JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Komt de communauté métropolitaine eraan?

Welk Vlaams Parlementslid vraagt het aan Geert Bourgeois?

Bart Maddens12/5/2015Leestijd 3 minuten

Voorlopig bestaat de Communauté Métropolitaine de Bruxelles (CMB) enkel op papier, zij het wel op het stevige papier van een bijzondere wet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wat voorafging: de zesde staatshervorming voorzag in de oprichting van een hoofdstedelijke gemeenschap van Brussel of communauté métropolitaine de Bruxelles (CMB). Dat is een samenwerkingsverband, met adviserende bevoegdheid, tussen de drie gewesten en alle gemeenten van de vroegere provincie Brabant. De CMB is er gekomen op vraag van de Franstaligen, die altijd een uitbreiding van Brussel hebben geëist in ruil voor de splitsing van BHV. 

Voorlopig bestaat de CMB enkel op papier, zij het wel op het stevige papier van een bijzondere wet. De instelling wordt pas operationeel als de drie gewesten hierover een samenwerkingsakkoord sluiten. Zij moeten onderling afspreken hoe deze nieuwe instelling zal werken. Dit betekent meteen ook dat het Vlaams Gewest hier een vetorecht heeft. Zolang Vlaanderen weigert een samenwerkingsakkoord te sluiten blijft de CMB dode letter.

Op 5 november hadden de minister-presidenten Geert Bourgeois en Rudy Vervoort een eerste overleg over de CMB. Hierover ondervraagd in het Brussels Parlement (op 28 november) verklaarde Vervoort het volgende: ‘Enfin, la rencontre en ce début de mois avec mon homologue Geert Bourgeois nous a permis d’échanger sur les contours généraux de l’accord de coopération relatif à la communauté métropolitaine. À cette occasion, j’ai pu constater que cette ambition était partagée et que le ministre-président flamand était effectivement ouvert à la mise en oeuvre d’un accord de coopération en cette matière. Nous avons bien évidemment convenu de cette mise en oeuvre. (…) Avant la fin de 2014, nous soumettrons un projet d’accord de coopération aux deux autres Régions.’   

Op 14 januari ondervroegen Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) en Karl Vanlouwe (N-VA) Geert Bourgeois in het Vlaams Parlement over de uitlatingen van Vervoort. Het antwoord van Bourgeois: ‘Welke engagementen zijn daar genomen? Ik heb heel duidelijk gemaakt wat onze visie is. Wij willen niet gaan naar nieuwe zware structuren, we willen niet dat er een associatie komt van Vlaams-Brabantse gemeenten met Brussel, denk aan het idee van de “désenclavement”, zoals geopperd door sommige Franstalige politici. We willen dat het enkel gaat over gewestmateries, zoals het staat in de bijzondere wet. (…) Minister-president Vervoort heeft dan inderdaad gezegd dat hij met een ontwerp zou komen, dat hij zou voorleggen aan het Waalse Gewest en aan de Vlaamse overheid voor het einde van het jaar. Ik heb nog geen ontwerp gekregen. Ik heb hem gezegd: als we het krijgen, zullen we het bestuderen en kijken hoe we ermee omgaan.’ En verder: ‘Voor ons mag dit niet in de plaats komen van het bilaterale overleg.’   

Het is duidelijk op eieren lopen voor Bourgeois. Als Vervoort de CMB op tafel legt, dan kan Bourgeois moeilijk zeggen ‘daar doen wij niet aan mee’. Het Vlaamse regeerakkoord bevat immers de fameuze clausule: ‘We wensen de zesde staatshervorming met de nodige samenwerkingsakkoorden te implementeren’. En het CMB-akkoord is nu eenmaal één van die ‘nodige’ samenwerkingsakkoorden. Als de N-VA de CMB wil tegenhouden, dan zal de partij dat op een subtiele manier moeten aanpakken, bijvoorbeeld door moeilijk te doen over allerlei technische details en de zaak zo op de lange baan te schuiven.     

Sindsdien is er niet veel meer over de CMB vernomen. Naar aanleiding van het colloquium van Brussels Metropolitan met de minister-presidenten van de drie gewesten (op 11 februari), wist RTBF-journalist Philippe Carlot nog het volgende te melden over de CMB: ‘Selon nos informations, un cabinet d’avocats a rédigé un projet d’accord de coopération pour le compte du gouvernement bruxellois. Reste à entamer des négociations avec la Flandre et la Wallonie, pour commencer. Et surtout, à conclure.’ 

Maar vorige week verklaarde Brussels parlementsvoorzitter Charles Picqué in le Vif (8 mei): ‘La Communauté Métropolitaine sera un test majeur. Après une première rencontre, un projet de coopération est en préparation’. Bedoelt hij daarmee dat er momenteel al een onderhandeling bezig is met de Vlaamse overheid op basis van een ontwerp-samenwerkingsakkoord van het Brussels Gewest? Of moet dat Gewest dat (blijkbaar door een advocatenkantoor voorbereide) ontwerpakkoord nog overmaken aan de Vlaamse overheid?  Misschien vernemen we het antwoord als een Vlaams parlementslid Geert Bourgeois hierover nog eens aan de tand wil voelen. 

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties