd. Iedere week werd geklapt voor wie in de zorg werkt. Witte lakens, enkele decennia voordien nog symbool voor ongewapende overgave, staken deze keer zorgkundigen een hart onder de riem. Gezellig wc-papier hamsteren in een collectief sfeertje van paniek. Vergelijkingen met de tweede wereldoorlog waren uiteraard niet uit de lucht. Onthutsend hoe kort het geheugen van de mens, de homo politicus in het bijzonder, reikt.
Waar is de kaasschaaf plots gebleven?
Dat onze zorgsector op een haar na in de afgrond gestort is, heeft niets te maken met actueel doortastend beleid maar alles met kortzichtige politieke beslissingen uit het verleden. Wie kraait nu nog naar het belastinggeld waarmee ooit de bankensector gered werd om enkele kwartalen later opnieuw uit te pakken met misselijkmakende winstcijfers? Wie denkt nu nog aan het schijnbaar eeuwig herhaalde mantra dat er met de kaasschaaf moest bespaard worden? Tering naar de nering zetten, was het niet?
Er werd effectief bespaard, namelijk op die sectoren waar de overheid rechtstreeks kon in snijden. Cultuur bijvoorbeeld, door verlichte economen al te vaak weggezet als subsidieslurpend en geen meerwaarde creërend. Of onderwijs, om maar iets te zeggen. Broodnodige bouwprojecten aanvragen en gesubsidieerd proberen te krijgen, luidde standaard een lange administratieve lijdensweg in van minstens tien jaar.
Wij geven per definitie les in aftandse gebouwen
Vlaamse leerkrachten geven bijgevolg per definitie les in aftandse schoolgebouwen met een gebrekkige infrastructuur. Hoeveel leraars aardrijkskunde moeten nog werken met stinkende landkaarten uit de jaren 50? Het bedrag voor de navorming van Vlaamse leraars bedraagt een tiende van wat hun Britse collega’s ter beschikking hebben. Daling van de onderwijskwaliteit? Wie nootjes betaalt, trekt apen aan.
Gelukkig heeft onze minister van Onderwijs een ruim arsenaal luxewagens ter beschikking waarmee hij de belangen van de sector te lande kan verdedigen. Of waarmee, zoals kwatongen beweren, zijn vrouw boodschappen kan gaan doen. Gelukkig hebben we in ons kleine onderwijslandschap de koepels die tot onze dienst staan. Voor het vertegenwoordigen van hun scholen zodat eindtermen grondig en accuraat vertaald worden naar de praktijk. Of neen, wacht even. Het eindtermendebat is voor de koepel van het katholieke onderwijs in eerste instantie een kwestie geworden van eigen overleven. Liefst met evenveel uren en middelen als momenteel toebedeeld worden.
Ondergetekende heeft in een prille carrière van zestien jaar als lesgever nog geen enkele keer (ik wik mijn woorden) enig rechtstreeks nut of voordeel ondervonden van het bestaan van mijn favoriete koepel. Integendeel zelfs. Irrelevante nascholingen gegeven door personen die de voeling met de klas al lang en breed kwijt waren, bleken zonder uitzondering georganiseerd door de onderwijsverstrekker zelf. Een beetje Kafka, met andere woorden.
Kafka is natuurlijk fijn
Nu goed, Kafka is natuurlijk fijn. Zeker voor de lichtjes absurd ingestelde Belg die we, elk Vlaams nationalisme ten spijt, nog steeds zijn. Een omkering van de virologische realiteit, waarin onderwijs de zwarte piet toegespeeld krijgt van het stijgend aantal besmettingen? Check. Jongeren laten kiezen tussen duur bevochten hobby’s louter en alleen uit solidariteit met oudere leeftijdsgroepen? Check. Achteraf, wanneer vraagtekens bij dat van de pot gerukt advies geplaatst worden, zeggen dat het ‘maar’ om een advies gaat? Check.
Een scenario waarbij de federale regering de scholen opnieuw in een harde lockdown duwt, ongeacht de intussen alom bekende cognitieve en psychosociale gevolgen bij onze leerlingen en studenten? Check. Zelf geen beslissing nemen maar de hete aardappel doorschuiven naar onderliggend niveau? Check. Het kan blijkbaar allemaal in politiek wonderland.
Er kleeft bloed aan de handen van onze beleidsmakers
Maar politiek bedrijven op de kap van de mensen, is zowel ethisch als moreel een brug te ver. Verwachten dat sectoren klappen opvangen om hen dan willens en wetens de middelen te ontzeggen die ze nodig hebben, leunt zelfs dicht aan tegen crimineel wanbeleid. De heisa rond de mondmaskers vorig jaar deze tijd alleen al is een aparte onderzoekscommissie waard. Die hopelijk enkele koppen zal doen rollen. Ik weet het, klinkt en is allicht ongelooflijk naïef.
Feit is evenwel dat er mensen gestorven zijn — ik benadruk dat even: er kleeft bloed aan de handen van onze beleidsmakers — als gevolg van politiek gemotiveerde beslissingen. Wie zoals mevrouw Wilmès durft te beweren dat de onder haar wacht ingevoerde versoepelingen gewoon ‘verkeerd begrepen’ waren, hoort niet in het politieke pluche thuis. Wel in een rechtbank. In de beklaagdenbank, wel te verstaan.
Waarom blijft de overheid zo doof?
Hartverscheurend hoe hardvochtig doof en blind de overheid blijft voor diegenen die de kolen voor haar uit het vuur halen. Kleuteronderwijzers en -onderwijzeressen, juffen, meesters, opvoeders en leerkrachten in het secundair onderwijs komen dag in dag uit in contact met grote groepen jonge mensen die allemaal drager kunnen zijn van dat vermaledijde virus. Geen mogelijkheid om te triëren zoals in het ziekenhuis, geen voorzorgsmaatregelen behalve een luizig mondmasker en wat alcoholspray. Leerlingen in klassen die amper geventileerd kunnen worden — aftandse gebouwen, u weet wel.
Vooraan staan leerkrachten die sinds begin dit schooljaar kampen met stemproblemen en almaar meer ingeschakeld moeten worden als psycholoog. Om dan te horen te krijgen dat je niet prioritair gevaccineerd kan worden, wegens niet noodzakelijk genoeg. Geen probleem, hoor. We zullen het wel doen. Maar uitgelegd krijgen? Dat lukt al een tijdje niet meer.
Tags |
---|
Personen |
---|
Pieter Van den Bossche is vader, leraar en classicus. In die volgorde. Als leraar geeft hij Latijn, Grieks en filosofie in het Sint-Vincentiusinstituut te Gijzegem, maar in zijn vrije tijd experimenteert hij met hout, baksteen en metaal.
Openstaan voor kennis en vaardigheden die aangereikt worden op school, lukt enkel wanneer ouders aan hetzelfde touw trekken.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.