Kurz & Kogler: kwakkel compromis of historische kruisbestuiving?
Waarom ecologisch-links en identitair-rechts tot elkaar veroordeeld zijn
foto © Reporters/DPA/Imago
Rechts verzoent klimaat en milieu met een identitair discours. Links geeft zijn multiculturele fixaties op. De kiem van een nieuw paradigma?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘We zijn erin geslaagd om het beste van twee werelden samen te brengen’. Zo kondigde Sebastian Kurz, de leider van de Oostenrijkse rechts-conservatieve ÖVP, begin dit jaar het regeerakkoord aan dat hij sloot met groene voorman Werner Kogler.
Een duivelspact, du jamais vu: een assertief migratiebeleid en het sluiten van grenzen voor nieuwe vluchtelingen, gekoppeld aan een ambitieuze klimaatpolitiek. Tegen 2040 moet Oostenrijk klimaatneutraal zijn – tien jaar eerder dan de Europese doelstelling – en vanaf 2030 uitsluitend elektriciteit uit hernieuwbare energie. Kurz sleepte er ook een hoofddoekenverbod voor kinderen onder de 14 jaar uit, een verlaging van de inkomstenbelasting, en zowaar een optie op een wisselmeerderheid met extreem-rechts als de groenen het inzake migratie laten afweten.
Hier en daar wordt het akkoord op cynisme onthaald, als zou het de uitgekookte Sebastian Kurz puur om de macht te doen zijn en de groenen zich min of meer hebben laten rollen. Dat is het standpunt van Sam Schatteman in Doorbraak. Genuanceerder is Chris Ceustermans, die het akkoord eerder al baanbrekend noemde en een poging om oude breuklijnen te overstijgen. Zijn de geesten rijp voor een kruisbestuiving tussen politieke visies die voorheen water en vuur leken? Zit er achter de politieke rekenkunde een ideologische transitie die ons uit de impasse kan halen? Laten we even kijken naar de manier hoe traditionele culturen met natuur en milieu omgaan. We kunnen er misschien nog wat van leren.
Een indianenverhaal
De Nederlandse schrijver, diplomaat en jurist Serv Wiemers is van jongs af gefascineerd door de geschiedenis en leefwereld van de Noord-Amerikaanse indianen, en de clash tussen hun cultuur en de nieuwe wereld van de kolonisten. Een en ander resulteerde in zijn boek Veerkracht, Indianen van nu over de wereld van morgen (2018) waarin hij onder andere Dave Archambault II aan het woord laat, alias het Sioux-opperhoofd Dappere Vos.
Hij is een van de actievoerders die zich verzet tegen de aanleg van de Dakota Access oliepijpleiding doorheen het Standing Rock-indianenreservaat, omwille van de onvermijdelijke lekken en de vervuiling van het grondwater. Die overigens niet stopt aan de grenzen van het territorium, maar doorsijpelt naar heel het verdere ecosysteem en de waterhuishouding. Zijn redenering is dan ook even simpel als onweerlegbaar:
‘We zijn allemaal met elkaar verbonden. Dat is het fundament van onze relatie met Moeder Aarde. Als wij de aarde niet beschermen, heeft dat effect op iedereen, niet alleen op indianen! Dat is onze bijdrage aan de wereld en de mensheid. Milieu moet op de allereerste plaats staan. De aarde is onze moeder; zonder moeder kun je niet overleven. In onze kijk op de natuur zien we alle dieren en planten als onze familieleden. Je mishandelt je familie in de maatschappij ook niet, dus hoe kun je dan ooit Moeder Aarde mishandelen?’
Het opperhoofd heeft gesproken en, ach, ik weet het, indianen hebben makkelijk praten. Ze lopen met pluimen op hun kop, wonen in wigwams of barakken, roepen ‘uh-uh-uh’ door de hand voor de mond te bewegen, en verkopen vandaag vooral postkaarten en souvenirs aan de ingang van reservaten.
Buffalo Bill, de legendarische buffeldoder, schoot hen bij bosjes neer omdat ze zich verzetten tegen de spoorlijnen die door hun gebied liepen. Niets nieuws onder de zon. Later voerde hij hen op in zijn Wild West-shows, als brave, getemde wilden. Het optreden van Buffalo Bill in Gent, anno 1895, baarde zoveel opzien dat voetbalclub Gantoise zo’n indiaan als mascotte adopteerde, iets wat bij de Native Americans maar matig geapprecieerd wordt. Maar we wijken af.
Holisme versus globalisme
Wat maakt bovenstaande quote van Dappere Vos zo interessant? Niet het verhaal over Moeder Aarde op zich, want dat had ook uit een ledenblaadje van Greenpeace kunnen komen. Wel het feit dat indianen in stamverband leven en er een sterk territoriaal bewustzijn op nahouden. Ze trekken met andere woorden grenzen en hangen de kosmopoliet niet uit, evenmin zijn ze in expansie geïnteresseerd. Als stam zetten ze zich af tegen het eenheidsdenken dat tot het roofkapitalisme van de spoorlijnen en de oliepijpleidingen leidde, maar tegelijk is er een holistisch besef dat alles met elkaar verbonden is en dat we maar één planeet hebben.
Anti-globalisme en planetair ecologisme dus. Politiek lijkt dat voor ons een paradox, maar in feite is het de evidentie zelf: als iedereen voor eigen deur veegt is de straat proper. ‘Il faut cultiver notre jardin’ zoals Voltaire het op het einde van zijn roman Candide ou l‘optimisme uitdrukt.
Net de territoriale soevereiniteit geeft ons concrete verantwoordelijkheid over de planeet. Zonder grenzen geen oikos, geen thuisgevoel, geen gevoel van eigenwaarde. Grenzeloosheid wist onderscheid uit, leidt tot nestbevuiling en doodt diversiteit. De aarde is van ons allen, maar het contact met de aarde verloopt via lokale regels, waarden en legendes die de groep organisch samen houdt tot wat hij is.
Anders gezegd: de indiaan is ecologisch links en identitair rechts. Dat is bij hem geen compromis maar een essentieel dualisme: het is de stam die met de aarde verbonden is, en vandaar met alle stammen. Als Anuna De Wever echt wil snappen waar het klimaatkalf gebonden ligt, moet ze in de leer bij de Amerikaanse Sioux.
Jammer genoeg wordt de term holisme nog teveel geassocieerd met New Age-muziek, de kosmische kracht van zeezout, de verkoop van yogamatten en allerlei sektarisch gedaas. Terwijl zonder het idee van de communicerende vaten zoiets als het weer gewoon niet te begrijpen valt, denk aan de spreekwoordelijke vlinder die aan de andere kant van de oceaan een wervelstorm veroorzaakt.
In de dampkring
Voor het apocalyptisch schouwspel dat zich vandaag in Australië voltrekt, is niet alleen de klimaatsceptische premier Scott Morrison verantwoordelijk. En een drastische omslag in het beleid zal die branden ook niet van vandaag op morgen uit de wereld helpen. Toch zet de manier hoe brandweerlui en bewoners hem weghonen, waarna Morrison zich warempel excuseert en iets mompelt over broeikaseffect, een nieuwe toon: het besef ontstaat dat er ‘iets’ moet gebeuren, iets dat vermoedelijk generaties zal overstijgen en al zeker het politieke dagjesdenken.
Opeens blijkt een welvarende natie als Australië zijn economie nog altijd grotendeels op zoiets archaïsch als steenkoolontginning te oriënteren, en is er in dat zonovergoten land met zoveel nutteloze woestijnoppervlakte nauwelijks een zonnepaneel te vinden. Dat zijn dus zware beleidsfouten, en helaas: niet alleen de steenkool die voor binnenlandse energie-opwekking dient, is vervuilend, maar ook de miljoenen tonnen die naar het buitenland gaan, en mee de CO2-balans in het rood doen overhellen.
Nog even resumeren waar het om gaat, want de discussie verzandt in voetnoten en cijfergegoochel. Sinds miljoenen jaren is de dampkring van samenstelling tamelijk constant, dankzij fotosynthetiserende organismen, planten dus, die CO2 in zuurstof omzetten waardoor hoger leven mogelijk is.
Sinds de industriële revolutie is deze balans verstoord en stijgt de hoeveelheid koolstofdioxide exponentieel. Van 1959 tot 2016 is de hoeveelheid CO2 met 26% toegenomen. Deze stijging is nagenoeg helemaal toe te schrijven aan de verbranding van fossiele energiebronnen, steenkool en aardolie, zowel voor de industrie als het verkeer. Het spijtige aan dat CO2 is nu, dat het de zonnewarmte in de atmosfeer opslaat en de gemiddelde temperatuur van de aarde doet toenemen. Wat dus, samen met de ontbossing, voor een klimaatverandering zorgt met diepgaande consequenties.
De riedel dat we er niets aan kunnen doen, houdt geen steek: als we de zaak kunnen verkloten, moeten we hem ook weer rechtzetten, die daadkracht moeten we wel opbrengen. Waarbij een stop van fossiele verbranding ook onmiddellijk schonere lucht zal opleveren, dat effect treedt quasi onmiddellijk op. Klimaatcorrecties zijn een andere zaak: het zal misschien nog eens 100 jaar duren voor wij – althans onze nakomelingen- de eerste resultaten zien.
Natuurlijk vinden we, sluw als we zijn, altijd achterpoortjes en bedotten we graag onszelf. Zoals het handeltje in emissierechten: wat de ene aan CO2-uitstoot uitspaart, mag door de andere opgekocht worden, de rommel circuleert gewoon en wordt zelfs een koopwaar op zich. Ook dat krijg je aan een simpele indiaan niet uitgelegd.
Millennials
Terug naar Sebastian Kurz (°1986) die de politieke kwadratuur van de cirkel lijkt gerealiseerd te hebben. Kurz lijkt niet iemand die door doctrinaire kramp bevangen is en die wel een pact met de duivel zou sluiten. Maar is dat alleen sluwheid, of ligt er een dieper liggende geestesgesteldheid aan ten grondslag? Zijn generatie, waartoe ook de drie jaar oudere Tom Van Grieken behoort, wordt doorgaans die van de millennials genoemd, geboren tussen pakweg 1980 en 2000.
Het referentiekader van de millennials (ook wel generatie Y genoemd) is dat ze er geen hebben. Hun ouders, de babyboomers, zijn nog opgegroeid met politieke zekerheden, solide partijen, een duidelijk links-rechts-dualisme, zonder digitale technologie of sociale media, maar met des te meer vooruitgangsoptimisme.
Dat babyboom-optimisme heeft de generatie Kurz veel minder: ze moet vooral de shit opruimen en dat vergt creativiteit. Ze is drager én uitvoerder van een paradigmawissel, wat ook met behoorlijk wat stress en onzekerheid te maken heeft, zelfs een vlucht in de onvolwassenheid. Tegelijk staat ze open voor nieuwe ideeën, out-of-the-box-denken en combinaties die niet voor de hand liggen. Overlappingen zijn toegestaan en zelfs gewenst, denkbeelden mogen uitrafelen in quasi hun tegendeel. Ze zijn als het ware de grondleggers van de postmoderniteit.
Het is vanuit die generatie dat het zal komen: niet alleen een strategische alliantie, maar ook een inhoudelijk-filosofische toenadering. Waarbij rechts de plichten tegenover moeder Aarde erkent, een conservatief ecologisme dat ook de zopas overleden Engelse filosoof Robert Scruton aanhing.*
En waarbij anderzijds groen het belang van de oikos erkent, het thuisgevoel, de grondstroom waarin grens, eigenheid en vervreemding cruciale noties zijn. Dat houdt in: afstand doen van het multiculturele amalgaam en van de opendeurpolitiek.
Het indianenverhaal dus. Dat alles gekoppeld aan het inzicht dat een klimaatcatastrofe migratiestromen zal teweegbrengen die we ons nauwelijks kunnen voorstellen. Of het Oostenrijks experiment bij ons zou lukken, is de vraag. Met doctrinair-linkse seuten als Meyrem Almaci zie ik het niet gebeuren, en ook Bart De Wever zit te zeer vast in zijn grote gelijk. Signalen die de dissidente klimaatactiviste Kyra Gantois uitstuurt (‘Ik kan begrijpen dat mensen voor het VB stemmen’), zijn misschien wél belangrijk. Kurz en goed: het moet van twee kanten komen. En vooral van de jeugd. ‘Sterft, gij oude vormen en gedachten’, laten we het verdomme een kans geven.
*Het boek Groene Filosofie van Roger Scruton is verkrijgbaar in onze webwinkel.
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.