Kardinaal de Retz steekt Catalanen, Ieren, Schotten en …Vlamingen een riem onder het hart
Het was vroeger niet anders
Willem de Zwijger, portret hangt in Madrid
foto © Reporters / Everett
Revoluties kunnen heel plots uitbreken, maar ze komen nooit uit het niets en er is een hoger ideaal nodig.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementKardinaal de Retz, die u intussen goed kent, legt ons in zijn Memoires uit dat revoluties heel plots kunnen uitbreken, maar nooit uit het niets komen. Een element kan bijvoorbeeld fiscale druk zijn, en geld dat men ziet verdwijnen in bodemloze putten. Hij geeft een voorbeeld van de vindingrijkheid van de fiscus in zijn tijd:
Émeri, de opperintendant op financiën, en wat mij betreft de meest verdorven geest van zijn eeuw, deed niets dan benamingen zoeken om dan nieuwe edicten te kunnen uitvaardigen.
Inderdaad, de fiscale vondsten van Michel Particelli, seigneur d’Emery (1596-1650) zetten toen veel kwaad bloed. Ze waren mede aanleiding voor de opstand van de Fronde, maar voor een revolutie moeten er andere elementen bijkomen, zoals een vrijheidsideaal of een nationale idee. Het is namelijk zo dat een volk, of zelfs een afzonderlijke klasse zoals de adel, niet makkelijk in opstand komt. Daartoe moet de toestand eerst een culminatiepunt bereiken, een kookpunt, de maat moet vol zijn, het moet de spuigaten uitlopen, er moet iets voorvallen dat de deur dichtdoet. Maar eens de rapen gaar zijn kan het snel gaan. Retz legt dat beter uit:
De Zwitsers leken om zo te zeggen zodanig verstikt onder het gewicht van hun ketenen dat ze niet meer ademden, totdat de opstand van drie van hun machtige kantons tot de vorming van eedgenootschappen leidde. De Hollanders geloofden dat ze onder het juk van de hertog van Alva vastzaten, tot de prins van Oranje, door een lotsbestemming die gereserveerd is voor de grote genieën die vóór alle anderen het punt zien waar een mogelijkheid zich voordoet, zich een idee vormde van hun vrijheid, en deze verwekte.
Dit zijn voorbeelden; ze spreken voor zich. Wat de lethargie veroorzaakt in verdrukte staten is de duur van het kwaad, die greep krijgt op het voorstellingsvermogen van de mensen en hen laat geloven dat het nooit nog zal eindigen. Zodra zij echter een gaatje zien om zich los te maken – wat zonder mankeren het geval zal zijn als er een zeker punt is bereikt – zijn zij zo verrast, zo blij en zo driftig dat ze op slag in het andere uiterste vervallen en een revolutie verre van onmogelijk, maar juist voor moeiteloos houden. Die instelling op zich kan ze soms al doen slagen.
Categorieën |
---|
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.