Humanisme op muziek
Jazz: culturele canon en vrijheid hand in hand
De grote Toots Thielemans op Jazz Middelheim (2003)
foto © Reporters
In tijden als deze is het leerzaam om te kijken hoe jazz tegelijk de eigen traditie én de vernieuwing koestert. Jazz is humanisme op muziek.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn deze tijden van armworstelen over culturele canons, zomerfestivals zoals Jazz Middelheim en het meesmuilen over de eigen geschiedenis, is het leerzaam om te kijken hoe de jazz tegelijk de eigen traditie én de vernieuwing koestert.
Eenheid in de verscheidenheid
Jazz is een van mijn belangrijkste liefdes. Mij lijkt het één van de grootste voortbrengselen van de menselijke soort: mensen, vaak met heel verschillende achtergronden, die ter plekke als één lichaam en geest samen uiterst complexe muziek scheppen. In de jazz versmelten vele werelden, zonder dat ze hun eigenheid helemaal verliezen.
Neem bijvoorbeeld de Belgische zigeuner Django Reinhardt. Die verenigde met zijn Indische manouche-roots Parijse musette, Afrikaanse polyritmiek en Amerikaanse blues en slavenzang. De swing, het hart van de jazz, is op zich al erg dubbelzinnig. Die swing ontstond omdat verdrukte zwarte muzikanten een Afrikaans 6/8e-ritme in een Europese 4/4e-maat wilden persen. Dat leverde een heerlijke ritmische dubbelzinnigheid op die jazz meeslepend maakt, een universele muziek; een zeer rijke en gelaagde muziek. De rauwe, emotionele uitbarstingen van een John Coltrane nestelen zich bovendien in een zeer diepe kennis van westerse en niet-westerse harmonie.
Culturele canon is essentieel
Dichter Jules Deelder schreef het al: ‘Jazz is. Jazz leeft. Gebeurt. Beweegt. Jazz neemt. Jazz geeft. Jazz weet. Jazz spreekt. (…)’ Jazz is altijd in beweging. Op Jazz Middelheim 2019 werd dit weer eens bewezen door de jonge trompettist Ambrose Akinmusire. Die combineerde op het podium een strijkkwartet, een razende hiphopper en Miles Davis-achtige trompetstoten. Laat er echter geen misverstanden over bestaan: alle grote vernieuwers in de jazz aanbaden hun voorgangers en absorbeerden hun culturele canon. Neem de legendarische Charlie ‘Bird’ Parker. Met zijn bliksemsnelle, niet-dansbare bebop met de kubistische melodieën, veroorzaakte hij een schijnbare cesuur in de jazzgeschiedenis en creëerde hij de taal van de moderne jazz.
Die vernieuwing kon hij alleen maar inblazen door zijn sublieme kennis van jaren jazz- en bluesgeschiedenis – tot diep in de slavernij. Vele van zijn bekendste nummers zoals Ornithology zijn gebaseerd op akkoordenschema’s van nummers van zijn voorgangers (in dit geval het lied How high the moon) of op de twaalfmatenblues. In zijn wervelende solo’s smokkelde hij niet zelden citaten van zijn historische voorgangers zoals stukjes van de melodie van Honeysuckle Rose. Soms lijkt hij wat op de muzikale equivalent van Vlaamse cultuurvernieuwer en schrijver August Vermeylen: traditionele swingmuzikant zijn om een modernistische bebopper te worden…
Leidende tonaliteit
Indrukwekkende momenten bij jazz zijn die waarop er migraties gebeuren die niet gepland waren en leiden tot ‘jamsessies’. Ik zal nooit vergeten hoe de onlangs gestorven meestergitarist Larry Coryell tijdens Jazz Middelheim 2012 op het podium sprong tijdens een optreden van componist-saxofonist John Zorn (die last minute was opgetrommeld om een zieke Ornette Coleman te vervangen). Larry Coryell speelde zonder partituren in het free jazz-achtige idioom van John Zorn, zo organisch alsof ze dagelijks tafel en repetitiehok deelden. Dat wonder van integratie voltrekt zich dagelijks in de jazz. Jazzmuzikanten oefenen hun hele leven om naar de anderen te leren luisteren. Duizenden uren studeren ze in eenzaamheid op akkoordenschema’s die elke zichzelf respecterende jazzmuzikant waar ook ter wereld kent. Ze bereiden zich minutieus voor op de onvoorspelbaarheid die elke ontmoeting met zich meebrengt.
Bovendien is er de tonaliteit. Hoewel er in de jazz heel wat rek zit op de harmonie en zelfs op de maatsoort, is er bijna altijd een minimale afspraak: de tonaliteit waarin men de muziek brengt. De tonaliteit zoals pakweg B-mol, zorgt voor een collectief betekeniskader. Daardoor weet elke medemuzikant welke noten inside zijn en welke botsen met de harmonie. Jazz teert op botsende noten. Maar opdat die een betekenis kunnen krijgen is men net heel bewust van de leidende tonaliteit en van de inside-noten. De leidende tonaliteiten scheppen een collectief betekeniskader – ook bij de meeste vrije jazz-opnames.
Gemeenschapszin en gelijkwaardigheid
Ten slotte is jazz een inspirerende les in ‘samenleven’, in de verhouding tussen individu en gemeenschap. Het valt op dat de grote solisten met een zeer eigen stem ook formidabele begeleiders zijn. Neem pianist Herbie Hancock. Zoals zijn collega’s gooit die bij het soleren zijn hele, virtuoze ziel in de weegschaal. Het grootste deel van het concert echter luistert Hancock in opperste concentratie naar zijn medemuzikanten: naar de accenten die ze leggen, naar de ‘kleurnoten’ die ze in hun solo’s naar voor schuiven. Een ritmesectie als een kloppend hart en een alhorend oor. Dit alles om hen zo goed mogelijk te ondersteunen – desnoods door te zwijgen als de muziek ruimte behoeft.
Jazz is een spiegel van een gezonde democratie. Individuen van het meest diverse pluimage krijgen de mogelijkheid om te schitteren. Zij slagen daar alleen in wanneer zijzelf en de anderen beseffen dat ze deel zijn van een gemeenschap. Wanneer ze zich inzetten om die gemeenschap te ondersteunen. Jazz is humanisme op muziek gezet. Jazz ademt democratie. Geen wonder dat zowel rechtse als linkse dictaturen jazz probeerden te verbieden. Zowel de sovjets als de nazi’s waren allesbehalve dol op die ‘ontaarde’ kunst. ‘Swing tanzen verboten‘ afficheerden de nazi’s in alle steden waar ze waren binnen gewalst. Ze wisten verdomd goed waar jazz voor stond…
Laat ons daarom genieten van de jazz en de swing, van die formidabele collectieve intelligentie gekoppeld aan een doorleefde individuele toon. Wanneer we, zoals op Jazz Middelheim, die muziek vieren, vieren het beste in de mensheid.
Jazz-icoon Herbie Hancock begeleidt zangeres Corinne Bailey Rae: The River.
Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.
Hoe de Britse democratie Boris Johnson verteert en de darmen van de auteur door camera’s worden doorploegd. Ons lichaam, dat weet wat.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.