JavaScript is required for this website to work.
post

Laat ons gewoon buitengewoon zijn

Mike Verhaeghe12/5/2019Leestijd 6 minuten

foto © Pexels

Het M-decreet bereikt het tegenovergestelde van wat de bedoeling is. Inclusief onderwijs is een kaakslag voor leerlingen die een buitengewoon onderwijstraject nodig hebben, stelt leraar Mike Verhaeghe.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het zijn topdagen voor het onderwijs. Nooit stond dit thema zo hoog op de politieke agenda, en dat is een goede zaak. Het is dan ook een genoegen om de talrijke voorstellen te lezen die de historische chaos moeten doen keren. Het gaat dan over het niveau van het onderwijs, de ambitie van de leerlingen, de koepels, centrale examens, vrije schoolkeuze, de kennis van het Nederlands, begrijpend lezen, wiskunde, het loopbaanpact, enzovoort. Iedereen heeft wel een mening over hoe het onderwijs het best wordt georganiseerd. Sta mij dan toe daar één thema uit te filteren: het buitengewoon onderwijs.

Buitengewoon secundair onderwijs

Al meer dan 25 jaar geef ik les in het buitengewoon secundair onderwijs type basisaanbod. De leerlingen worden er voorbereid op tewerkstelling in het gewoon arbeidscircuit. In de lessen algemene vorming heb ik het onder meer over bankverrichtingen, verzekeringen, het bestuur van ons land, solliciteren en zelfstandig wonen. Ik besteed ook tijd aan sociale vaardigheden ter voorbereiding op de stages. Daarnaast is er ook ruim aandacht voor lees- en schrijfvaardigheden, berekeningen maken, probleemoplossend denken en visieontwikkeling. Ik geef les aan metselaars, lassers, loodgieters, houtbewerkers, kapsters, tuinbouwarbeiders en grootkeukenmedewerkers. Het type basisaanbod is dus eigenlijk per definitie gericht op integratie. Na de opleidingsfase (tweede en derde jaar) gaan de leerlingen dan ook regelmatig op praktijkstage en met de regelmaat van de klok horen wij hoe goed onze leerlingen het doen. Na de kwalificatiefase (vierde en vijfde jaar) gaan de leerlingen werken, volgen ze nog een jaar integratiefase (alternerende beroepsopleiding) of stromen ze door naar het gewoon beroepsonderwijs.

M-decreet

De uitrol van het M-decreet was dan ook een regelrechte kaakslag voor de leerlingen en leerkrachten in het buitengewoon onderwijs. Wij bieden de leerlingen waar ze recht op hebben: voltijdse professionele ondersteuning door een ervaren team. Dit team bestaat uit leerkrachten die na vele jaren een expertise hebben opgebouwd, voltijdse aanwezigheid van leerlingbegeleiders, verpleegsters, logopedisten, kinesisten en er is een nauwe samenwerking met allerhande andere diensten. Door het M-decreet zijn honderden leerlingen dit recht verloren: de begeleiding via het zogenaamde ondersteuningsaanbod is niet alleen verre van voltijds, het gebeurt al zeker niet door een ervaren team. Het is namelijk zo dat de jongste, en dus de minst ervaren leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs, als eerste dreigen hun werk te verliezen en dus eigenlijk gedwongen worden in het ondersteuningsaanbod te stappen of elders werk te zoeken en dus veel van hun opgebouwde rechten te verliezen. Het is een drama om een ervaren team zo uit elkaar te zien vallen. Het is de omgekeerde beweging van wat ziekenhuizen doen. Daar wordt steeds meer expertise gebundeld, dit is het zogenaamde Zorgstrategisch Plan Vlaanderen.

De jaarlijkse instroom van leerlingen in het type basisaanbod valt stil en gaat er zelfs sterk op achteruit. Ze krijgen geen attest meer van het CLB en gaan dus noodgedwongen naar het gewoon beroepsonderwijs. Waar zijn al die leerlingen nu? Je wil er niet bij zijn als we aan hoopvolle ouders moeten vertellen dat we hun zoon of dochter niet mogen inschrijven. Je wil er ook niet bijzijn als diezelfde hoopvolle ouders een paar jaar later terug aan de schoolpoort staan omdat hun zoon of dochter na voldoende falen eindelijk dat attest heeft gekregen. Zoon of dochter heeft er eigenlijk al lang geen zin meer in, en ja, heel dikwijls zijn de ouders radeloos.

Jaar na jaar zien we topleerkrachten vertrekken of er gewoon mee stoppen. Ze kunnen ook gewoon niets doen en wachten tot ze ‘ter beschikking’ worden gesteld, maar zover komt het niet. Ze hebben ook een gezin en kiezen het zekere boven het onzekere.

Mattheus-decreet

Is dit de bedoeling van het M-decreet? Het decreet is een Mattheus-decreet. Het omgekeerde van wat de bedoeling is wordt bereikt: gedemotiveerde leerlingen, minder ondersteuning, geen logopedie meer, geen kinesitherapie meer en topteams worden uit elkaar getrokken. Niemand kan ontkennen dat het ook de daling van het onderwijsniveau in de hand werkt. Dit verdient niemand. In Vlaanderen kunnen we veel beter omgaan met onze leerlingen, want zij worden de toekomstige bouwvakkers, leerkrachten, loodgieters, ingenieurs, chirurgen, logistiek assistenten en ministers.

De beste leraar, de strafste school, de meest inspirerende leraar Nederlands, de knapste wiskundebol, de strafste leerkracht, de meest inspirerende school, de meest innovatieve school, de knapste klas, het sterkste lerarenteam, de beste directeur, de grootste school, de wat-dan-ook-school. We worden voortdurend met allerlei van die ‘wedstrijden’ om de oren geslagen en ze hebben allemaal zeker hun prijzen oververdiend. Maar wat ook zeker is, is dat nog nooit een school voor buitengewoon onderwijs een eervolle vermelding in de wacht kon slepen, mocht dit ooit onze ambitie geweest zijn. Ver weg van alle kranten, televisiestations, persmededelingen en flashy websites verrichten wij dagelijks onze kleine wonderen met de leerlingen die het verdienen, en precies dit recht op aangepast onderwijs op maat, geholpen door een professioneel team, wordt hen door het M-decreet ontnomen. Een regelrechte schande is het.

Inclusie

De laatste jaren krijg ik ook regelmatig signalen van wat ik ‘hardline inclusionisten’ noem: ze gebruiken het VN-verdrag, het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, om elke vorm van buitengewoon onderwijs onder de noemer van ‘segregatie’ te plaatsen. Ze vinden het een schande dat leerlingen met een handicap ‘uit de maatschappij worden getrokken en opgesloten worden in scholen voor buitengewoon onderwijs’. Voor hen ben ik dus al meer dan 25 jaar een regelrechte misdadiger. Ze zadelen onze leerkrachten op met een gigantisch schuldgevoel want ‘wij houden onze leerlingen weg uit de maatschappij’ en door er les te geven zijn we de blijvende voedingsbron van discriminatie. Wat tegenwind kan nooit kwaad, maar blijf ernstig alstublieft. Is de stelling ‘gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon als het nodig is’ zo moeilijk te begrijpen?
Het is namelijk een eer om in het buitengewoon beroepsonderwijs te mogen lesgeven. Met enige zin voor overdrijving zeg ik dikwijls aan mijn leerlingen: ‘Het enige waar ik misschien goed in ben, is lesgeven, maar jullie hebben mijn huis gebouwd, mijn tuin aangelegd en onderhouden, mijn chauffageketel vervangen en de weg aangelegd waarop ik naar school rij. Wees vooral trots op jezelf. Blijf gewoon buitengewoon’.

In mijn school ben ik ook mentor voor beginnende leerkrachten en stagiairs. Toen ik meer dan 25 jaar geleden ‘voor de leeuwen’ werd gegooid bestond dat niet. Iedere collega was mentor en voor de rest leerde je wel allerhande problemen zelf oplossen. Toen hadden we nog ‘een trede om op te staan’, er was in ruime mate respect voor de leerkracht en je werd steevast aangesproken met ‘meneer’. Die trede is ondertussen verdwenen en wellicht al ver onder zeeniveau gedaald. Het is dus niet verwonderlijk dat zoveel leerkrachten er binnen de vijf jaar de brui aan geven. Dat de mentoruren voor beginnende leerkrachten afgeschaft zijn is totaal onbegrijpelijk. Precies op het moment dat de starter maximale ondersteuning nodig heeft, stopt men de begeleiding.
Enige tijd geleden had ik een uitvoerig gesprek met enkele stagiairs. Eén van hen zit in het laatste jaar van de lerarenopleiding bachelor Nederlands. Mag ik mij zorgen maken om het feit dat deze student mij niets kon vertellen over recente resultaten van PIRLS-studies begrijpend lezen, noch enige notie had van PISA-resultaten wiskunde of wetenschappen en niet wist wie Wouter Duyck is? Is het toegestaan mij zorgen te maken over het feit dat de student er geen idee van had dat Lieven Boeve een uur Nederlands schrapt? Mag ik mij tot slot ook nog even zorgen maken over het studietraject van deze student? Blijkbaar stelt de student na verloop van tijd een soort eigen studietraject voor en lopen al die bachelorjaren na verloop van tijd gewoon door elkaar. Daarnaast stijgt het aantal leerkrachten met een zogenaamd ‘voldoende geacht diploma’ zorgwekkend.

Klashond

De ultieme oplossing voor alle problemen is ongetwijfeld de klashond. In De Standaardvan 23 februari 2017 wordt beschreven hoe de klashond de leerlingen socialer, communicatiever en zorgzamer zal maken. De betrokken leerkracht heeft dan ook een revolutionair idee: ‘Als de leerlingen veertig minuten flink werken, mogen ze de laatste tien minuten met de hond buiten spelen’. Het spreekt vanzelf dat ik fan ben van dit idee. Lesuren duren geen 60 minuten, en zelfs geen 50 minuten meer, maar 40.
Lieven Boeve, de topman van het katholiek onderwijs, is ook een meester in het aanreiken van oplossingen. We moeten hem daarvoor dan ook heel dankbaar zijn. Zo verscheen er op 7 januari 2017 een uitstekend artikel in De Standaardover het al dan niet laten opsteken van de vinger door leerlingen indien ze het antwoord weten op een vraag. Prachtig toch. Graag had ik een vervolg gezien op deze discussie in de vorm van een echt debat, een studie of een extra journaal op de VRT. Dat hij een meester is, bewijst hij door met een vermanende vinger erop te wijzen dat het opsteken van de vinger ‘passé’ is. Sterker nog: hij beweert dat enkel de beteren bij de les worden betrokken indien je vasthoudt aan deze stereotiepe vorm van lesgeven. Het opsteken van de vinger zou zelfs de sociale ongelijkheid vergroten. Sarina Simenon, woordvoerster van het Gemeenschapsonderwijs, springt haar collega bij: ‘Het beeld van de strenge leerkracht die vraagt te luisteren en te antwoorden wanneer het hem of haar past, is passé.’ Dat Lieven Boeve het hoofddoekenverbod wil afschaffen, helpt ook niet echt.

Tot slot wil ik graag Koen Daniëls citeren: ‘Leerkracht is één van de mooiste beroepen die er zijn, ik kan ervan meespreken. Laten we dat zo houden en laat onze leerkrachten hun tijd vooral besteden aan wat ze goed kunnen, aan de reden waarom ze voor het beroep hebben gekozen, aan wat leerlingen versterkt: lesgeven.’

onderwijs

Mike Verhaeghe is geeft les in het buitengewoon secundair onderwijs in Brugge. Hij is er ook mentor voor beginnende leerkrachten en stagiairs.

Commentaren en reacties