JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Justitie echt moderniseren in België is onmogelijk

Defederalisering van justitie of blijven stilstaan? Deel 2

Hendrik Vuye12/10/2013Leestijd 4 minuten

Waarom maakt de defederalisering van justitie geen deel uit van de zesde staatshervorming, terwijl dit eigenlijk te Vollezele een verworvenheid was? Is het nu echt erger gesteld met de politisering van de magistratuur dan vroeger? Deel één [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/feite-bestaat-belgische-justitie-al-niet-meer] verscheen eergisteren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Over ‘Le cdH fait l’union’ en pijnlijke handjes

Van zodra het tricilore cdH bij de onderhandelingen werd betrokken, bleek een defederalisering van justitie onmogelijk. Vooral de eentalige Belg Baron Francis Delpérée (cdH) – vele goede Belgen zijn overigens eentalig – ging hier dwars liggen. ‘L’union fait la force’, weet u wel? Hij werd op de voet gevolgd door toenmalig voorzitster van het cdH Joëlle Milquet. Justitie was voor cdH een symbool van ‘l’unité du pays’.

‘L’unité du pays’, het wordt steeds moeilijker om deze uitdrukking nog vertaald te krijgen in het Nederlands. Maar voor Milquet en Delpérée hoeft deze uitdrukking ook niet vertaald in het Nederlands, want hun België is dat van 1830: ‘La Belgique de bompapa’.

Dit bleek overduidelijk uit de verkiezingsslogan van cdH in 2010: ‘L’union fait la force. Oui, notre Pays en vaut la peine! Oui, le respect des francophones est un devoir! Oui, nous pouvons réussir la cohabitation entre les citoyens flamands et francophones!’. Lees deze tekst nog eens goed. Er staat niet dat België veronderstelt dat men ‘alle Belgen’ met eerbied moet behandelen. Er staat alleen dat men ‘de Franstaligen’ moet eerbiedigen. Duidelijker kan het niet. Het ‘l’union fait la force’ van Milquet gaat over een België met Vlamingen die respectvol het hoofd buigen voor Franstalige eisen.

En die respectvolle Vlamingen bestaan: zij die hebben toegegeven dat er Franstalige magistraten komen tot diep in Vlaanderen, zij die hebben toegeven dat de Brusselse procureur des konings en de Brusselse arbeidsauditeur voortaan Franstalig zijn, zij die wekelijks applaudisseren in het parlement voor het schabouwelijk Nederlands van de Belgische eerste minister. Bekijk maar eens met welk een geestdrift Servais Verherstraeten (CD&V) dan in de handjes klapt. ‘Le respect des francophones est un devoir!’. Servais weet dat, zijn handjes doen er zelfs pijn van.

Depolitiseren, maar dan wel in het besef dat het vroeger erger was

Jan Nolf is op Knack.be bijzonder kritisch voor het wat hij het ‘voortschrijdend inzicht’ van Paul Van Orshoven noemt. Hij schrijft zelfs: ‘De persoonlijke redenen die de professor aanhaalt, kloppen niet en de kritiek die hij er als saus overgiet baart verwondering’.

Een passage uit deze kritiek intrigeert me. Nolf schrijft: ‘Het is de moeite niet om justitie te defederaliseren, als justitie niet eerst gedepolitiseerd wordt’.

Nolf heeft ongetwijfeld een punt waar hij stelt dat de Hoge Raad de politisering van justitie niet heeft ongedaan gemaakt. De leden van de Hoge Raad hebben een kleurtje, zeker diegenen die door het parlement worden aangeduid. Het zijn politieke benoemingen bij uitstek. Al die leden hebben dus hun kleurtje, ook Van Orshoven. Alleen is het zo dat sommige kleurtjes steevast in de pers worden vermeld in de buurt van de naam van betrokkene, terwijl andere kleurtjes nagenoeg worden doodgezwegen. Soms heb ik de indruk dat sommige journalisten aan selectieve kleurenblindheid lijden. Geel zien ze uitstekend. Blauw, rood, oranje en groen daarentegen nauwelijks. Wat niet belet dat kleurtjes nog altijd kleurtjes zijn. Voor alle duidelijkheid – om de standaarduitdrukking van Bruno Tobback (Sp.a) ook eens te gebruiken – ik heb er geen probleem mee dat journalisten me een geel kleurtje toedichten. Ik heb er wel een probleem mee dat bij anderen blauw, rood, oranje of groen vaak niet wordt vermeld.

Evenzeer heb ik er moeite mee wanneer magistraten van de generatie van Jan Nolf de huidige politisering van de Hoge Raad aanklagen. Eertijds werden de magistraten immers allemaal politiek benoemd. Ook vrederechter Jan Nolf, in zijn leven vóór justitie een flamboyante voorzitter van de PVV-jongeren. Meer nog, Jan Nolf was indertijd zelf het typevoorbeeld van ‘dé’ politieke benoeming. Het was weinigen gegeven om op 36 jaar vrederechter – een gegeerde plaats binnen de magistratuur – te worden.

Het heeft Nolf zeker niet belet om een uitstekend vrederechter te zijn, die zwaar heeft ingezet op minnelijke regelingen. Hij slaagde er zelfs in om te komen tot een onwaarschijnlijke verhouding van twee minnelijke schikkingen tegenover één vonnis. Knap werk!

Laten we alleen niet flauw doen. Het was vroeger veel erger gesteld met de politisering van de magistratuur dan nu. De Hoge Raad is een stap in de goede richting. De situatie is verre van ideaal, maar alvast veel beter dan de zuiver politieke benoemingen van vroeger.

Depolitiseren, maar op welk niveau?

De stelling van Jan Nolf ‘Het is de moeite niet om justitie te defederaliseren, als justitie niet eerst gedepolitiseerd wordt’, is echter verrassend. Blijkbaar gaat hij ervan uit dat een depolitisering enkel kan op federaal niveau. In zijn visie gaat depolitisering vooraf aan de defederalisering.

Mijns inziens is deze stelling wat naïef. Jan Nolf argumenteert zelf vaak dat justitie een verouderd gebouw is. Op federaal niveau is men er helemaal niet in geslaagd om justitie te moderniseren. Maar wie gelooft er dan dat een volledige depolitisering – wat geen hervorming is, maar een ware revolutie – wel kan worden gerealiseerd op federaal niveau? De visies van Franstaligen en Nederlandstaligen omtrent justitie lopen dermate uiteen dat een hervorming op federaal niveau uitgesloten is. Op federaal niveau komt men maximaal tot een prachtig Belgisch compromis waarbij modernisering en depolitisering tegelijk impliceren dat alles bij het oude blijft.

Indien men justitie daadwerkelijk wil moderniseren en depolitiseren, dan veronderstelt dit een voorafgaande defederalisering. Op Vlaams niveau bestaat een breed draagvlak voor depolitisering. Ik beweer niet dat dit eenvoudig zal zijn, maar wel dat de wil er is. En waar een (politieke) wil is, is een weg.

Defederalisering biedt alvast het voordeel dat Vlamingen en Franstaligen hun justitie kunnen verwezenlijken, terwijl een federale justitie neerkomt een op wederzijdse blokkering.

Geen doemdenken, de beschaving zal er niet op achteruitgaan

In België wordt eigenaardig omgesprongen met defederalisering. Wanneer iemand de overdracht van een bevoegdheid bepleit, dan is er wel altijd een schare doemdenkers die dat een fundamentele achteruitgang van de beschaving vinden. Maar eens een bevoegdheid is overgedragen, dan is iedereen blijkbaar tevreden. Uiterst zelden hoort men een pleidooi om een gedefederaliseerde materie terug te federaliseren.

De bevoegdheidsoverdracht inzake justitie heeft veel gemeen met de overdracht van het onderwijs in 1988. Ook toen was dit volgens doemdenkers een onsplitsbare materie. De achteruitgang van de beschaving was evident. Ook toen was het onmogelijk om op federaal niveau nog tot enig coherent beleid te komen. Na de defederalisering ontstond in de gemeenschappen een nieuwe dynamiek. Het onderwijs werd grondig hervormd. De universiteiten van het Millennium zijn slagkrachtiger dan ooit tevoren. De evaluatie van de professoren door de studenten maakt dat er veel beter wordt gedoceerd dan voor de defederalisering.

Dit voorbeeld toont ook aan dat defederalisering ook de democratie ten goede komt. In Vlaanderen is er een breed maatschappelijk debat aan de gang over de hervorming van het onderwijs. Hetzelfde gebeurt in Franstalig België. Onderwijs wordt een belangrijk thema van de deelstaatverkiezingen. Justitie, daar zal echter nauwelijks worden over gesproken in de debatten voorafgaand aan de federale verkiezingen.

Een verregaande defederalisering van justitie zal voor een nieuwe dynamiek zorgen. Sommigen hebben echter belang bij een standstill, namelijk zij die wensen dat inzake justitie alles bij het oude blijft en zij die wensen dat oud-België blijft bestaan. Durf ook eens te denken aan een land met een moderne justitie. Wat zou het mooi zijn!

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen

Meer van Hendrik Vuye
Commentaren en reacties