Hoe liggen de federale kaarten?
Eigenlijk ligt de sleutel bij Bouchez…
foto © Belga
Niemand had dit zien aankomen. Het is de enig mogelijke conclusie na de verkiezingen van 9 juni. Enige beschouwingen over de peilingen zijn op hun plaats.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEn we kijken ook eens naar de federale ‘mogelijkheden’.
Peilingen
De grootste verliezer van deze electorale hoogdag waren zeker de opiniepeilingen. Die zaten er zeer zwaar naast. Wordt er daar bewust of onbewust geknoeid? Waarom zijn er altijd politieke partijen die onder- of overpeild worden?
En zijn nog vragen:
- worden de nieuwe kiezers wel goed gepeild?
- is de belangrijkste electorale groep (de 60-plussers) voldoende vertegenwoordigd in de internetpeilingen?
- is er een probleem met de omvang van de peilingen? Wordt een voldoende aantal mensen bevraagd?
- hoe komt het dat de peilingen van Maurice de Hond in Nederland wel altijd (relatief) juist zijn?
Daar moet eens serieus naar gekeken worden…
Federale mogelijkheden
Op federaal niveau zijn er verschillende mogelijkheden om een regering te vormen. We nemen daarbij afstand van allerlei verklaringen van partijen die zichzelf of in de oppositie of in de meerderheid zien.
- Vivaldi (de afgestrafte 7 partijen-constructie) = 76 op 150 Kamerzetels
- Wordt Vivaldi verruimd met Les Engagés (8 partijen in totaal) = 90 zetels.
- Tripartite van christendemocraten, liberalen en socialisten (6 partijen) = 81 zetels.
- Tripartite+ N-VA = 105 zetels
- Centrum rechts (MR, Open VLD, N-VA, CD&V en Les Engagés) = 76 zetels
- De pentapartite (MR, Les Engagés, CD&V, Vooruit en N-VA ) = 81 zetels
- Bourgondisch (MR, PS, Open VLD, Vooruit en N-VA ) = 80 zetels
Op basis van de cijfers is de uittredende Vivaldi-ploeg en ook centrumrechts met 76 zetels te krap om behoorlijk te kunnen werken.
De uitbreiding van Vivaldi met Les Engagés geeft een ruime Kamermeerderheid, maar in die constructie zijn diverse partijen in feite mathematisch overbodig.
Een Bourgondische coalitie heeft ook een meerderheid in de Kamercommissies met 9 leden op 17. (Een meerderheid in de plenaire vergadering zonder meerderheid in de Commissies is zinloos…)
Die Commissie-meerderheid is er ook voor de klassieke tripartite. De uitbreiding van deze tripartite met de N-VA is wel de enige coalitie met én een gewone meerderheid én een bijzondere meerderheid (nodig voor een Grondwetswijziging of voor de wijziging van de Bijzondere Wetten).
De niet traditionele coalitie van vijf partijen (MR, Les Engagés, N-VA, Vooruit en CD&V ) kan werken met een comfortabele meerderheid van 81 Kamerzetels en er zijn ook 9 leden van die meerderheid in de commissies. Deze coalitie is tegelijk een afspiegelingsbestuur van de twee grootste deelstaatmeerderheden. Bijkomende voordelen: die coalitie heeft in elke taalgroep een meerderheid, en ze bestaat overwegend uit partijen die de verkiezingen hebben gewonnen.
De sleutel van GLB
In feite ligt de sleutel bij de MR en Georges-Louis Bouchez. Als de MR in het Waalse Gewest snel kiest voor een kabinet met Les Engagés (43 zetels op 75 in het Waalse Parlement ), zet Bouchez de deur open voor de pentapartite.
Als de PS het echt meent om overal in de oppositie te gaan, dan wordt het ook nog een zeer moeilijke operatie om een meerderheid op de been te krijgen in het Brussels Gewest.
Commissies
Voor de volledigheid… In de Kamer van Volksvertegenwoordigers bestaan de zogeheten vaste commissies uit 17 leden. Volgens de methode D’Hondt zijn er dat drie van de N-VA, telkens twee voor het VB, de MR, de PS, Les Engagés en de communisten, en één lid voor de CD&V, Open VLD, Vooruit en Groen-Ecolo.
Het stemresultaat van de partijen in de Kamer is ook de basis om de zes Nederlandstalige gecoöpteerde senatoren aan te duiden. Dat worden er dan twee voor de N-VA en het VB, en één voor CD&V en Vooruit. Die laatste partij heeft aangekondigd niemand te zullen coöpteren…
Het wordt dus voor de soeverein niet simpel om de kaarten te leggen…
Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.
Gaat Belfius het politieke argument ook toepassen ten aanzien van Brusselse gemeenten met communistisch medebestuur?
In Franstalige media was er geen interesse voor het leefloon-verhaal uit Anderlecht. Opmerkelijk.