Het lukt niet meer met die van de overkant
Kijken naar de kloof tussen Vlaanderen en Wallonië
De kloof wordt alsmaar dieper in België, dat stilaan de uitgang wenkt.
foto © Reporters
Een blik op het communautair gerommel in januari. Blijkt dat de sociaaleconomische kloof tussen Vlaanderen en Franstalig België alsmaar groter wordt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDi Rupo (PS) was duidelijk. Hij wil de Wetstraat heroveren. Zeker nu de N-VA blijkbaar weer aandacht heeft voor de Vlaamse patatjes. In die partij stijgt weer de boodschap op: ‘En marche!’ Vrij vertaald: beste Vlamingen, het lukt niet meer met die van de overkant. Waarom niet? Hieronder een blik op het communautair gerommel van de voorbije maand. Een potje argumenten dat van pas kan komen op de weg naar volgende verkiezingen. De lezer zoekt het zelf maar uit. In dit bericht het vizier op het sociaaleconomische. Zeer binnenkort onze blik op de politieke en culturele kloof.
De kloof tussen Vlaanderen en Wallonië is groot. Wie niet op een andere planeet leefde, kon er niet naast kijken. En toch, links Vlaanderen en francofoon België verdringen de chronische en verlammende pijn die voortkomt uit de spreidstand van dit oude land.
Economie
First things first. De economie. Het werk. Het niet-werk. De centen.
Was het niet Di Rupo die op 14 januari op La Première (de Franstalige radio) zei dat ‘de vraagstukken vandaag sociaal en economisch van aard zijn’. De zin die daarop volgde was voorspelbaar. ‘Wie ook de solidariteit van het Noorden richting het Zuiden van het land ter sprake brengt,’ (De Wever met zijn confederalisme, bij voorbeeld), moet eigenlijk zwijgen, want ‘dat betekent het einde van het land’. Laten we de repliek zakelijk houden.
Cijfers
‘Toen ik in 1990 mijn carrière als econoom aanvatte, was het een daad van rebellie om regionale werkloosheidscijfers te publiceren…’, schreef de econoom Geert Noels (De Tijd, 18 januari). Doorbraak heeft dat de jongste twintig jaar met regelmaat gedaan.
Vlaanderen haalt een werkzaamheidsgraad van 73 procent, Wallonië van 63 procent, geeft Noels nog mee. Met 32 procent van de bevolking produceert Wallonië maar 23 procent van het Belgische bbp. Vlaanderen telt almaar meer de vacatures, Wallonië en Brussel vooral werklozen.
De jongste cijfers over werkloosheid (federale info RVA, 28 januari) zijn duidelijk. In het Vlaams Gewest zijn er 130.565 werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW’s). Het Waals Gewest telt er 134.869. Gelijk dus? Natuurlijk niet. In verhouding tot het aantal inwoners is dat in Wallonië dus dubbel zoveel. In het Brusselse Gewest (61.969 UVW’s) zelfs driemaal zoveel. De N-VA zet bovenstaande kloof eindelijk weer op de kaart. Letterlijk dan. Tegenover 3,3 procent werklozen in Vlaanderen staan 8,8 procent werklozen in Wallonië en 13,1 procent in Brussel.
Schijn
Dan duiken meteen schijnargumenten op. ‘Binnen Vlaanderen zijn er toch ook verschillen?’ Dat zal wel. Maar de laagst scorende Vlaamse provincie (Limburg, 66,2 procent) scoort nog altijd vier procent beter dan de best scorende Waalse provincie (Luxemburg, 62,4 procent). Toeval?
Hetzelfde beeld bij de leeflooncijfers, vorige week verspreid door het ACV. Of correcter geformuleerd: te vinden in de rondgestuurde tabellen van de vakbond. Het afschaffen van wachtuitkering aan afgestudeerden en strengere controles van werklozen jagen de leeflooncijfers de hoogte in, zo lezen we. De vakbond analyseert en commentarieert, maar zwijgt over elk regionaal verschil. Vlaanderen (58 procent van de bevolking) is goed voor 26 procent van die steuntrekkers, terwijl er in het veel minder bevolkte Wallonië (33 procent) 47 procent zijn, en in het stadsgewestje Brussel (10,5 procent) 27 procent.
Armoe
Hetzelfde beeld bij cijfers over armoede. Regionale verschillen worden ook hier toegedekt. Alsof ze niet relevant zouden zijn voor een accurate armoedebestrijding.
In 2018 werd in België 5 procent van de bevolking geconfronteerd met een ’toestand van ernstige materiële deprivatie’. (Tussen haakjes: dat etiket krijg je als vier van volgende negen punten problematisch zijn: rekeningen op tijd kunnen betalen, jaarlijks een week vakantie buitenshuis, om de twee dagen maaltijd met vlees, kip of vis, een onverwachte uitgave aankunnen van 1.100 euro of meer, beschikken over telefoon, kleurentelevisie, wasmachine, auto en voldoende verwarming voor de woning; Statbel 28 januari).
Maar je kan ook ‘arm’ worden bevonden als je minder inkomen hebt dan 60 procent van het mediaan inkomen. Of als je zelf verklaart dat je huishouden ‘moeite’ heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Dan zijn er al gauw 20 procent armen. En als voormalig Agalev-voorzitter Jos Geysels aan het woord is (voorzitter Decenniumdoelen in Terzake) zijn er in dit land drie miljoen Belgen die het moeilijk hebben. Zoiets kan je ook debatvervuiling noemen. We hebben de regionale info hierover opgevraagd, maar Statbel heeft die niet. ‘Pas vanaf volgend jaar’, horen we daar.
Omweg
Op zoek naar een verklaring voor de regionale verschillen maken we dan maar een ommetje langs de recentste armoedetabellen van de FOD Economie (cijfers 2016, aanslagjaar 2018). Die baseert zich op fiscale gegevens, met name de inkomsten uit beroep en vervangingsinkomsten, uit pensioenen, uit dividend, kadastraal inkomen en onderhoudsuitkeringen. Het gemiddelde inkomen van de Vlaming bedraagt 19.102 euro, dat van de Waal 16.787 euro, dat van de Brusselaar 13.980 euro.
Buitenlandse investeringen
Geert Bourgeois zei deze maand terecht trots te zijn op de 4,2 miljard buitenlandse investeringen in Vlaanderen. Goed voor 5.339 jobs. 2018 was voor Vlaanderen een recordjaar. Voor de vraag waarom dat zo is, moeten we bij EY zijn (Ernst & Young) en hun zopas gepubliceerde ‘Barometer van de Belgische Attractiviteit’. Wat blijkt? Vlaanderen wordt – veel meer dan de andere gewesten – geassocieerd met een stabiel sociaal klimaat, met voldoende kwaliteitsvol personeel, enzomeer. Dat is overigens al jaren zo.
Wapens
Nog zo’n regionaal verschil dat in januari weer de kop opstak: de (gebruikelijke) compensaties voor de aankoop van wapentuig. ‘Tot dusver profiteerden vooral Waalse bedrijven van de grote militaire aankopen die de regering-Michel heeft gedaan (gevechtsvliegtuigen en pantservoertuigen)’, aldus Wim Van de Velden in De Tijd (31 januari).
De communautaire kloof is zelden helderder dan in zulke dossiers. Voor de Vlaamse industrie is het de laatste kans om een faire industriële return te krijgen in dit dossier. ‘Traditioneel is de marine ook een Vlaamse aangelegenheid, terwijl de luchtmacht vooral een Waalse zaak is’, verduidelijkt Van de Velden zijn pleidooi.
Maar een zekere Didier Reynders (MR) werd ondertussen minister van Defensie. We zullen zien wat het wordt. Lazen we niet ergens dat de compensaties voor 50 procent naar Vlaanderen zouden gaan (en voor 35 naar Wallonië en 15 procent naar Brussel). Andermaal gekke cijfers. Is er alweer een nieuw transfertje in de maak?
Over transfers gesproken… Geen nieuwe cijfers deze maand, maar onder meer Louis Verbeke (oud-voorzitter van de Vlerick Business School), Philippe Destatte (Waalse denktank Jules Destrée), Geert Noels (econoom) en de journalisten Daan Killemaes (Trends), Rik Van Cauwelaert (De Tijd) hadden het erover. De buren een forse duw in de rug geven is geen probleem, als de inspanning tijdelijk, efficiënt en niet al te exuberant is. De Vlaming staat in deze voor drie knipperlichten.
Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.
De peiling van VTM/HLN zal weinig partijen deugd hebben gedaan. Maar vergeleken met 2014 wijst ze op interessante structurele veranderingen.
‘Moslimhater valt kerstmarkt aan’: het leek voor vele media een haast verfrissend discours. Maar heel wat vragen blijven onbeantwoord.