Het nieuws als sacrament
Jongeren hebben alle redenen tot scepsis omtrent de 'mainstreammedia'.
foto © VRT
Een bevraging bij de schoolgaande jeugd wijst op een kritische attitude tegenover de ‘mainstreamjournalistiek’, en dat kan men alleen maar toejuichen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementUit een recente bevraging bij middelbare scholieren, georganiseerd door Apestaartjaren,- een project van verschillende media-onderzoeksbureaus waar ook de UGent bij betrokken is,- blijkt dat Vlaamse jongeren steeds minder het nieuws volgen zoals dat door de reguliere media wordt gepresenteerd. De sociale media zitten uiteraard in de lift, men sprokkelt vooral weetjes via Facebook, Youtube en Twitter. Geen enkel nieuwsitem kan jongeren echt boeien, de politiek nog het minst, zo constateren de onderzoekers. Dreigt de nieuwe barbarij, temeer daar jongeren ook aangeven dat de parlementaire democratie hen niet alleen zaligmakend meer lijkt?
Mediaminister Sven Gatz wil alvast ingrijpen via acties als ‘Het nieuws in de klas”. Een reflex die vooral op het behoud van de klassieke media lijkt gericht. Is het nieuws, dat klokvast zevenuurjournaal, echt wel sacrosanct? Even een toelichting.
‘Drop the dead donkey’
In 1991 publiceerde de Franse filosoof Jean Baudrillard (1929-2007) zijn roemrucht essay ‘La guerre du Golfe n’a pas eu lieu’. De golfoorlog heeft nooit plaats gevonden, hallo? Was Baudrillard gek geworden? Neen, wat de filosoof met deze provocerende titel bedoelde, was dat onze kijk op de werkelijkheid steeds meer door de media wordt gecreëerd, en dat het televisiebeeld (het internet stond toen nog in de kinderschoenen) ons simulacres serveert, zogenaamd vaststaande waarheden die helemaal door de journalistiek en de audiovisuele industrie worden bepaald.
De eerste golfoorlog was effectief vooral een CNN-gebeuren, waarbij een rechtstreekse verbinding ontstond tussen het TV-beeld en de precisiecamera’s van de Amerikaanse bommenwerpers die als het ware elke vlieg op het terrein detecteerden, haast als in de huidige computergames. Dat soort ‘hyperrealiteit’ verblindt ons en geeft de illusie dat we echt met onze neus op de werkelijkheid zitten. Terwijl anderzijds, dat waar de camera’s niet op gericht zijn, eenvoudigweg niet bestaat. Zo komen we steeds meer in een tunnelvisie terecht, en ontstaat een ééndimensionele kijk die helemaal geprogrammeerd is door de zogenaamde vijfde macht, het imperium van de journalisten-met-perskaart.
Tegelijk ontstaat bij die journalisten ook een existentiële druk om ‘nieuws’ (uit) te vinden, want anders waren ze overbodig. Kan u zich een dag voorstellen zonder nieuws? Neen, desnoods zou de geboorte van een vlieg met zeven poten wereldnieuws zijn als er niks anders die dag te beleven viel. Er ontstaat dus een soort stapelstructuur met het belangrijkste (althans volgens de redacties) van boven, terwijl het onbelangrijke wordt weggeduwd en eventueel van tafel valt. Dit als illustratie van het in het milieu welbekende motto ‘drop the dead donkey’, laat het verhaal van de dode ezel maar vallen,… in de Engelse journalistieke wereld bizar genoeg bekend als ‘drop the dead Belgian’.
Het ritueel karakter van het nieuws (het klokvaste zeven- of achtjournaal) zorgt er ook voor dat politici bijvoorbeeld hun uitspraken en persconferenties afstemmen op dat tijdstip, om ‘het nieuws nog te halen’. Op die manier wordt het journaal niet alleen een semi-literaire constructie, maar ook bijna een sacrament, een misviering van heel de reusachtige bubbel die zichzelf draagt en laat zweven, en waar dus een hele media-industrie mee gemoeid is.
Wat is hier nog realiteit of waarheid? Datgene wat op het scherm komt en door hogepriesteres Martine Tanghe als headline wordt gedebiteerd, met de nadruk op werkelijk elke lettergreep. Het nieuws is tegelijk entertainment, educatie en moderne religie. Op de VRT krijgt de ceremonie zelfs een dagelijks seriëel karakter, door eerst het zevenuurjournaal als intro te presenteren, daarna iets meer duiding en diepgang op Canvas in de achtuureditie, en dan de praatprogramma’s die alle items van de dag nog eens herkauwen en van de ‘juiste’ duiding voorzien via daartoe uitgenodigde commentatoren. Wie zo’n avond kan uitzitten is sterk, of helemaal opgenomen in de juiste leer.
Pano in Tremelo
Geleidelijk aan,- en daar is de profetie van Baudrillard helemaal uitgekomen,- neemt ook de verleiding bij redacties en journalisten toe om zelf nieuws te ‘maken’. Dan heeft men per definitie de primeur en ook alle verdere duiding compleet in handen, zodat ook de koffiedikkijkers van het huis er hun handen aan vol hebben.
Inderdaad, als de journalist eenmaal de macht heeft om te selecteren, te filteren, uit te vergroten of te minimaliseren, houdt niets hem tegen om het terrein op te gaan en op zoek te gaan naar feiten die zijn wereldbeeld bevestigen, zijn journalistieke reputatie ten goede kunnen komen, of de visie van zijn opdrachtgever/broodheer ondersteunen.
Men zou, wat de VRT betreft, een uitgebreide bloemlezing kunnen aanleggen van die zogenaamde ‘constructieve journalistiek’, maar de legendarische Pano-reportage over het boerengat Tremelo (12/10/2016) blijft een grensverleggend point-of-no-return waar de openbare omroep definitief alle regels van objectiviteit overboord gooide. Daarin dropte het redactieteam een moslimkoppel (acteurs) in de dorpsstraat om er een winkel te openen, en registreerde met verborgen camera alle reacties, bij voorkeur aan de toog. Met de bedoeling om de Vlaming als racist en xenofoob te ontmaskeren, de bekende Bultinck-riedel dus.
De reportage subjectief en bevooroordeeld noemen, is een understatement: het was een theatrale enscenering, om een waarheid te bevestigen die bij voorbaat vast stond, anders had de reportage geen voorwerp. Elk gevoel voor empirie werd hier losgelaten, maar tegelijk gaven de camera’s en micro’s, allemaal netjes verborgen, een dwingende stempel van echtheid en authenticiteit. Dat is exact wat Baudrillard onder het simulacre verstond: een audio-visuele illusie met het karakter van een onweerlegbaar dogma.
De hilarische Noord-Koreaanse nieuwslezeres bestaat dus ook bij ons. Alles wat we vandaag onder framing verstaan, ligt in het verlengde van die afwijking, waarbij politieke correctheid de verzamelnaam is voor heel het complex van journalistieke bekerings- en betuttelingsattitudes tegenover de onwetende, politisch unfähige burger/kiezer/consument (zie ook Framing zonder grenzen van Ann Moella). De politici en conventionele politieke partijen staan doorgaans aan dezelfde kant, want ook zij houden niet van kritische, zoekende burgers die alle aangeboden informatie in vraag stellen. Desinformatie wordt dus de boodschap. En zo kennen we de Wetstraatbubbel van het journalistieke en politieke milieu, die we al uitvoerig beschreven in de essaybundel ‘Media en journalistiek in Vlaanderen’ (2009).
Reporter-orakel-ontwikkelingshelper
Als sluitstuk van deze fantasmagorie wordt de sterreporter geboren: een bevoorrechte getuige, die er dus echt ‘bij’ was, het verhaal vertelt, er ook nog eens de duiding bij geeft, en dit alles verpakt onder een dekmantel van morele suprematie. Zo iemand is de veelgeprezen Rudi Vranckx, journalist en oorlogsverslaggever van de VRT. Door zijn status van getuige ontkracht hij bij voorbaat de verwijten van een gebrek aan objectiviteit. Maar meteen wordt hij zelf een simulacre in het kwadraat, door op het einde muziekinstrumenten in te zamelen en als een Sinterklaas te gaan uitdelen in Syrië, een humanitaire actie die eigenlijk heel de noodzakelijke afstand in zijn verslaggeving en zijn positionering in vraag stelt.
Natuurlijk willen wij dat de inwoners van Mosoel hun leven terug op de sporen krijgen, alleen is dat niet de taak van een oorlogsverslaggever, en het ontneemt ons moreel het recht om Rudy Vranckx ook aan een redelijke twijfel te onderwerpen in zijn analyses die hij in de studio ten beste geeft. Doordat hij de functies van reporter, orakel en ontwikkelingshelper door elkaar haalt, ontstaat een aureool van held, martelaar, wijze, heilige, de man die bereid is om te sterven voor de waarheid en altijd aan de goede kant staat. Wie zou het aandurven deze man niét te geloven?
Ook deze vorm van moral high ground-politieke correctheid hoort bij de hedendaagse journalistieke bubbel, en is nefast voor de kwaliteit van de eigenlijke nieuwsgaring. Vanuit al deze mediafilosofische bedenkingen vind ik het verdomd logisch en gezond dat de jeugd van vandaag zich van ‘hét nieuws’ afkeert. Hét nieuws is een verhaal, een constructie, semi-fictie. We zijn ontkerstend, leven in een seculiere samenleving, maar wat op het TV-journaal en bijbehorende ‘duidingsprogramma’s’ komt, zou er als een gewijde hostie moeten in gaan. Quod non.
De invloed van de pococratie is tanend, maar moeten we daar rouwig om zijn? In een wereld van de simulacres is de nieuws-gierige burger bijgevolg veroordeeld tot het deconstrueren en ontmantelen van wat hij op papier en vooral op het scherm geserveerd krijgt. Scepsis moet de hoofdtoon zijn, naast gedrevenheid om zelf als individu te selecteren, uit te filteren, je eigen redacteur te worden. Dat is een enorme intellectuele opgave, en het kritisch omgaan met bronnen is essentieel, maar de bevraging bij de schoolgaande jeugd wijst er juist op dat de nieuwe generatie bereid is om die inspanning te doen.
Er is nog hoop, en die ligt buiten de mainstreammedia, hoe diep deze en hun voogdijminister Sven Gatz dat ook mogen betreuren.
(*) Na de succesvolle lezingtoernee ‘Mei ’68 – 50 jaar later’ komt er in 2019 een vervolg, getiteld ‘De malaise in de media’, waarin Johan Sanctorum de Vlaamse pers kritisch fileert. Meer info en boeking voor organisatoren: klik hier.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
Met de ramp van de Estonia op de achtergrond brengt Zondeval ons een spannend verhaal over moord en doodslag in de prostitutiewereld van Stockholm