JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Het Steen, de bouwmeester en de brulapen

U maakt lawaai, maar wij beslissen

ColumnJohan Sanctorum7/5/2021Leestijd 3 minuten
Ex-bouwmeester Leo Van Broeck (uiterst links): ‘We bouwen dat gewoon, eens het
er staat zal de Antwerpenaar er zich wel in schikken’.

Ex-bouwmeester Leo Van Broeck (uiterst links): ‘We bouwen dat gewoon, eens het er staat zal de Antwerpenaar er zich wel in schikken’.

foto © VRT Canvas

De Vlaamse bouwmeester: van adviserend expert inzake ruimtelijke ordening naar een orakel dat dicteert hoe Vlamingen moeten leven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Mijn opinie omtrent het nieuwe toeristische bijgebouw van het Antwerpse Steen heb ik al gegeven: een wanstaltige koterij die per direct dient afgebroken. Ongelukkig genoeg kreeg u daarbij ook gratis voor niets een analyse van de Antwerpse mentaliteit, die vele Sinjoren me kwalijk namen. Zo wil ik het ook wel houden: dit is geen adres voor de mainstream, noch de linkse, noch de rechtse variant.

Maar dus die legoblok naast het Steen. Op de VRT-uitzending van De Afspraak van 3 mei wist men te vertellen dat vrijwel geen enkele Antwerpenaar warm loopt voor deze ‘renovatie’. In tegendeel, de afkeer is vrij algemeen in de Scheldestad. Niettemin had Phara drie figuren uitgenodigd die het een prima ontwerp vonden, te weten ex-DS-hoofdredacteur Peter Vandermeersch, journalist Luckas Vander Taelen, en de vorige Vlaamse bouwmeester Leo Van Broeck. Vond men geen enkele tegenstander die naar de studio wou komen? Schrijver Jeroen Olyslaegers bijvoorbeeld, die de kat de bel had aangebonden? Of wilde men het liever unisono houden?

Vooral Leo Van Broeck liet zich niet onbetuigd: het protest zou uitgaan van een groepje ‘brulapen’ (sic) die de rest meetrekken in hun negativisme. En mensen verzetten zich altijd tegen wat nieuw is, ze draaien nadien wel bij, luidde het. Anders gezegd: de samenleving bestaat vooral uit brulapen en meelopers, gelukkig zijn er architecten die goede smaak, intelligentie en historisch bewustzijn combineren.

La Flandre profonde

Ik weet niet of u goed de draagwijdte beseft van zo’n uitspraak: een ex-topambtenaar van de Vlaamse gemeenschap die burgers, die kritiek uiten op een bouwproject, als ‘brulapen’ kwalificeert. Van Broeck ventileert dat niet zomaar: hij was de Vlaamse bouwmeester tussen 2016-2020, die stelde dat ‘vrijstaand bouwen crimineel is’. Weer een uitschuiver van jewelste, want iets is pas crimineel als het tegen de regels en de wet indruist, en die wetten worden nog altijd door het beleid bepaald en door het parlement gestemd. Zijn opvolger, architect/’filosoof’ Erik Wieërs, wil dan weer dat we het privébezit opbreken en in collectieven gaan wonen. Dat is een visie als een ander, maar wanneer een topambtenaar/expert dat in de media orakelt, moeten er een paar alarmbellen afgaan.

Koen Tanghe signaleerde een week geleden al dat er iets mis is met de invulling van dat Vlaamse bouwmeesterschap. De job werd in 1998 in het leven geroepen door de regering Van den Brande IV, als een adviserende functie inzake stedenbouw en publieke architectuur. Hoe overheidsgebouwen er moesten uitzien, en hoe de publieke ruimte kon ingevuld worden. Adviserend dus.

Met die missie hebben de bouwmeesters — die zonder uitzondering allemaal zelf een groot architectenbureau leiden — nooit genoegen genomen. Het bleken zonder uitzondering bemoeizuchtige ideologische betweters met een duidelijke links-collectivistische en grootstedelijke visie op de samenleving. Kleiner, dichter op elkaar, in de hoogte. Een visie die wezenlijk on-Vlaams is en waarvoor ook waardevolle/duurzame alternatieven mogelijk zijn.

Het is nu net dat Vlaamse DNA waar links op focust: parallel met de culturele uitzuivering van onze identiteit moet ook de levensruimte gereorganiseerd worden. De ruimtelijke hertekening van Vlaanderen moet een nieuw soort Vlaming opleveren, weg van de grondgebondenheid. Het doel is duidelijk: een ontheming die ons dichter bij de multiculturele, grootstedelijke utopie moet brengen, ontdaan van ‘kleinburgerlijke’ of provincialistische reflexen. La flandre profonde moet leeg, de buitenruimte is een te evacueren broeinest van primitieve autochtonen die van de moderniteit niets snappen.

Cultuurmarxisme

De drang van publieke architecten om mensen te dicteren hoe ze moeten leven, is een vorm van cultuurmarxisme waarbij een intellectuele elite de democratie omzeilt en haar agenda doorduwt. Inspraak van de burger is dan eigenlijk pure ballast. De bouwmeester is iemand die voor u denkt, plant, maar zich ook een autoriteit toe-eigent die de eigenlijke politiek verantwoordelijke in de schaduw stelt. Dat is de schuld van de politiek zelf natuurlijk. Ik ben de laatste om te zeggen dat Vlaanderen zich verder moet overgeven aan urbanistieke willekeur en chaotische koterij. Maar het beleidsdomein dat zich daarmee moet bezig houden heet Ruimtelijke Ordening, onder het gezag van een minister (vandaag is dat Zuhal Demir). Helaas heeft Demir aan de bouwmeester niets te vertellen, die staat rechtstreeks onder de minister-president. Onder niemand dus.

In 2014 al realiseerde de regering Bourgeois zich dat zo’n architect-orakel, dat zijn eigen visies kwistig rondstrooit en verkoopt als beleidsvisies, niet echt thuishoort in een democratie van burgerparticipatie. Zijn poging om de functie van bouwmeester terug te brengen waar ze thuishoort, namelijk binnen het departement Ruimtelijke Ordening, lokte vanuit het architectuurwereldje zoveel protest uit — het leek alsof Vlaanderen opnieuw in de barbarij zou belanden — dat Bourgeois inbond. Waarna Van Broeck dus op het toneel verscheen. Meer en meer krijg je de indruk dat deze figuren niet alleen bezig zijn met ruimtelijke ordening, maar ook met propageren van een mens- en maatschappijbeeld. Hoe meer we verglijden in kortetermijnpolitiek die nooit verder kijkt dan de volgende verkiezing, des te meer ruiken deze wereldverbeteraars hun kans.

De Vlaamse bouwmeester hoort in het rijtje thuis waar we ook griepcommissaris Marc Van Ranst terugvinden: bij de adviseurs/experten die zich zonder scrupules in de plaats van het beleid stellen. Het zijn onverkozen mandarijnen die macht naar zich toe trekken en de media voluit bespelen. Dat ze uit dezelfde ideologische hoek komen is geen toeval. De hoek die het gewone gepeupel als ‘brulapen’ kwalificeert. Het moeten niet altijd mestkevers zijn.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties