JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Honderd jaar lopende band

De betekenis vandaag volgens Ivan Van de Cloot

Ivan Van de Cloot8/10/2013Leestijd 6 minuten

Honderd jaar en één dag geleden schakelde de Ford fabriek in Highland Park over op een bewegende assemblage. De lopende band was geboren. Wat is de betekenis daarvan vandaag?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Waaraan hebben we onze huidige levensstandaard te danken? Bij lectuur van oppervlakkige geschiedenisboeken krijg je de indruk dat dit te maken heeft met de ene of andere ‘helden’daad van krijgsheren. Als je sommige hedendaagse economen aanhoort, krijgt de leek de indruk dat dit te maken moet hebben met de acties van een of andere apparatsjik die op een bepaald moment de macht had om veel geld te drukken. Uiteraard is deze vraag niet te beantwoorden in enkele lijnen. Laat me voor een diepgaand antwoord hierop bijvoorbeeld verwijzen naar de werken van D. McCloskey zoals Bourgeois Dignity: Why Economics Can’t Explain the Modern World.

Twee grote omwentelingen staan centraal in het bewerkstelligen van de hogere levensstandaard in de moderne tijd. De eerste industriële revolutie maakte met de stoommachine de mechanisatie mogelijk in bijvoorbeeld de textielindustrie. De tweede industriële revolutie introduceerde de massaproductie. Cruciaal daarvoor was de uitvinding van de lopende band. Vandaag is het dus zeker gepast dat we in herinnering brengen dat Henry Ford net 100 jaar geleden de lopende band voor het eerst industrieel toepaste.

Bronnen van welvaart

Vandaag merk je inderdaad dat na jaren van mediagenieke oproepen om meer te consumeren of geld te drukken, velen niet meer beseffen waar welvaart fundamenteel zijn oorsprong vindt. Laat me dit samenvatten in één woord: productiviteit. Hogere consumptie is slechts een mogelijk symptoom van hogere welvaart, niet de fundamentele oorzaak. Dit werpt ook ergens licht op de terechte bezorgdheid van ecologisten over het economisch model. Vandaag voorzien we de bevolking van voedsel terwijl nog slechts 2% van de beroepsbevolking in de landbouw werkt in plaats van een derde ervan een eeuw geleden. Productiviteitssprongen die formidabele kostendalingen teweegbrengen zijn echter niet zo gemakkelijk te realiseren.

Ford-T

Voor Ford bedroeg de kostprijs van een auto in 1907 nog 2000 dollar. De Ford-T werd in 1908 verkocht tegen 800 dollar. Door de introductie van de lopende band zakte die prijs tot 290 dollar in 1915. In 1924 bedroeg de kostprijs nog slechts 200 dollar terwijl het jaarsalaris van een Fordwerknemer opliep tot 1200 dollar of het zesvoudige. De productietijd per auto daalde tot 90 minuten (ja het waren nog niet de complexe auto’s van vandaag). De dagelijkse productie steeg van 475 tot 1200 auto’s. Snel daarna verkocht Ford een miljoen auto’s op jaarbasis. De auto was een massaproduct geworden doordat ook de middenklasse nu een dergelijk voertuig kon veroorloven.

De lopende band maakte massaproductie mogelijk maar daar moest wel een vraag tegenover staan. De visie van Henry Ford was hiervan doordrongen. En hij slaagde er ook in: tegen 1924 waren er in de Verenigde Staten meer gezinnen met een auto dan met stromend water! Hij zag in dat door te kiezen voor zo eenvoudig mogelijke auto’s in plaats van productie op maat men de kostprijs zwaar kon drukken. De lopende band had uiteraard ook een grote impact op de arbeidsorganisatie. Er kwam een wetenschappelijke studie aan te pas waarbij elke beweging van de arbeider bestudeerd en uitgekiend werd. Allemaal om de snelheid en productiviteit te verhogen. Tegen 1920 werd er al een auto per minuut gemaakt zodat het Amerikaanse wagenpark ook pijlsnel steeg tot 22 miljoen auto’s. Henry Ford was atypisch omdat hij als strategie koos om onmiddellijk lage prijzen te zetten in plaats van zijn initiële marktmacht te benutten voor vette stukmarges. Zo duurde het ook een vijftien tal jaren vooraleer concurrenten als General Motors en Chrysler Ford wezenlijke concurrentie konden aandoen. Het belang van de automobielindustrie voor de transformatie van de economie in die jaren kan moeilijk overschat worden. Er ontstond een gigantische markt voor staal, rubber, glas maar ook hersteldiensten, motels, restaurants en benzinestations. Om nog niet te spreken van de petroleumnijverheid. Volledige steden werden opgebouwd rond de nieuwe industrie. Gezien de massificatie ontstond ook een extra markt voor adviesverleners op het vlak van publiciteit, advocatuur en financiering. Na 1930 was Ford de grootste werkverschaffer voor Afro-Amerikanen in de Verenigde Staten. Ford verzette zich forser tegen vakbondsvertegenwoordiger dan zijn concurrenten maar gaf op dit vlak toe in 1941.

Assembly line

De lopende band introduceerde met het zogenaamde Fordisme een productieregime dat mogelijk maakte dat ongeschoolde arbeiders massaal ingeschakeld werden. Het liet een doorgedreven vorm van arbeidsverdeling toe waarbij elk individu slechts één simpele handeling diende te verrichten heel de dag door. Het zette aan tot een extreem hiërarchische vorm van management. Zoals de econoom Adam Smith al meer dan honderd jaar eerder voorzien had, leidde het ook tot het risico op een afstomping van de arbeid. Onrust op de werkvloer was niet uitzonderlijk. Terwijl Ford in zijn succesvolle automobielbedrijf het gebrek aan arbeidstevredenheid enigszins kon compenseren door het uitbetalen van hogere lonen, was dat niet altijd het geval in andere bedrijven waar het bandwerk ingang vond.

In talloze bedrijven werd immers naarstig gezocht naar wijzen om ook daar de lopende band te introduceren. Denk bijvoorbeeld aan de massaproductie van blikken corned beef of flessen Heinz ketchup. Terwijl de wetenschappelijke benadering van het bandwerk, ook wel Taylorisme genoemd, tot frequente uitbarstingen van arbeidersongenoegen leidde, ging dit ook gepaard met meer en meer organisatie op het vlak van de werknemersvertegenwoordiging. De druk op de overheid om wetgeving te creëren over uiteenlopende zaken zoals minimumlonen, arbeidstijd, leeftijd en veiligheid werd overal in  het industrialiserende Westen opgevoerd.

Grote Depressie

Velen hebben ook de parallel getrokken met de massaconsumptie mogelijk gemaakt door de lopende band en de Grote Depressie. Terwijl dit een betwiste discussie is tot op de dag van vandaag, was het evident dat duurzame goederen zoals auto’s veel gemakkelijker aanleiding gaven tot voorraadcycli. Enkele jaren wachten met de aankoop van een auto was immers mogelijk in tijden van onrust, wat met consumptiegoederen zoals een fles melk niet direct kan. In de gekke jaren twintig werden er in grote mate op krediet auto’s en andere duurzame goederen gekocht. Eenmaal het vertrouwen en krediet wegviel, werd de beslissing om grote aankopen te doen dus gemakkelijker uitgesteld. In die zin was de economie door de massificatie die gepaard ging met de lopende band inderdaad ook gevoeliger geworden voor grote schommelingen die bij neergang ook grote werkloosheid met zich mee kon brengen.

Derde industriële revolutie?

De introductie van de lopende band door Ford was een van die diepgaande economische revoluties die tot op de dag van vandaag zijn gevolgen laat voelen. In de economie spreken we van ‘general purpose technologies’ (tip: vraag iemand wat dit betekent om te toetsen of hij echt enige kennis heeft van economie of maar een praatjesmaker is). De elektrificatie is nog zo’n doorbraak. Tot 100 jaar later zijn er nog bedrijven waar deze baanbrekende innovaties pas nu nieuwe ingang vinden. Vandaag zitten we met het besef dat het economische model van de voorbije dertig jaar niet gebaseerd was op een dergelijk technologisch fundament maar veel te veel op louter schuldopbouw. Rond het jaar 2000 ontstond de hoop dat de informatietechnologie een vergelijkbare transformatie van de economie kon veroorzaken. Tot op de dag vandaag is daar echter nog geen uitsluitsel over. Het valt niet te ontkennen dat er veel nieuwe gadgets geconsumeerd worden waarvan vroeger geen sprake was. De consumptie van gezinnen een andere verschijningsvorm geven is echter niet per se welvaartsverhogend. Het conclusieve bewijs dat deze informatietechnologie hetzelfde productiviteitsverhogend potentieel heeft als de stoommachine of de elektrificatie werd echter nog niet geleverd. Deze bevinding staat bekend als de zogenaamde Solowparadox (naar de Nobelprijswinnaar Robert Solow). Daarvoor dienen nog heel wat andere toepassingen gevonden te worden dan we tot vandaag gezien hebben. Op zich is dat niet nieuw. Alle grote technologische doorbraken uit de geschiedenis namen decennia om tot hun economische maturiteit te komen.

Welvaartscreatie

Wat het voorbeeld van de lopende band duidelijk stelt is dat welvaartcreatie niet gaat over de introductie van gadgets als ze zich reduceren tot enkel een vorm van opzichtige consumptie. Het moet echte innovatie betreffen die vooral materiële en menselijke middelen vrijmaakt voor meer zinvolle aanwendingen. Van meet af aan droeg de lopende band het risico de arbeid te ontmenselijken. Terwijl de ambachtsman een visie en kennis van het geheel benodigde, was dit met de repetitieve handeling aan de lopende band niet meer het geval. De tot het uiterst doorgedreven arbeidsverdeling leidde ook tot minder zelfvoorziening van het individu en dus een extreme interdependentie van elkeen in het economisch proces. Wat dus efficiëntie en schaalvergroting mogelijk maakte had ook diepe sociologische gevolgen. Door de introductie van robots en machines is het mogelijk geworden om in grote mate de mens weg te halen van de lopende band. Terwijl de introductie van de lopende band dus congruent was met de periode van proletarisatie, ligt dat heel wat moeilijker in het postmoderne Westen met zijn individualisme. De ontwikkelingen inzake de speerpunten van huidige technologische ontwikkeling zoals in Silicon Valley staan dan ook haaks op het Fordisme maar sluiten opnieuw meer aan bij vroegere fenomenen van ambachten en kleine samenwerkingsverbanden. Of hoe de economische geschiedenis toch steeds weer een cyclisch verloop vertoont onder het vernis aan de oppervlakte van grote omwentelingen.

De auteur is Hoofdeconoom Itinera Institute en Docent American Economy (American Studies), Universiteit Gent

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties