JavaScript is required for this website to work.
post

Regering-Conte maakt de begroting op

Philip Roose4/10/2018Leestijd 5 minuten
De sterkhouders van de Italiaanse regering, in het midden premier Giuseppe Conte
met Matteo Salvini (Lega, links op de foto) en Luigi Di Maio (M5S rechts)

De sterkhouders van de Italiaanse regering, in het midden premier Giuseppe Conte met Matteo Salvini (Lega, links op de foto) en Luigi Di Maio (M5S rechts)

foto © reporters

Italië heeft een nieuwe begroting, elke coalitiepartner krijgt zijn deel, maar aan de schuldafbouw van Italië wordt niet gewerkt en dat kan een Europees probleem worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vorig week vrijdag werden in Italië de begrotingsbesprekingen afgesloten. Zowel de Lega van Matteo Salvini en de Vijfsterrenbeweging van Luigi Di Maio haalden hun slag thuis, en konden verschillende verkiezingsbeloftes voor een groot stuk inlossen. De Italiaanse regering moet de komende weken wel nog de goedkeuring van de Europese Commissie krijgen voor deze ‘finanziaria‘.

Leefloon

In de Italiaanse begroting wordt zo’n €10 miljard uitgetrokken voor het ‘reddito di citadinanza’. Dit zou men kunnen vertalen als ‘basisinkomen’. In de praktijk is het eerder een soort leefloon. Zo’n zes miljoen langdurige werkloze Italianen die vandaag niet of nauwelijks een uitkering krijgen, zouden daardoor maandelijks zo’n €780 ontvangen. Ze worden wel verplicht om in te gaan op werkaanbiedingen, en mogen maar drie keer een job weigeren. De ‘Centro per l’impiego’, de Italiaanse VDAB, zullen worden hervormd en uitgebreid om deze werklozen sneller de weg naar openstaande vacatures te doen vinden.

Deze maatregel was èèn van de verkiezingesbeloftes van de Vijfsterrenbeweging, en is dé reden waarom zij vooral in Zuid-Italië zeer hoog scoorden. Hun kopman Luigi di Maio (M5s) verklaarde vrijdag in een bui van euforie dat deze regering daardoor de armoede in het land in één klap had uitgeroeid. Deze uitspraak is zeer voorbarig, toch zal deze maatregel vooral traditionele linkse partijen zoals Liberi e Uguali en de Partito Democratico electoraal pijn doen.

Maatregelen

Voor de bijna één miljoen zelfstandigen die jaarlijks minder dan €65.000 omzet draaien, geldt binnenkort een belastingsvoet van 15%. Deze eerste fase van de invoering van een algemene flat tax zou zo’n €1,5 miljard kosten. Volgens Minister van binnenlandse zaken Matteo Salvini (Lega) zal ook de Ires, de Italiaanse vennootschapsbelasting, onder de 24% dalen door het verhogen van het aantal aftrekposten. Zo zou aanwerving van jonge werklozen en de herinvestering van winst in de eigen bedrijfsactiviteiten nog meer fiscaal beloond worden.

Daarnaast zal er ook in het najaar een fiscale amnestie doorgevoerd worden. De regering spreekt zelf van eenpace sociale (sociale vrede), want de maatregel is volgens hen geen cadeau aan fraudeurs of wanbetalers. Het doel is om burgers met veel schulden bij de Italiaanse fiscus een tweede kans te gunnen. Deze schuldkwijtschelding zou wel alleen gelden voor bedragen onder de €100.000. Er komt ook een hulpfonds van €1,5 miljard voor de gedupeerden van de bankencrisis. De door de regering-Gentiloni geplande BTW-verhoging wordt niet doorgevoerd, waardoor die op 22% blijft hangen.

De zeer onpopulaire pensioenhervorming van de regering-Monti, de Legge-Fornero, werd gedeeltelijk teruggedraaid. Door deze maatregel zouden zo’n 400.000 werknemers vroeger op pensioen kunnen gaan dan gepland. Ook wordt het minimumpensioen opgetrokken tot €780, hetzelfde niveau als het leefloon. De kost van deze maatregel wordt geschat op zo’n €7-8 miljard.

Premier Conte verklaarde dat deze regering een grote inspanning zal leveren met betrekking tot de renovatie en aanleg van de landelijke infrastructuur. Na de instorting van de Ponte Morandi in Genova op 14 augustus jongstleden, werd dit begrijperlijkerwijs één van de beleidsprioriteiten. Aan de reeds bestaande €38 miljard aan investeringen, gespreid over 15 jaar, zouden er de komende legislatuur minstens nog eens €15 miljard toegevoegd worden. Daarenboven wil de regering-Conte de €43 miljard uit het Europees Sociaal Fonds versneld uitgeven, nadat zowel de centrumlinkse regering-Renzi als de regering-Gentiloni daar de voorbije jaren niet in slaagden.

Staatsschuld in Italië

Het begrotingsakkoord is voorlopig een overwinning voor de twee vice-premiers Luigi Di Maio (M5s) en Matteo Salvini (Lega). Het totaalpakket aan maatregelen bedraagt zo’n €33,5 miljard, waarvan €27,2 miljard gefinancierd zal worden door de uitgaves van nieuwe staatsobligaties. De Italiaanse staatsschuld was in 2007 voor het eerst nipt onder de 100% van het BBP gezakt. Onder druk van de financiële crisis en door het kwistige beleid van de centrumrechtse regering-Berlusconi bedroeg die echter op het einde van 2011 maar liefst 120,1%. Toen ‘il Cavaliere’ door de Europese Commissie gedwongen werd af te treden en de Eurocratische regering-Monti aantrad, bleef de stijging echter voortduren. Tussen 2011 en 2013 groeide de schuldenberg aan met 9%. Onder de centrumlinkse regering-Letta bereikte de Italiaanse schuldenlast een recordhoogte van 131,8%.

In 2014 startte de ECB onder leiding van Mario Draghi uiteindelijk een aankoopprogramma die de financiële markten stabiliseerde en onder andere de rente op de Italiaanse staatsobligaties deed dalen. De centrumlinkse regering-Renzi slaagde er in de daarop volgende jaren echter niet in om een begrotingsevenwicht te vinden en zo de schuld te doen dalen. Dankzij de economische groei van 1,5% in 2017 wist de centrumlinkse regering-Gentiloni voor het eerst in tien jaar het begrotingstekort onder de 2,5% te houden (2,3%). Gezien de groeiprognoses van de Italiaanse economie in 2018 werden verlaagd van 1,4% tot 0,8%, kon deze regering-Conte moeilijk anders dan het afgesproken begrotingsevenwicht te doorbreken. Deze populistische regering doet het echter met een tekort van 2,4% niet veel slechter dan de eurofiele voorhangers, en hoopt door investeringen en belastingsverlagingen de economische groei weer aan te wakkeren.

Juncker

De Italiaanse Minister van Economie Giovanni Tria kwam maandag de Italiaanse begroting toelichten tijdens de Ecofin, de maandelijkse bijeenkomst van de Europese ministers van Financiën en Economische Zaken.Van de Europese Commissie hoeft de ‘populistische’ en eurokritische regering geen hulp verwachten. Het aankooprogramma door de ECB onder leiding van Draghi werd reeds ten dele stopgezet, en de institutionele beleggers hadden de voorbije dagen duidelijk weinig vertrouwen in de Italiaanse plannen. De voorbije dagen dook de koers van Italiaanse staatsobligaties dan ook omlaag, waardoor de effectieve rendementen, of de fameuze spread Bund-Btp, opliep tot boven de 300 punten. Ook de reeds fel geplaagde Italiaanse bankaandelen deelden in de klappen. De beurs in Milaan, de Ftse Mib,zakte maandag maar liefst 3,7%.

De EU-commissaris van financiële zaken Pierre Moscovici waarschuwde Italië ervoor de Europese afspraken na te leven. Niet alleen heeft na Griekenland het Italiaanse schiereiland de hoogste staatsschuld in de EU (131% van het BBP), maar door een tekort van 2,4% zou die de komende drie jaar nog eens met bijna 10% kunnen oplopen. Ook andere landen zondigen tegen de Europese begrotingsregels, waaronder Frankrijk (tekort van 2,8%), maar hebben in vergelijking met Italië betere economische groeicijfers en een lagere staatsschuld.  Zolang het nepotisme, de corruptie en de inefficiëntie binnen en buiten het staatsapparaat niet wordt aangepakt, zal het Italiaanse BBP echter blijven haperen.

De onverantwoorde vergelijking tussen Griekenland en Italië door de Europees Commissievoorzitter Juncker deden het spook van een nieuwe eurocrisis weer oplaaien.  Zover zal het echter nog niet komen. Eerst moet de Italiaanse begroting nog worden goedgekeurd door de Europese Commissie. De kans is groot dat ondanks de stoere verklaringen zowel Brussel als Rome toch nog water bij de wijn zullen doen waardoor het begrotingstekort volgend jaar wat dichter bij de 2% zal eindigen. Dat is nog steeds een stuk onder de magische 3% van de eurozone maar ook boven de afgesproken 0,8%.

Niemand heeft vandaag echter zin in een Grieks scenario voor de Italianen, want dit zou wel eens het einde van de Euro en de EU kunnen betekenen. De populistische groen/gele coalitie zal de komende dagen en weken wel nog heel overtuigingskracht aan de dag moeten leggen om de markten de kalmeren. Het zou alvast helpen indien Juncker en Moscovici hun partijpolitieke spelletjes en ideologische aversie voor de Italiaanse regering zouden inruilen voor een portie gezond verstand. Avanti popolo! Alla riscossa!

Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).

Meer van Philip Roose

Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.

Commentaren en reacties