JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Het oordeel van Claes (en Dedecker)

Yves Pernet11/12/2016Leestijd 5 minuten

Vlaanderen moet de kaakslagen van kamp doen wisselen en dringend zijn macht valoriseren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op woensdag 7 december organiseerde VVB-Antwerpen in samenwerking met Doorbraak Boeken een vraaggesprek met Jean-Marie Dedecker. De aanwezigen werden getrakteerd op een Dedecker die geen spaanders heel liet van de corrupte politieke elites, waarbij niemand werd gespaard. Old-skool Jean-Marie, u kent hem wel. Waar hij ook geen spaanders van heel liet, was de mentaliteit van de Vlamingen. Een kritiek die veel belangrijker is dan zijn (terechte) opmerkingen over de politieke partijen. Die laatsten zijn immers ‘maar’ uitvloeiingen uit de Vlaamse maatschappij.

In Vlaamse handen

Dat er in de Brusselse salons in het Frans wordt gelogen en bedrogen zal niemand in vraag stellen. Dat in de federale Kamer en Senaat wel meer dan enkele rotte appels zitten, ook dat zal niemand betwijfelen. Tevens in Brussel bevindt zich echter het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering die meer dan genoeg middelen in handen hebben om Vlaanderen vandaag vorm te geven. Meer dan elders zou daar professionaliteit moeten regeren of toch de ideologische bevlieging dat ‘wat we zelf doen, we beter (moeten) doen’. We krijgen echter een grijs beleid waarbij middelmatigheid de norm is en men vooral wil voortkabbelen zonder de politiek-correcte mores aan te pakken. Fulimineren tegen Unia, maar daarna wel het Minderhedenforum en Integratiepact rijkelijk subsidiëren. De fileproblematiek in Vlaanderen neemt onleefbare proporties aan, maar 70 km/u moet de norm worden in Vlaanderen. Zwarte Pieten mogen niet zwart meer zijn, want racisme. En als kers op de taart komt het Vlaams expertisecentrum voor alcohol en andere drugs (VAD) u vertellen dat alcohol eigenlijk niet beter is dan een vergif.

Vlaamse autonomie, lang voor gestreden, alstublieft

Is het op federaal vlak dan wel zoveel beter nu daar een Vlaamse meerderheid regeert? Het vooruitzicht was optimistisch. Lode Claes’ wens bleek in vervulling te gaan: Vlaanderen zou de macht veroveren in België. Macht die Vlaanderen toekomt door de Vlaamse overmacht op demografisch en economisch gebied. De MR mocht erbij omdat ze toch wel nodig was, maar als enige Franstalige partij leek het moment aangebroken dat Vlaanderen zijn dictaten zou stellen. We zijn nu even verder en de MR mag vooral scheidsrechter spelen in de Vlaamse stammentwisten. Dankzij deze federale regering zijn oude Vlaamse eisen zoals homo-adoptie, euthanasie voor minderjarigen en geslachtsveranderingen zonder fysieke geslachtsverandering een feit. Molenbeek opkuisen, een ééngemaakte politiezone in Brussel opleggen, het stoppen van de verfransing van de Vlaamse rand, de verantwoordelijken achter ARCO vervolgen … Die fait divers zijn voor later. Wanneer Vlaanderen zich eens volwassen zal beginnen gedragen in de structuren?

De analyse die Dedecker maakte, kwam dan ook vaak neer op een vlijmscherpe kritiek op de Vlaamse mentaliteit. Vaak in de eerste plaats op die van de grote voorvechters van een onafhankelijk Vlaanderen. Vlaanderen thans weer groot zingen en drinken is één ding, er effectief aan werken is iets dat vaak voorgenomen wordt, maar slechts zeer zelden tot een succesvol einde gebracht. Misschien beseft hij het zelf ten volste, maar Jean-Marie Dedecker schuift hierbij naadloos aan bij de vlijmscherpe kritiek die Lode Claes had. Een kritiek die ik in mijn nabeschouwing ook meegaf met de stelling dat als Vlaanderen ballen had, België wat Vlaanderen betreft perfect een unitaire staat kon zijn (en waar ik tot mijn aangename verrassing applaus voor kreeg).

In de geesten

Lode Claes stelde niet enkel dat Vlaanderen zijn macht moest ontplooien in de Belgische structuren, maar wist ook te vertellen dat daar eerst een wijziging van de Vlaamse geesten voor moest komen. Zijn kritiek op een bepaalde mentaliteit in de Vlaamse beweging was dan ook zeer scherp: ‘In de plaats van de werkelijke strijd met zijn tegenstander levert men schijngevechten in gebaren, woorden en gezangen, haalt men buitenissige stunts uit zoals het heldhaftig overschilderen van het Frans op officiële borden. Men kan dreigen, men zwaait de stok in vele richtingen zonder te slaan… want de Vlaamse leiders zijn meer hedershond dan wolf[i]. Het bedelen en oeverloos klagen aan de poorten van de macht is dan wel een romantische visie op de verdrukte, ze gaat tevens voorbij aan de realiteit van Vlaanderen. Als veruit sterkste deel van België had Vlaanderen nooit een federalisme moeten eisen. En zeker al geen met federale pariteitssystemen. Wie neemt dan ook vrijwillig afstand van een eigen overwicht? De afkeer van Lode Claes voor een romantisch, ronduit emotioneel, volksnationalisme was groot. Misschien wel omdat hij geloofde dat het bouwen aan een natie en het bepalen van de mores geen monopolie is dat door de staat in handen moet gehouden worden. De Vlaming die lange tijd heeft gestreden tegen het Belgische Franstalige staatsingrijpen in een poging diens cultuur uit te roeien, heeft nu echter zelf een gedrocht voortgebracht dat rijkelijk de aanval op de eigen cultuur subsidieert.

De valorisatie van de Vlaamse macht in de Belgische structuren was het doel dat volgens Lode Claes moest gehaald worden. Een doel dat enkel gehaald kon worden als Vlaanderen eindelijk zou gaan denken in termen als machtsverwerving en -aanwending. Ook begreep hij dat Vlaanderen de voorwaarden zou moeten dicteren in België. Had Vlaanderen effectief de politieke macht genomen die het hem toekwam vanwege zijn demografische en economische macht, dan had Wallonië absoluut minstens een federaal statuut geëist. Dan had Vlaanderen de voorwaarden kunnen stellen en was er al lang van België geen sprake meer. Men moet zich immers niet wentelen in een romantisch idee dat Vlaamse en Waalse vrienden moeten scheiden, maar de realiteit aanvaarden dat de ‘wereld vol is met botsingen tussen ideeën, machten en belangen’. Wallonië heeft nu een belang bij het behoud van een federale overheid met bepaalde belangen. Vlaanderen heeft nu een belang bij het afbouwen van diezelfde federale overheid. Dan moet men niet meeheulen in een idee dat het gaat om een scheiding om goede vrienden te blijven. Vlaanderen heeft bepaalde belangen die botsen met de Waalse belangen, en zeker met de Franstalige belangen.[ii] Vlaanderen heeft een overwicht die het dringend moet valoriseren om zo de eigen belangen in de Belgische structuren te behartigen. Heeft Wallonië daar een probleem mee? Dan zijn zij vrij om te vertrekken, maar dan zal Vlaanderen wel de prijs bepalen.

De defensieve reflex en de toekomst

Een kernfout die vandaag wordt gemaakt in het strijden naar Vlaamse autonomie is het aannemen van een defensieve reflex. Wat zijn de eisen van de Vlaams-nationalisten? Een onafhankelijk Vlaanderen met hoofdstad Brussel en het stoppen van de verfransing van de Vlaamse Rand. Wat zijn de eisen die men in het begin van onderhandelen op tafel gooit? Diezelfde. Dit terwijl Vlaanderen door zijn omvang er veel beter aan zou doen om niet enkel voornoemde zaken op te eisen, maar tevens gans Waals-Brabant tot het Vlaams grondgebied te willen rekenen. Samen met een grote corridor naar Voeren, de teruggave van Moeskroen en grote delen van Henegouwen. Met uiteraard faciliteiten voor Nederlandstaligen op Waals grondgebied grenzend aan die gebieden.

Groteske eisen? Neen, het is de valorisatie van de Vlaamse macht die dringend ingezet moet worden. Het is inzetten op een Vlaamse politiek van machtsverwerving en afstand nemen van wat Claes de ‘onbeweegelijke beweging’ noemde die als volgt omschreef: ‘Zij leidde gevoelskracht van werkelijke machtsvorming af, en deed inderdaad inspanning belanden in pathos of in pietluttigheid’.[iii]

Laten we dus gaan naar een Vlaamse beweging die strijdt voor de belangen van Vlaanderen, maar niet door te klagen over een groot onrecht. Wel door de kaakslagen van kamp te doen wisselen. Pas wanneer op de vraag ‘Met welk recht eist Vlaanderen X op?’ men antwoordt met ‘Omdat wij nemen wat ons toekomt.’, zal Vlaanderen de plaats innemen die het verdient. De onafhankelijkheidsverklaring van Wallonië zal niet lang op zich laten wachten en Vlaanderen zal dan de eisen kunnen dicteren.

De omstandigheden nu zijn uiteraard anders dan wanneer Lode Claes zijn bedenkingen noteerde. Desondanks kunnen we nog altijd onze Vlaamse macht laten gelden. De prijs die Vlaanderen betaalt door te blijven in het Belgische systeem kennen we. Het wordt hoog tijd dat Vlaanderen op zijn beurt de prijs bepaalt om in het Belgische systeem te bepalen. Dat moet een uitbreiding van de Vlaamse aanwezigheid op het federale niveau zijn, aangepast aan de economische overmacht van Vlaanderen. Geen pariteit, geen 60/40-verdeling, maar een fundamenteel overwicht in alle geledingen. Dat moet een uitbreiding van Vlaams grondgebied zijn vooral in Waals-Brabant. Laat de Franstaligen een corridor eisen, die zal enkel naar Vlaams grondgebied leiden. Transfers mogen blijven bestaan, maar die zullen omgezet worden naar een privaat-publieke investeringsmaatschappij die Vlaanderen zal gebruiken om een grote voetafdruk te verwerven in de Waalse economie. Dividenden uiteraard uit te betalen in Vlaanderen.

Indien men langs de niet-Vlaamse kant dit als groteske eisen ziet, dan is men altijd vrij om een tegenvoorstel te doen. Zolang men maar beseft dat met deze eisen, een Vlaams minimumprogramma van machtsverwerving, Vlaanderen voor de rest demandeur de rien zal zijn omdat het verplicht zal zijn alles te nemen wat het zich toekomt.

 

Yves Pernet is voorzitter van VVB-Antwerpen


[i] CLAES, L. ‘De afwezige meerderheid’, p.151

[ii] Lode Claes maakte in de Belgische context een onderscheid tussen Vlamingen en ‘niet-Vlamingen’. Op deze manier vermeed hij de noodzaak om elke keer de nuance te maken tussen Franstaligen en Walen zonder in te boeten op de kracht van zijn redenering.

[iii] CLAES, L. ‘De afwezige meerderheid’, p.55

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties