Kunnen we praten?
Wat is ons wereldbeeld? Joris Luyendijk ging in gesprek met burgers.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Het is lang geleden dat we in ons land zo tegenover elkaar stonden,’ schreef de Nederlandse journalist Joris Luyendijk. ‘In de media, de Tweede Kamer en helemaal op internet lijkt het bijna alsof we het gewoon verleerd zijn: zonder ruzie een gesprek voeren over onze verschillen. Bijna niemand is gelukkig met deze verharding. Wat doen we eraan?’ En hij ging naar het Algemeen Dagblad, ‘want die krant, en de aangesloten regionale titels, wordt in alle lagen van de samenleving gelezen’, en hij vroeg de publieke omroep Wij Nederland, ‘die veel PVV-stemmers bereikt’ en De Correspondent, ‘een website waar veel mensen uit mijn eigen “bubbel” komen’, mee te doen. ‘Ik vroeg aan ze: kunnen we de krachten bundelen om een gesprek te organiseren? Geen debat, maar een gesprek. En dat doel is simpel: mensen in hun eigen woorden aan het woord laten, zodat we beter van elkaar snappen hoe we in de wereld staan.’ Luyendijk schreef een boekje met zijn eigen ervaringen dat bij Atlas/Contact is verschenen. Daarna nam hij 9 interviews af. Ruim 500 mensen reageerden en gaven hun eigen mening. Het project liep 3 weken en eindigde met de Tweede Kamerverkiezingen.
Trump
‘Bijna twintig jaar werk ik nu als schrijver in de journalistiek,’ schreef hij in zijn boekje,’ en sinds de verkiezingen van Donald Trump afgelopen november ben ik echt in verwarring. Dit voelt niet langer als een Tijdperk van Verandering maar als een Verandering van Tijdperk. Facebook, Instagram, Google en andere internetgiganten schotelen ons zo veel mogelijk die berichten en beelden voor die onze smaak en ons wereldbeeld verder bevestigen. Dan blijven we hangen en kunnen zij meer advertenties en producten verkopen. Het probleem is dat je zo alles alleen nog vanuit je eigen perspectief of door je eigen filter gaat bekijken. Het wordt steeds moeilijker je voor te stellen dat er goede redenen kunnen zijn voor een radicaal andere kijk op de wereld. Met dit boekje probeer ik uit mijn eigen bubbel te breken.’
‘Hoe houden we een open en vrije samenleving als we ieder jaar opnieuw religieus-conservatieve mensen opnemen die geen ervaring hebben met of kennis van de spelregels van zo’n samenleving?’ vroeg Luyendijk zich af. ‘Daar moet gewoon een generatie over heen,’ was de algemene opvatting in zijn bubbel. ‘Integratie kun je rustig op z’n beloop laten, want het komt vanzelf goed. Het optimisme kende in de jaren negentig geen grenzen. Ik ben opgegroeid met het idee dat wij als westerlingen weliswaar fouten maken, maar uiteindelijk de good guys zijn. Wij zijn immers van de Verlichting, mensenrechten, de democratie.’ De terroristische aanslagen van IS en Al-Qaida deden hem twijfelen aan de gedachte dat integratie vanzelf wel goed komt. ‘De belangrijkste leiders van de aanslagen waren Duits- of Franssprekende mannen met een hoge opleiding en prima vooruitzichten; succesvolle integratie en fundamentalisme kunnen kennelijk samengaan.’ En, ‘als het opnemen van immigranten van buiten de EU een morele plicht is, waarom nemen we dan alleen degenen op die mensensmokkelaars kunnen betalen?’
Marktwerking
‘Ik dacht terug aan mijn onderzoek naar de banken in het financiële hart van Europe, de City van Londen,’ schreef Luyendijk in zijn eerste artikel voor het Algemeen Dagblad en De Correspondent. ‘Hoe door en door ziek die organisaties dankzij de “liberalisering en deregulering” tegenwoordig in elkaar zitten. Hoe ze in 2008 op een haar na onze samenleving de afgrond in kieperden. En hoe daarna niemand voor de crash de bak inging en weinig tot niets echt is veranderd.
Ik dacht terug aan de lezingen die ik hierover gaf, en hoe mensen na afloop zeiden dat het bij hun bedrijf, overheidsinstelling, zorginstantie of scholengemeenschap precies zo gaat als bij de banken in Londen: doorgeschoten schaalvergroting en marktwerking.’ ‘Marktwerking betekent concurrentie. Dat doe je met targets,’ schreef hij in zijn boekje. ‘Om te weten wie het ’t beste heeft gedaan moet je meten en vergelijken. In de zorg, het onderwijs en op andere terreinen betekent het steeds meer en steeds ingewikkeldere formulieren invullen. Anders kan er niet gemeten worden. Zo krijg je nog meer bureaucratie, en nog meer macht voor de managers met de meetinstrumenten. De omarming van de marktwerking en schaalvergroting, en ook de toetreding van nieuwe landen tot de EU, de NAVO of de eurozone waren steeds voldongen feiten, maar omdat alle gevestigde partijen er achteraf mee instemden was het zogenaamd “democratisch”.’
Kunnen we praten?
‘Laten we onze ervaringen uitwisselen. Wie weet wat we ontdekken,’ schreef Luyendijk. ‘Ik besloot onlinegesprekken te organiseren tussen PVV-stemmers en sympathisanten van de PVV, en mensen uit mijn eigen links-progressief-liberale bubbel. Dit werd kunnenwepraten.nl.’
‘Wilders is misschien regelmatig veel te grof,’ schreef een deelnemer, ‘en hij heeft misschien geen plannen, maar hij komt als enige voor ons op.’ ’Dat er soms geen dialoog is met mensen, heeft niets met een bubbel te maken,’ liet een ander weten, ‘maar met het gegeven dat je op een ander niveau praat en denkt.’ ‘Als laagopgeleiden zich in het nauw gedreven voelen, beginnen ze soms te schelden. Hoogopgeleiden gaan uit de hoogte en arrogant doen,’ concludeerde Luyendijk.
‘Het mag normaal zijn om Imagine van John Lennon gezemel te vinden, maar lachen om verdrinkende “dobbernegers” vind ik geen vooruitgang,’ schreef een deelnemer.
‘Ik zou willen dat links weer even optimistisch en zelfverzekerd was als in hun glorietijd,’ schreef een ander. ‘Prima om te beseffen dat er met al dat wereldverbeteren één en ander is misgegaan en dat die domineestoon hinderlijk werd, maar mag het boetekleed dan nu af? Het land is herstellende van een crisis die veroorzaakt werd door het kapitalisme van rechts. Ook het schuldbewuste over de multiculturele samenleving mag van mij verdwijnen. Die is mislukt, is het verhaal van rechts, en dat komt door links. Wie daar voorzichtig iets tegen inbrengt, is een “wegkijker” of “politiek correct”.’
‘Er zijn hele volksstammen die zich vergeten voelen door de politiek,’ schreef een deelnemer, ‘omdat die geen weet heeft van hun levens. Ze zijn wit, zwart en alles ertussenin. Ze komen uit alle lagen van de bevolking. Ze begrijpen wat mijn vader voorstond: dat mensen zich met elkaar moeten bemoeien, niet in belerende zin, maar als buren die koffie met elkaar drinken en vragen hoe het gaat met het werk, de kinderen en de kat. Ze hebben geen zin in opgewonden PVV-ers die wijken met veel moslims “bezette gebieden” noemen. Ze zien dat het ferme “benoemen” van rechts al lang is veranderd in een karikatuur.’
‘Kunnen we kappen met PVV-stemmers snappen?’ vroeg iemand zich af. En een ander schreef: ‘Ik bedenk me dat Geert Wilders appelleert aan een grote groep kiezers die graag een simpel wereldbeeld willen en die ook behoefte hebben aan een enkele “vijand”. Het helpt hen blijkbaar om de complexiteit van de wereld om hen heen te verklaren.’
De discussie ging alle kanten op en dat was juist de bedoeling. Gewoon met elkaar praten en luisteren naar elkaar. De ander niet kapittelen omdat je het niet met hem eens bent, maar nadenken over wat er gezegd wordt. Dat is de essentie van democratie. Luisteren naar de mening van anderen en rekening houden met hun belangen en behoeften. Hopelijk is Kunnen we praten? het begin van een langdurige dialoog want uiteindelijk gaat het om: in welk land en in welk Europa willen wij leven?
Foto: (c) Reporters
De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.
Jan Renkema probeert de ‘Nederlander’ is een beperkt aantal pagina’s te doorgronden.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.