JavaScript is required for this website to work.
post

Lieve Maes: nieuws zonder één telefoontje

Hoe journalisten nieuws framen zonder checken

Pieter Bauwens28/3/2015Leestijd 5 minuten

Lieve Maes (N-VA) werd wereldberoemd in Vlaanderen omdat ze het gebruik van het Engels op vliegtuigen ‘laakte’. Tijd voor het echte verhaal.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Lieve Maes (Vlaams parlementslid en deelstaatsenator, N-VA) haalde alle kranten en nieuwsberichten met een vraag over het taalgebruik in vliegtuigen die landen op Zaventem. Tot haar eigen verbazing. Haar vraag over het taalgebruik op vliegtuigen was blijkbaar zo wereldschokkend dat ze zelfs opgenomen werd op haar Wikipediapagina. En ja ook onze huiscartoonist Erwin Vanmol maakte er een cartoon over. Aan Doorbraak wou Lieve Maes wel eens het relaas van de feiten doen. Een verhaal dat meer zegt over de media, dan over taalpurisme.

De vraag

Lieve Maes is misschien niet de meest bekende N-VA’ster, maar is er een van het eerste uur. Als dochter van oud-Volksunie boegbeeld Bob Maes rolde ze mee de N-VA in. Ze is al geruime tijd lid van de partijraad en het partijbestuur. Zeg maar iemand uit de ‘Vlaamse flank’ van de N-VA. Als iemand met die achtergrond een vraag stelt over taalgebruik op vliegtuigen is dat wereldnieuws in Vlaanderen. Maar waarom stelde ze die vraag eigenlijk? ‘De bedoeling van mijn vraag was om iets te weten, daarom was het ook een schriftelijke vraag. Ik vlieg vrij veel, ook vroeger al, en het was me opgevallen dat er niet altijd Nederlands wordt gebruikt als het vliegtuig landt in Zaventem. Op die bewuste vlucht werd het landen enkel aangekondigd in het Frans en Engels en ik vroeg me af of daar een regeling voor bestond. Dus schreef ik een brief naar Brussels Airport met de vraag of er een regeling bestaat, of er aanbevelingen zijn voor luchtvaartmaatschappijen die landen op Zaventem. Het antwoord van Brussels Airport was: neen. Daarop stelde ik een schriftelijke vraag aan minister Ben Weyts (N-VA) of daar wetgeving over bestaat. Ik maakte daarbij de bemerking dat er toch veel Vlamingen landen in Zaventem, dat de luchthavenuitbater geen richtlijnen geeft over het gebruik van talen, specifiek het Nederlands. Je moet dat eens vergelijken met een ander land, een internationale lijnvlucht die landt in een nationale luchthaven, neem een KLM die landt in Rome en enkel in Nederlands en Engels communiceert. Ik vraag me af wat daarop de commentaar zou zijn. Ik besef dat niet elke luchtvaartmaatschappij een  Nederlandstalige in dienst heeft. Maar ik heb al vaker gehoord dat men dan een opgenomen geluidsbestand afspeelt in de plaatselijke taal. Zo moeilijk is dat toch niet?’

Het antwoord van minister Weyts op de schriftelijke vraag van Lieve Maes was duidelijk: dit valt buiten de wetgeving en er is geen regelgeving over. Minister Weyts maakte er nog de opmerking bij dat het volgens hem voor luchtvaartmaatschappijen toch commercieel interessant zou kunnen zijn om ook het Nederlands, de taal van het land, te gebruiken in hun communicatie met de passagiers. Lieve Maes kon nog verder gaan met een vraag aan de federale minister Jacqueline Galant (MR), maar dat deed ze  dus niet. Daarmee leek de kous dus af.

Tot de vraag en het erbijhorende antwoord, zoals gebruikelijk is, na enige tijd op de website van het Vlaams Parlement werden gepubliceerd. Het persagentschap Belga pikte de zaak op, maakte er een bericht over en stuurde dit door naar de klanten van het persagentschap. Dat was op een vrijdagavond. ‘Het Belgabericht had als titel “N-VA-politica laakt anderstalig taalgebruik in vliegtuigen die landen op Brussels Airport”. Diezelfde avond wordt het Belgabericht overgenomen door Knack.be. Dat is het hele weekend het meest gelezen en meest gedeelde artikel op Knack.be geweest. Ook andere media nemen het “nieuws” over, waarbij het Belgabericht telkens als basis wordt gebruikt. ’ In dat bericht wordt de vraag van Lieve Maes in een totaal andere context geplaatst. Terwijl Lieve Maes een informatieve vraag stelde, worden haar door het Belgische persbureauallerlei ook intenties toegeschreven. ‘Ik heb het werkwoord “laken” nooit gebruikt. Overigens, geen enkele journalist die het bericht heeft overgenomen, heeft me gecontacteerd. Je zou toch verwachten dat ze checken. De boodschap was dan ook: ‘ik gaf als wereldvreemde NV-A’ster blijk van kerktorenmentaliteit en ik zou ook geen andere talen machtig zijn.(Lieve Maes spreekt vijf talen en had voor ze parlementslid werd een internationale job-PB). Zelden of nooit heb ik zoveel reacties gekregen, heel veel negatieve, maar gelukkig ook een aantal hartverwarmende. Is het zo onlogisch dat je je afvraagt waarom in een vliegtuig niet de taal wordt gebruikt van het land waar je landt?’

Pers

Lieve Maes ziet er geen alleenstaand feit in. Ze vergelijkt het met een ouder politiek verhaal. ‘Er is ook een heleboel heisa geweest toen Frieda Brepoels in het Europees Parlement ijverde voor het gebruik van Nederlands in de bijsluiters van medicatie en de handleidingen bij toestellen. Ook toen kwamen die verwijten van enggeestigheid en kerktorenmentaliteit en dat ze geen wereldburger was. Ik vraag me af, wanneer is iets belachelijk en wanneer niet, waar stopt dat? Niet elke Vlaming is zo vlot meertalig om de handleiding van een nieuwe stofzuiger in het Engels door te nemen. Dat heeft niets te maken met enggeestig. Maar daarvoor pleiten valt blijkbaar niet goed in Vlaanderen. Het is welhaast politiek niet-correct om daar iets over te vragen. Enige taalfierheid in Vlaanderen is al helemaal taboe.’

En zo werd dit een verhaal over hoe de pers omgaat met parlementsleden die aandacht vragen voor taalgebruik in Vlaanderen. Het is minstens ongepast in hun ogen. Maar het verhaal gaat ook verder. Hoe kan een dergelijk fait divers uitgroeien tot een hoofdpunt in het nieuws? Zonder dat een journalist ook maar een telefoontje gepleegd heeft met het onderwerp van die berichten zelf. Gewoon door ongecontroleerd, slaafs een bericht over te nemen verspreidt het  bericht zich via het internet en de sociale media. ‘Ik kreeg als reactie ook de vraag “moet een politicus zich daarmee bezighouden?”. Ik zeg daarop: ja. Maar ik zeg ook, dat is niet het belangrijkste waarmee ik me bezighoud. Maar dat haalt zelden de pers. Met belangrijke inhoudelijke thema’s haal je geen pers, daar maalt niemand om. Ik zit ook in de  commissie Financiën en Begroting, Wat daar besproken wordt, is “te moeilijk en te saai” voor een nieuwsbericht. Ook daar sprokkelen journalisten enkel fait divers. Ik haalde de pers met een vraag over de uurregeling van de diabolotrein naar Zaventem. Maar de meer technische vragen, die er echt toe doen, over het contract en de technische aspecten daarvan…daarvan kwam niets in de pers. Daar ligt blijkbaar geen kat van wakker. Wel dus van die uurregeling.‘ Wat tot de conclusie moet leiden dat het publiek enkel fait divers krijgt toegeworpen als nieuws. De Vierde Macht doet dan eigenlijk haar werk niet.’

Taalpolitiek

Lieve Maes zit in het Vlaams parlement ook in de commissie Brussel en de Vlaamse Rand. Ze woont ook in die regio. Een van de laatste regio’s in Vlaanderen waar het Nederlands echt nog onder druk staat van het Frans en steeds meer ook van andere talen. Speelde dat ook mee in haar vraag? ‘Ik ben misschien gevoeliger voor de taalproblematiek omdat ik in mijn eigen leefomgeving zie wat er gebeurt als je niet consequent opkomt voor de eigen taal. Als wij niet regelmatig herhalen dat we in Vlaanderen wonen en niet in een tweetalig gebied, dan zie je bedrijven en winkelketens reclame maken en communiceren in twee talen of zelfs enkel in het Frans. Als we niets ondernemen, wordt de Rand de facto tweetalig. Wij zitten met de N-VA in de meerderheid in Zaventem en onze schepen gaat consequent op bezoek bij wie tweetalige reclame maakt, om erop te wijzen dat Zaventem in Vlaanderen ligt. Wij geven aan de anderstalige inwoners ook de boodschap: hoe sneller je Nederlands leert, hoe meer kansen je hebt, in het sociale leven en op de arbeidsmarkt. De realiteit is dat bedrijven vaak niet eens beseffen dat ze niet meer op het grondgebied van Brussel gelegen zijn, maar in Vlaanderen. Vaak is het dus gewoon onwetendheid. We leggen dan vriendelijk de situatie uit en meestal wordt dat aanvaard.’ En speelde die gevoeligheid mee in het stellen van de bewuste vliegtuigenvraag? ‘Misschien wel, dat is ook een aspect. Als je op een vliegtuig, voor de landing een aankondiging hoort in een taal die je niet kent, dan ga je er van uit dat dat de taal is van het land. Als je dan landt in Zaventem en je hoort Frans en geen Nederlands, dan geef je eigenlijk mee dat dit een Franstalig land is. Dat is perceptie en ja dat speelt mee.’

Maar volgens tegenstanders is dat ouderwetse taalpolitiek. Hebben de criticasters geen punt? Iedereen spreekt toch wel een mondje Frans? Moeten we daar zo zwaar aan tillen? ‘Wanneer je als Nederlandstalige in Vlaams-Brabant overhoop gereden wordt, kan het gebeuren dat je door de 112 wordt afgezet in een ziekenhuis waar niemand Nederlands spreekt. Dan moet je op een dergelijk moment in een vreemde taal uitleggen wat er aan de hand is. Dat is niet iedereen gegeven. Dat is ook niet evident. Maar dat zijn wel situaties die vandaag in Vlaams-Brabant nog bestaan Ik zie echt niet in waarom ik me moet schamen wanneer ik vraag  om in eigen land in de eigen taal bediend en behandeld te worden.’

Foto © N-VA

Personen

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties