JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Kan een burgerpanel België redden?

Lessen uit de G1000

Lieve Van den Broeck12/6/2019Leestijd 5 minuten

Van Reybrouck op de G1000

Van Reybrouck op de G1000

foto © Reporters

In de Z-Talk van 8 juni [https://kanaalz.knack.be/talk/z-talk-met-manu-claeys-08-06-19/video-normal-1474425.html] hoorde ik Manu Claeys in het gesprek met Gui Polspoel over zijn boek ‘Red de Democratie’ zeggen: ‘… wat we noemen co-creatie: de nieuwe sfeer is dat actieve burgers meer en meer betrokken moeten worden – dat kan op verschillende manieren – (…) Er zijn stilaan twee grote manieren om dat te doen: …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de Z-Talk van 8 juni hoorde ik Manu Claeys in het gesprek met Gui Polspoel over zijn boek ‘Red de Democratie’ zeggen: ‘… wat we noemen co-creatie: de nieuwe sfeer is dat actieve burgers meer en meer betrokken moeten worden – dat kan op verschillende manieren – (…) Er zijn stilaan twee grote manieren om dat te doen: de eerste manier is het burgerpanel – de mensen kennen wel de G1000 van een paar jaar geleden waar burgers geloot worden, die worden een periode samengebracht rond ronde tafels, die informeren zich, er komen experten langs, politieke partijen komen hun beleid uitleggen en dan ontstaat daar stilaan een soort van advies uit en met dat advies kunnen verkozenen nog doen wat ze willen want een advies is per definitie niet-bindend.

Democratisch experiment

Ik heb respect voor de heer Claeys omdat hij als activist erin geslaagd is om de onafhankelijke architect en stedenbouwkundige Alexander D’Hooghe te aanvaarden die als intendant voor de problematiek rond de Oosterweelverbinding (de overkapping van de Antwerpse Ring) was aangesteld zodat zijn burgerbeweging stRaten-generaal een deel kon worden van de oplossing. Laat het nu net die onafhankelijke intendant zijn die ontbrak bij dat andere burgerpanel waarnaar hij verwijst: de G1000. Dat de heer Claeys de G1000 als het voorbeeld van burgerparticipatie stelt, vind ik op zijn minst misleidend. De G1000 was een experiment, geen succesverhaal en dat is niet erg. Experimenten zijn zelden succesvol.

Even recapituleren. De G1000 was ontstaan als een pril ideetje van schrijver David Van Reybrouck. Die lichtte in het Eindrapport van de G1000 zijn initiatief als volgt toe: ‘U weet het allicht nog: na de verkiezingen van 2007 kwam er een wankele regering, na de verkiezingen van 2010 kwam er géén regering. België brak alle internationale records op vlak van politiek onderhandelen. En tijdens dat langste formatieberaad ooit kon de burger alleen maar toekijken.We zitten anno 2019 in een nog grotere politieke patstelling …

Wie meent dat burgerpanels à la de G1000 vandaag soelaas kunnen brengen, leert best de lessen die ikzelf trok toen ik mee de derde fase van de G1000 faciliteerde: 32 burgers geloot uit de vorige 1000 kwamen in het najaar van 2012 gedurende drie weekends samen om in een panel te praten over één onderwerp: ‘hoe omgaan met werk en werkloosheid in onze maatschappij?’ Dat alles moest resulteren in verfrissende aanbevelingen voor de politiek. Na afloop gaven 10 van de 32 panelleden mij hun ongezouten mening, waaruit ik drie lessen trok.

Les 1 – Deed de G1000 aan slow politics? Gaf het burgerpanel tijd en ruimte aan de burgers?

De feedback van panelleden over de tijd die ze kregen spreekt voor zich: Die experten, dat is heel goed om die te hebben maar die komen te laat.’ Of: ‘ik ben kapot en  ‘ik vind onze aanbevelingen niet goed genoeg, we worden onder druk gezet om die beter te maken want X zegt dat ze niet goed genoeg zijn en ja, ik versta wel dat hij dan een probleem heeft morgen in de media maar dat is toch echt ons probleem niet hoor.’ Of: ‘maar ja, wij zijn ook maar gewone mensen en neen, die resultaten kunnen we niet meer verbeteren tegen morgen.’ Of: ‘dus neen, ik ga niet mee iets drinken want ik moet morgen om 6 uur opstaan om mijn notities nog door te nemen…’ Tot zover de slow politics van een burgerpanel in een rotvaart.

Als ik kijk naar het participatieproces dan werd de oorspronkelijke beslissing om slechts één thema te behandelen om traag te kunnen werken gaandeweg uitgebreid tot zes subthema’s. Waarom? Hierdoor kwam er één expert in het eerste weekend, kwamen er twee experten in het tweede weekend en zeventien (17!) in het derde weekend. Wie was hier in paniek en waarom? Het burgerpanel werkte de laatste dag tot 15u45 terwijl 13u00 het afgesproken einduur was. Wie heeft daar op aangedrongen?

Wij verwijten politici om teveel te hollen van verkiezing naar verkiezing, maar wij hebben ons daar toen ook stevig aan bezondigd. We hebben de burgers laten rennen van weekend naar weekend met een stevige sprint op de ‘dag des oordeels’, zondag 11 november 2012, de dag van de persconferentie.

Les 2 – Zijn de aanbevelingen van de G1000 goed en evenwichtig genoeg?

Twee panelleden evalueerden hun aanbevelingen zelf als volgt: ‘Ik persoonlijk denk niet dat onze aanbevelingen zo innovatief zijn en dat veel van wat wij zeggen al aan bod komt, maar zo zullen de politici weten wat ons mensen bezig houdt.’ En: ‘maar over de aanbevelingen die wij gedaan hebben ben ik zelf teleurgesteld, niet in de methode of het idee maar in het resultaat. Inderdaad wij hebben algemene aanbevelingen gedaan die in de voorbije jaren reeds door de politieke partijen, vakbonden en de media gebruikt worden. Verminderen van de hoge lonen, verhogen van lage lonen, verminderen van sociale lasten, het vasthouden aan de index, gelukkig zijn op het werk en verbeteren van de discriminatie en vooral: laat de rijken betalen. Dit is hoe ik onze aanbevelingen samenvat. Maar telkens een panellid voorstellen bracht over de onkosten van de administratie, over het herzien van de vele niveaus van regeringen die we hebben enzovoort werd dit onmiddellijk in de vuilbak gesmeten. Ik vraag me nog altijd af waarom? Is het omdat onze animatoren ons zo hebben beïnvloed of zijn we werkelijk akkoord om de actuele situatie te behouden?

Sommige burgers werden duidelijk niet gehoord, ook niet in een burgerpanel. Niets nieuws onder de zon. Het burgerpanel werkte op D-Day tot 15u45 terwijl de persconferentie al om 17u00 was gepland. De inkt van de aanbevelingen was nog niet droog of David Van Reybrouck, één van onze woordvoerders, had ze met de micro onder de neus al geëvalueerd als inhoudelijk sterk en genuanceerd, met een paar innovatieve ideeën’. De wens is soms mooier dan de werkelijkheid. Het deed mij denken aan hoe politieke tegenstanders al na een uur en zonder schroom een net gepubliceerde, uitgebreide formatienota van hun concurrenten afbranden in de media. Iets ophemelen of afbranden zonder grondige evaluatie, het lijkt respectloos voor wie heeft bijgedragen. Wie de werkelijkheid niet aankan en zijn ego laat communiceren, vermoordt zijn eigen project.  Ook dan geldt the wisdom of the crowd. 

Les 3 – Slaat de G1000 de brug naar de politiek zodat ze een platform wordt voor toekomstige burgerpanels?

De feiten waren bikkelhard: tijdens de slotceremonie van de G1000 daagden vijf ministers van tewerkstelling niet op – terwijl het over hun onderwerp ging! – en van de zeven parlementsvoorzitters waren er maar drie  aanwezig. Stellen dat de G1000 na die dag het voorwerp was geworden van een parlementair debat door te verwijzen naar de mooie woorden van Kris Peeters was potsierlijk: ‘Als de G1000 een onderhoud wenst, zullen we daar graag op ingaan. Ik heb het [de aanbevelingen] nog niet eens gelezen. Ik heb andere prioriteiten die ander extra werk hebben meegebracht en veel van die zaken vallen niet eens onder mijn bevoegdheid. Zo kennen we Kris. Veel politici leken vooral opgelucht dat die G1000 eindelijk voorbij was.

De G1000 heeft geen brug geslagen naar de politiek. Ik denk dat dat komt omdat we als groep de diversiteit van de bestaande politieke partijen niet omarmden. Het respectloos praten over bepaalde, doch steeds dezelfde, politici was daarvan een voorbeeld. Evenals het onder druk zetten van begeleiders om te bekennen welke partij ze aanhangen. Stemmen voor bepaalde partijen werd verondersteld. De ‘supportgroep’ van de G1000 was een safe space. Ik voelde mij daar een hetero die best óók in de kast blijft. Heel verwarrend. Niet tof.

Conclusie: omarm de diversiteit

Als we die diversiteit van ons politieke landschap hadden omarmd, dan hadden we ons als supportgroep neutraal en onbevooroordeeld getoond tegenover álle partijen. Idealiter hadden we een zekere liefde uitgestraald voor elke strekking. Zo’n neutrale houding zou zich ook hebben geuit in het kiezen van diverse experten die het spectrum van werk en werkgelegenheid konden afdekken, van extreemlinks tot extreemrechts. Dat was nu mijns inziens niet het geval. Panelleden voelden dat, begeleiders voelden dat. Ik hield daaraan een morele kater over.

Kortom, de G1000 was een experiment en alleszins voor verbetering vatbaar. De burgerparticipatie rond de Oosterweelverbinding is dan weer wel waardig en geloofwaardig gebleven. Ze heeft de diversiteit van de partijpolitiek omarmd. Dat leidde tot de ondertekening van het Toekomstverbond; of hoe het kan om vanuit burgerparticipatie de brug te slaan naar toekomstige generaties!

Juriste. Eerst de naakte feiten en het gezond boerenverstand. Dan pas het recht.

Commentaren en reacties