Johan Sanctorum breekt met Vlaams Belang
De Vlaamse feestdag was voor Johan Sanctorum een goede gelegenheid om eens op te frissen waarom hij Vlaams-republikein is – een term die hij verkiest boven flamingant of Vlaams-nationalist.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOppervlakkig zou men het als een familiale aangelegenheid kunnen zien: ik kom inderdaad uit een ‘zwart nest’. Mijn grootvader stond in de frontbeweging tijdens WO I en kreeg achteraf een paar maanden bak wegens ‘onvaderlandse activiteiten’. Nota bene als oorlogsinvalide, de sfeer was meteen gezet. Mijn vader vertrok op 17-jarige leeftijd naar het Oostfront en keerde behouden terug, althans fysiek, want het gezin dat hij achteraf stichtte beschouwde hij als een soort derde rijkje in zakformaat. Mijn moeder en zussen kropen bij elkaar, ik stond als enige en oudste zoon vooral in de hoek waar de klappen vielen: een man moest en zou deze langharige boekenwurm en operafanaat worden.
Soit, niet getreurd, aan de universiteit bloeide ik open. Ik had me als vrijzinnige en atheïst aan de VUB ingeschreven. Kon ik vermoeden dat ze me finaal zouden beletten om een (reeds uitgeschreven) doctoraat te verdedigen, omdat ze er achter waren gekomen dat ik uit een ‘foute’ familie kwam. Vrije Universiteit dus. Vooral de lessen van de existentialistische filosoof Leopold Flam konden begeesteren en legden onverwachts een ‘fond’ voor een politiek inzicht dat mijn verder leven zou bepalen: een liefde voor het Verlichtingsdenken en de republikeinse idealen van de 18de eeuwse denkers.
Republikein
De vorm van de ‘Res Publica’, zijnde een vrije maar ook solidaire burgergemeenschap, gebaseerd op een evenwicht tussen rechten en plichten, wordt in hoge mate bepaald door een culturele verbondenheid, die tevens over taal gaat. De vrijdenker en rebel J.J. Rousseau wees erop dat deelname aan de democratie onmogelijk is zonder ‘dezelfde taal te spreken’. Het is een voorwaarde voor onenigheid. In de Babylonische verwarring is er geen debat, alleen chaos.
Toegepast op de Belgische situatie, betekent dit dat er in dit land geen democratie van de onenigheid mogelijk is, alleen een consensusdemocratie die, paradoxaal genoeg, van het ene misverstand in het andere sukkelt. De monarchie is als het ware de groteske bezegeling van die permanente degradatie die elk politiek debat bij voorbaat verkruimelt tot een koehandel in naam van het fameuze compromis.
Daarenboven is het francofoon taalimperialisme, waardoor de taalgrens al sinds dag 1 van de monarchie naar het Noorden schuift, tot op vandaag (ik hoor zonet Olivier Maingain (FDF) zeggen dat een nieuwe uitbreiding van Brussel ‘onvermijdelijk’ is), een sluipend gif dat maar niet wijkt, en vrijwel alle politieke energie naar zich toezuigt. Altijd maar weer, van staatshervorming naar staatshervorming. Van bevoegdheidspakketten naar bevoegdheidspakketten, van grenscorrecties naar grenscorrecties.
Dus neen, België is een 19de eeuwse rem op een 21ste eeuwse dynamiek, waarin jonge, relatief kleine republieken het voortouw nemen, tegen de EU-moloch. Vlaanderen moet, kan daarin zijn plaats zoeken. Niet als xenofoob/ingedommeld bananenrepubliekje, maar als zelfbewuste cultuurnatie met –ook heel belangrijk- een hoge graad van sociale rechtvaardigheid en ontwikkelingsdenken. Estland en Letland zijn, meer zelfs nog dan Catalonië, het model. Het donkerblauwe elk-voor-zich-flamingantisme is mijn ding niet.
Vlaams Belang
Dat brengt me op mijn doortocht bij het Vlaams Belang, waar ik toch ook iets over wil zeggen. Uit afkeer van het ‘cordon sanitaire’ en het begeleidende ‘cordon médiatique’, die ik een aanfluiting vond en vind van elke democratisch principe, heb ik een zekere sympathie voor die partij opgevat. Temeer omdat ze me de enige partij leek die iets van een radicaal-republikeins potentiaal in zich had, midden een amalgaam van Belgicistische en of kleinburgerlijk/conservatieve kiesverenigingen.
Als copywriter schreef ik de teksten voor Valkeniers en nadien Annemans (bezoldigd uiteraard, ik betaalde er ook een zware sociale prijs voor), hen ondertussen duchtig inpeperend dat ze zich van dat ranzig discours moesten ontdoen, waarin ene Filip Dewinter de toon zette
Het VB moest een intellectueel slagvaardige, rebelse anti-establishmentpartij worden, met één oog al gericht op het tijdperk na de Belgische monarchie. De Vlaamse republiek dus. Niet alleen een klassiek rechts-flamingant verhaal, maar iets waar zelfs de aanhangers van de huidige Piratenpartij zich thuis zouden voelen, samen met alles aan de linkerzijde dat nog niet hopeloos verkalkt is. Ze knikten, maar geen van beiden had de ballen om tegen Dewinter in te gaan, met zijn voor de partij als geheel dodelijke tirades over de pocket van Mohammed en de verbruining.
Ondertussen werd de N-VA groot en enterde ze de complete Vlaams Beweging die ze dan vervolgens voor dood verklaarde. Het contrast tussen de eloquente, strategisch uitgekookte Bart De Wever en het zielig, ideeënloos gebalk van Dewinter heeft geleid tot de afgang van 25 mei. Maar ook daarna bleven de kaken binnen het VB op elkaar geklemd en durfde niemand, op Bart Laeremans na, publiek de vinger op de wonde leggen. Ook de jongeren niet, die zogezegd orde op zaken gingen stellen. Met Filip Dewinter en zijn accoliet Jan Penris in het federaal parlement zijn we weer verzekerd van nog een rondje van het slechtste toogflamingantisme dat alle andere geluiden uit die partij hopeloos zal overstemmen. Ze doen maar, het zal zonder Sanctorum zijn.
Filosofie
Ziezo, ik voel me nu totaal bevrijd en onthecht. Basta met de partijpolitiek, ik keer terug naar mijn oude liefde, de filosofie, die ik eigenlijk nooit verlaten heb, wel af en toe een beetje bedrogen. De ontrouwe minnaar heeft dus wat goed te maken. Ik zal blijven schrijven, polemiseren, eerder tegen dan voor iets, want ik besef steeds meer dat het positieve, liefhebbende, duurzame vooral tot de privé-sfeer behoort.
Ik heb nergens spijt van, want alles wat we doen en laten behoort tot een verhaal dat we meestal alleen achterwaarts lezen, zelden vooruit. Ik verklaar me vanaf vandaag politiek dakloos maar niet gemuilkorfd, net integendeel.
Het cultuurbeest in me zegt trouwens dat filosofie, kunst en literatuur het republikeinse thema nu moeten overnemen in Vlaanderen, daar is nog een enorme inhaalbeweging te maken. Meteen een persoonlijk perspectief voor de komende 20 jaar. ‘Cultiver son jardin’, zoals Voltaire het noemde. De eigen tuin inrichten en onderhouden, als een plekje tussen plekjes in een grotere gemeenschapstuin die op één en dezelfde bodem gedijt. De Res Publica zal divers zijn én verbonden, of niet zijn.
De auteur is filosoof en voormalig medewerker van het Vlaams Belang.
Opiniestukken zijn op persoonlijke titel van de auteur en binden niet de redactie van Doorbraak.
Foto © Reporters (Filip Dewinter op het verkiezingscongres van het Vlaams Belang mei 2014)
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.