JavaScript is required for this website to work.
post

Ik ben een niet-Litouwer!

ColumnLudo Abicht12/4/2015Leestijd 3 minuten

Noem jezelf niet zo maar ‘slechte Vlaming’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Lynda Muir, één van onze intelligentste studentes aan de University of New Brunswick, Canada, groeide op in een woonwagenpark, het leefmilieu van een sociale groep waar de andere burgers over praatten als over white trash (blanke rotzooi). Ze slaagde erin een stevige academische loopbaan op te bouwen en op dit gevoelige punt de stereotypische statistieken te overwinnen. Ze was ook geestig:  toen ze terugkwam van het huwelijksfeest van een Litouwse collega vertelde ze me dat men haar met een paar anderen rond een tafel gezet had, waar niemand Litouws sprak: ‘Now I know what I am, a non-Lithuanian!’

De bedoeling van de Litouws-Canadese ceremoniemeester was uiteraard gewoon praktisch geweest, maar we kennen uit de geschiedenis andere voorbeelden van uitsluiting door staatsapparaten en andere autoriteiten die helemaal niet zo onschuldig waren.

In de jaren dertig en veertig verloren ontelbare Duitsers hun burgerrechten en werden als ‘onechte Duitsers’ vervolgd en in het beste geval in ballingschap gestuurd.  Later zullen het nieuwe, democratische Duitsland en de hele wereld moeten toegeven dat deze ballingen gewoon het beste waren dat Duitsland ooit voortgebracht heeft, van Albert Einstein en Thomas Mann tot Walter Benjamin en Ernst Bloch, om er maar een paar te noemen.

Na de Tweede Wereldoorlog werden opnieuw waardevolle en getalenteerde Duitsers door de autoriteiten van de toenmalige Duitse Democratische Republiek uit hun burgerrechten ontzet, denk maar aan de Ausbürgerung van de kritische zanger Wolfgang Biermann in 1976. Ofwel werden ze  als ‘slechte Duitsers’ opnieuw tot ballingschap gedwongen (onder meer dezelfde Ernst Bloch).

Maar het fenomeen was jammer genoeg niet beperkt tot het Derde Rijk of de DDR. Wat deed immers de HUAC tijdens de McCarthy periode (1939 – 1954) met burgers die ze vanwege hun ‘un-American’ opinies en gedrag vervolgde en ook na hun veroordeling en baanverlies soms jarenlang bleef achternazitten en belasteren?  Het beruchte comité heette niet  toevallig House Committee on Un-American Activities.  Ook hier werden eigen burgers vervolgd die later als de belangrijkste en moreel meest hoogstaande medeburgers zullen bekend blijven, van Leonard Bernstein en Aaron Copland tot Linus Pauling en Robert Oppenheimer.  Als ‘goede Amerikanen’ golden daartegenover mensen van het niveau van Richard M. Nixon en Ronald Reagan die hun carrière grotendeels aan hun gewaardeerde medewerking met die heksenjagers te danken hadden.

Terwijl Lilian Hellman, Pete Seeger en Otto Klemperer als vijandige getuigen door de heren van HUAC ondervraagd werden, plaatsten de gemeentebesturen in het Zuiden van de Verenigde Staten ongestraft bordjes met ‘verboden toegang voor niet-blanken’ . In de uitstalramen van sportwinkels kon je geweren zien liggen met namen als nigger-getter, om deze nog heel recente obsessie maar even in het juiste perspectief te plaatsen.

We kennen de gebruiken en gewoonten van het Zuid-Afrikaanse regime, waar het verschil tussen de slaagkansen van ‘blankes’ en  ‘niet-blankes’ enorm was.

Of we denken aan de verklaring die Lord Balfour, de minister van Buitenlandse Zaken van Groot-Brittannië, aan Lord Rothschild richtte, waarin de autochtone Arabische (later Palestijnse) bevolking plotseling een omineuze nieuwe identiteit kreeg:

(…) de bestaande niet-Joodse gemeenschappen in Palestina (…)

Hoe omineus deze nieuwe benaming potentieel was zal de volgende honderd jaar blijken, want op slag werden de traditionele en rechtmatige inwoners van deze regio negatief gedefinieerd.  De discussies in het zionistische kamp bewezen overduidelijk dat zij die nuance perfect begrepen hadden, wanneer ze die intentieverklaring door een buitenlandse macht als een mandaat voor de oprichting van een Joodse staat over het hele grondgebied interpreteerden.

In alle bovenstaande gevallen werd het label ‘niet-, onechte of slechte burger’ van bovenaf opgelegd en vaak met geweld als excuus gebruikt voor de schending van de elementaire mensenrechten van deze ‘slechte burgers’.   In het licht van dit al te reële onrecht en leed lijkt het grotesk en ei zo na obsceen, wanneer een paar duizend landgenoten zichzelf vrijwillig en welgemoed ‘slechte Vlamingen’ noemen.  Indien ze  daarmee ‘kritisch’ bedoelen en dat ook duidelijk zeggen, zal ik me meteen bij hen aansluiten, maar ‘slecht’?   Als goede, toevallig in Vlaanderen geboren wereldburger heb ik het recht, dergelijk adolescent gedrag op zijn minst bevreemdend en verontrustend te vinden. 

 

© Reporters

Tags

Ludo Abicht (1936) studeerde klassieke en Germaanse filologie en filosofie. Doceerde literatuur en filosofie in Canada, de VS, aan UGent, UAntwerpen en P.A.R.T.S. (Brussel). Publiceerde over ethiek, jodendom, het Palestijnse vraagstuk, de Bijbel, nationalisme en interculturaliteit. Ecotoop: de dissidente minderheid (marxist in de Vlaamse Beweging, flamingant binnen radicaal links, Bijbellezer binnen de vrijzinnigheid, Hegeliaan binnen een postmodernistisch paradigma, irritant niet-politiek correct). Resultaat: tegelijkertijd een eeuwige loser én een militant verdediger van de hoop.

Meer van Ludo Abicht

Dit boek wordt voorgesteld als een faction, een historische roman die gebaseerd is op ware feiten, waarin de witte plekken, bijvoorbeeld de gesprekken en discussies, zo waarheidsgetrouw mogelijk worden gereconstrueerd. Het is een genre waarvan onder meer de Engelse auteur Hilary Mantel [https://boeken.doorbraak.be/boekzoeker/?search=Hilary+Mantel] het grote voorbeeld geworden is, maar dat we ook bijvoorbeeld terugvinden in het fictieve hoofdpersonage …

Commentaren en reacties