JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Leugens, gespin en kontdraaierij

Een suppo voor Q.

ColumnJohan Sanctorum27/10/2023Leestijd 4 minuten
Vincent Van Quickenborne in ‘De Tafel van Gert’, 24/10 .

Vincent Van Quickenborne in ‘De Tafel van Gert’, 24/10 .

foto © Play4

Terwijl zijn partij uiteenvalt en het Vivaldi-orkest steeds valser klinkt, geeft Vincent Van Quickenborne een masterclass in politiek cynisme.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Sommige lezers zullen zich afvragen waarom ik weer aandacht besteed aan de implosie van de Open Vld. Het antwoord is simpel: een systeem dat uiteen valt toont hoe het echt in mekaar zit, niet meer gehinderd door façade en camouflage.

In normale omstandigheden gedragen politici zich doorgaans deftig, ze kunnen zich ‘verkopen’ via de media en hun kiezers paaien. Ze danken hun job aan de partij en zijn deze ook loyaal. De doodsstrijd van zo’n partij maakt echter primitieve driften los, en onderscheidt de roofdieren van de prooien. Dit is veel interessanter materiaal voor prof. Carl Devos dan zijn voorspelbaar voorzittersdebat aan het begin van het academiejaar.

Open-Vld terminaal

Willem-Frederik Schiltz: zijn vader heeft het einde van de Volksunie meegemaakt, zelf is hij een van de protagonisten in de Open-Vld-doodsstrijd.

Politiek is verworden tot niets meer dan een goochelact vol met rook en spiegels’, schrijft Alain Grootaers. Dat klopt, mits kleine correctie: misleiding en komedie behoren tot het normaal van de politiek, de rook en de spiegels zijn standaard attributen. Politici zijn namelijk in de eerste plaats acteurs, wist de filosoof Plato al, en veel later na hem Niccolò Machiavelli. Ze veinzen, liegen, bedriegen elkaar en hun onderdanen. Het zit in de genen van wie macht ambieert en die wil veilig stellen. Politiek trekt roofdieren aan, al dan niet als lammeren vermomd, het is niet anders.

In een democratie moeten politici verkozen worden, en daartoe worden er ter attentie van het kiesvee nummertjes opgevoerd. Dat er constant camera’s op hen zijn gericht, heeft die aangeboren theatraliteit doen exploderen tot een media-paranoia. De actualiteit is er dag en nacht, de pers alomtegenwoordig, en wie uit de actualiteit verdwijnt is dood. De houding van de kiezer-burger is anderzijds dubbel: hij haat het om bedrogen te worden, maar kiest uiteindelijk voor diegene die hem het best kan bedotten. Democratie beloont de beste leugenaar. Het is dan beter om van kakistocratie te spreken, een regime waarin competentie en zin voor het algemeen belang helemaal onderaan de prioriteitenladder staan.

Wat niet belet dat politici constant boven hun moreel gewicht spelen en zich soms zelfs voordoen als witte ridders. Ze pappen aan met pornosterren en schrijven tegelijk feministische boekjes. Pas als er een existentiële dreiging ontstaat, komt de ware aard van de politicus-acteur naar boven, en dan zijn we bij de bokaal, beste studenten, met het opschrift ‘Open-VLD terminaal’. Het is nu elk voor zich, sauve qui peut. Alle maskers vallen, in deze groteske karikatuur van de machtsstrijd. Onderweg worden concurrenten gekannibaliseerd, dolken in de rug gestoken, broedermoorden gepleegd. Wie iets van politiek wil snappen, moet dit vat vol ratten bij opstijgend water observeren.

Lievelingspater

Play4

Grote verslagenheid aan tafel, als Q. getuigt.

Iemand die dat spel op een niveau hoger speelt dan de rest, is ex-justitieminister Vincent Van Quickenborne. Door vriend en vijand wordt hij geprezen als een sluwe intrigant en politiek overlever. Hij heeft zich als enige uit de sterfput van de Vlaamse liberalen weten los te wrikken, dankzij een grandioos nummertje waarin hij meteen ook het zinkende Vivaldi-orkest vaarwel zei. Zogezegd om ‘zijn verantwoordelijkheid te nemen’ nadat het dossier van terrorist Abdesalem Lassoued in de verkeerde kast bleek te liggen. Q. had zowaar de politieke moraal opnieuw uitgevonden, een voorbeeld voor alle collega’s, zo konden we in alle krantencommentaren lezen.

En dan duikt diezelfde Q. opeens in het praatprogramma De Tafel van Gert op, we zijn 24 oktober. De vraag wordt gesteld ‘zou u het kloosterleven overwegen?’ Tot ieders verbazing steekt hij het bordje ‘Ja’ op, maar weinig later blijkt dat een en ander met Gert Verhulst op voorhand is doorgepraat: het is een ezelsbrug om tot een ‘getuigenis’ te komen. Daarin bekent de ex-minister, tot zijn 18de misdienaar en vervolgens lid van Amada, hoe een pater in het internaat iets te enthousiast de geneeskunde beoefende, en suppo’s voor van alles en nog wat opstak. De ‘lievelingspater’ (sic) wiens begrafenis hij later bijwoonde. Men ziet heel het tafelgezelschap, Rik Torfs incluis, in close-up verstijven: de ‘getuigenis’ van Quickie is van A tot Z duidelijk vooraf met de regiekamer doorgepraat.

De woorden van Quickie waren nog niet koud, of Sven Ornelis, radiopresentator bij Radio Joe en ook oud-leerling van dat Gentse Sint Barbaracollege, sprong hem bij. Hij had er naar eigen zeggen ‘een prachtige jeugd, een goede tijd en veel dingen bijgeleerd’. Een trauma heeft Sven er niet aan over gehouden, en dat vindt hij best wel vervelend. ‘Het is raar om er 30 jaar later nog over te praten. Ik voel me schuldig dat ik me geen slachtoffer voel’, aldus niet-slachtoffer Sven Ornelis. Zich schuldig voelen omdat men zich geen slachtoffer voelt: probeer de worsteling van Sven met zichzelf te begrijpen. Of is het toch allemaal eerder aandachtszoekerij?

Karpersprong

Q. spreekt zijn witte ridderschaar toe, de dag dat de politiecombi als urinoir werd gebruikt

Dat er in die Gentse eliteschool door de paters-jezuïeten zaken werden gedaan die toen als normaal en nu als grensoverschrijdend worden beschouwd, hoeft men niet te betwijfelen. Maar wat valt er uit dit soort geprepareerde TV-getuigenissen te besluiten? Dat iemand als Van Quickenborne, geassisteerd door aangever Gert Verhulst, tot alles in staat is om zijn imago op te vijzelen. Het Ik-ook-nummertje parasiteert schaamteloos op de reële problematiek van mensen met een geschiedenis van seksueel misbruik, en past in een slachtofferrol die al zijn fouten moet doen vergeven.

Die oproep tot publiek mededogen zat al in zijn safe-house-performance, toen hij vanuit een verborgen adres volop interviews gaf over zijn precaire situatie, op de vlucht voor de drugsmaffia. Nu toont de moedige man die ‘politieke verantwoordelijkheid nam’ ook zijn kwetsbare kant, in casu de achterkant. De naïviteit waarmee de pers dit soort acts ernstig neemt, zegt veel over de journalistieke kwaliteit in Vlaanderen, en het vermogen om woorden en daden van politici te ‘lezen’.

Vincent Van Quickenborne is een volbloed Machiavellist zoals er in de Belgische politiek weinig rond lopen. De Kortrijkzanen willen hem voorlopig niet terug, ze kennen zijn streken. Dat schrikt Q. niet af. Wees maar zeker dat we de komende maanden zullen bekogeld worden met verhalen uit de Guldensporenstad, die beurtelings de daadkrachtige politicus in beeld zullen brengen, dan weer de gevoelige jongen, of de witte ridder die hij in de Dutroux-tijd al speelde.

Het is wachten op het volgende exploot, ik doe een gok. Ik zie het nog wel gebeuren dat Quickie, zijn bijnaam getrouw, een karpersprong maakt naar de N-VA, en daar een verkiesbare plaats weet te versieren. In de buurt van dat andere politieke dier, Jean-Marie Dedecker. Waar boten zinken en ratten verdrinken, sneuvelen zwemrecords.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties