Lieven Annemans, de ‘gevaarlijkste’ man van het land
(voor de virologen toch)
Prof. Dr. Lieven Annemans tijdens het ‘Nationaal Corona Debat 2020’, georganiseerd door VRT NWS, VTM Nieuws en HLN.
foto © Belga
Tip voor de uitreikers van vrijheidsprijzen allerhande: zet Lieven Annemans man bovenaan op de shortlist, een moedig man.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen paar dagen geleden ben ik nog eens met mijn moeder gaan lunchen. Ze is 88, heeft kanker die met medicatie wat onder controle wordt gehouden. Uiteraard is ze een makkelijk slachtoffer voor het coronavirus. In de virologische context moet ze gewoon thuis blijven. En wachten tot ze dood gaat, dan is ze volledig immuun geworden.
Het was deze sarcastische grap die ons verleidde tot het ‘verboden’ etentje, en of het gesmaakt heeft. Meteen zitten we in de discussie van medische logica versus welzijn. En de steen in de kikkerpoel die door gezondheidseconoom en geluksprofessor (zo kennen de media hem) Lieven Annemans werd gegooid. Na een open brief, eind augustus gepubliceerd, waarin letterlijk ‘de legitimiteit van de huidige experts in vraag wordt gesteld’, kreeg hij zowaar een zitje in Celeval, het expertencomité dat de Nationale Veiligheidsraad adviseert.
Macht, vijandbeeld, angst
Annemans is sindsdien aangeschoten wild omdat hij de angstcultuur rond het virus durft te contesteren, en ook factoren als onzekerheid, eenzaamheid, depressies, leerachterstand in het onderwijs en de toenemende armoede ten berde brengt, veroorzaakt door de contactbeperking en de quarantainemaatregelen. Dat zint de virologen niet: ze willen hun autoriteit niet betwist zien door iemand die een master lichamelijke opvoeding haalde, en vervolgens nog bedrijfskunde en handelsingenieur studeerde, om tenslotte een doctoraat te behalen in de toegepaste economische wetenschappen.
Annemans stelt die dubbelmonarchie in vraag, maar poneert tegelijk opnieuw de autonomie van het individu. We willen geen dummy’s zijn in handen van een controlestaat. Ook niet in tijden van pandemie. Het is dus ook een democratisch verzet dat we maar meteen ‘politiek incorrect’ zullen noemen. Doordat het virus ons leven beheerst zijn we in een totaaloorlog terecht gekomen, waarin het doel alle middelen wettigt. Iemand moest die ballon eens doorprikken: neen, het doel wettigt niét alle middelen.
De term ‘totale oorlog’ (Totale Krieg) is betrekkelijk jong: nazi-propagandaminister Joseph Goebbels lanceerde hem in 1943, toen Duitsland de oorlog al niet meer kon winnen en het Duitse volk werd uitgenodigd tot een Götterdämmerung, een collectieve zelfvernietiging. In die fase van het regime zijn mensen van geen tel meer. Dan vervaagt zelfs het collectieve belang tot een zaak van hysterie en massa-indoctrinatie, met een extreem vijandbeeld als wapen. Vandaag heet de vijand corona. Hij loert overal, en erger: iedereen is de vijand/besmettingshaard van iedereen. In zo’n oorlogssituatie zijn vrijheid en privacy van geen tel, weg ermee.
Garagistenvisie
Verre van Marc Van Ranst, Erika Vlieghe en C° van nazi-sympathieën te verdenken. Maar men moet toch aandacht hebben voor het totalitaire karakter van hun denksysteem. Men aanvaardt zomaar dat er één wetenschap is, één doctrine die het beleid bepaalt en ons gedrag dicteert. Hun tamelijk autistisch redeneerpatroon is bovendien een uitloper van het Cartesiaanse wereldbeeld, waaraan ook een vorm van smetvrees verbonden is. Het menselijk lichaam is een machine die defect kan geraken door een externe oorzaak. Dit euvel moet gerepareerd worden door een technisch bevoegd persoon -de dokter, de chirurg- die de oorzaak van het euvel wegneemt, en maatregelen voorschrijft om het risico op ‘hervallen’ te beperken. Het gezag van de dokter is totaal, en zijn visie op de mens is die van een levend lijk.
Deze garagistenvisie op het lichaam (de analogie met de auto gaat zeer ver) is zeer efficiënt in een maatschappij waar algemene, abstracte modellen primeren en individuen ondergeschikt zijn aan een ‘politiek correcte’ gedragscontrole. In wezen is deze verticale kijk op de patiënt al dominant in de westerse geneeskunde sinds de 13de eeuw en de oprichting van de universiteiten.
Hokjesdenken
Patiënten zijn leken, ze weten niets. Nog maar recent hebben ze inzage in hun eigen medisch dossier. Het leidde tot de hedendaagse architectuur van het mega-hospitaal vol specialisten die nauwelijks nog met elkaar communiceren.
Want ook dat is een kenmerk van de moderne medische wetenschap: het vakjesdenken. Er is geen overzicht, er zijn alleen territoria van experts. Toen mijn zoon voor een infectie binnenin het been werd behandeld aan het UZ Leuven -hét topziekenhuis in België- geraakten infectiologen en orthopedisten het maar niet eens over de diagnose én de behandeling. Maanden heeft dat dispuut gewoed, boven het hoofd van de patiënt heen. Die is letterlijk, zoals het woord het zegt, een lijdend voorwerp.
Natuurgeneeskunde
Er bestaat ook zoiets als alternatieve geneeskunde, die door de klassieke wordt weggelachen. Dat is geen reactie ertegen, ze is veel ouder dan de doktorengeneeskunde. Zelfs zo oud als de mens zelf. Ze vertrekt meer van het totale levende wezen, als eenheid van lichaam en geest, de individuele existentie, de band met de natuur. Waarin dus ook allerlei bacteriën en virussen een plaats hebben. Ze aanvaardt niet de blinde onderwerping aan dokters en biedt ruimte tot zelfmedicatie.
Dit gaat over het recht van het individu om over zijn eigen lichaam te mogen beschikken, als huis, als tuin, als microkosmos. Het actuele euthanasiedebat ligt in het verlengde daarvan. Het komt experten niet toe om te bepalen hoe iemand dood mag/moet gaan, wie daarbij hoort te zijn en welke documenten moeten ingevuld worden. In de limiet is iedereen zijn eigen arts en is het de natuur zelf die ons met beperkingen confronteert. Niet de Orde van Geneesheren of een of andere euthanasiewet.
Hekserij
In de middeleeuwen werd die claim op zelfbeschikking als hekserij aanzien door de Kerk én de academische wereld, met alle gevolgen van dien. Al wie met kruiden bezig was en met een overgeleverde kennis, niet gedoceerd en gecontroleerd door een beroepsklasse, was ‘gevaarlijk’ voor de samenleving. Pas in de 18de en 19de eeuw kwam er terug plaats voor de organische totaalvisie, en het inzicht dat de mens niet tegen de natuurkrachten moet werken maar er een ‘modus vivendi’ mee moet ontwikkelen. Dat is wat Lieven Annemans eigenlijk zegt. Het virus is een vervelend ding en we moeten er intelligent mee omgaan, niet roekeloos maar ook niet panisch.
Het ballonnetje dat de gezondheidseconoom opliet over groepsimmuniteit (het creëren van een natuurlijke weerstand door met het virus in aanraking te komen) ligt in het verlengde van die alternatieve visie. Zijn verzet tegen de angstcultuur is een verzet tegen de virologendictatuur én de politieke implicatie van een Big Brother-maatschappij, dat wat ik in mijn recente boek ‘gezondheidsfascisme’ heb genoemd: de toenemende greep van de controlestaat met als groot alibi het algemeen belang en de volksgezondheid.
Pensée unique
Het corporatisme van artsen, virologen, en andere specialisten, nu ook de statistici, speelt daarbij een niet te onderschatten rol. Dit is hun moment de gloire, voor hen is corona een zegen en een bevestiging van hun almacht. Gewone mensen hebben niets te vertellen, ze moeten zwijgen en gehoorzamen, buigen voor de wetenschap. Het was en is de natte droom van Marc Van Ranst. Een Pekingmodel waarin contactverbod, mondmaskers, afzondering, quarantaine, bubbels en essentiële verplaatsingen het discours zijn gaan beheersen. En waarin autonomie, eigen verantwoordelijkheid, (jawel) burgerzin, maar ook algemeen psychisch en sociaal welbevinden geen enkele rol spelen.
‘Deze man is gevaarlijk’, was dus het quasi-unanieme oordeel van de andere experten (die zich de ‘echte experten’ noemen) over Lieven Annemans Ooit hadden we Dutroux, nu hebben we Annemans als publieke vijand nummer één. Men kan dit oordeel zelf ook gevaarlijk noemen, misschien nog veel gevaarlijker. Het is het verdict van de pensée unique. Ergens doet het denken aan de middeleeuwse verbrandingen van heksen en ketters. Om maar te zeggen: van zodra de kans zich voordoet blijken bepaalde wetenschappers wolven in schaapsvacht. Dan wordt iemand die gewoon bezorgd is om psycho-sociaal welbevinden, verketterd tot charlatan. Zo’n fenomeen moet alarmbellen doen afgaan.
Mirakeloplossing
Ondertussen blijft het een vraagteken of een vaccin wel de mirakeloplossing is. Misschien wordt het maar een deel van de oplossing. Een goudmijn voor de farma-industrie, maar zal de mens zich toch moeten aanpassen zoals elk organisme. En ook al zijn we van het virus nog niet af en moeten we het zeker niet minimaliseren, het totalitaire, door smetvrees geobsedeerde discours van de virologen is niet alleenzaligmakend. Van Ranst en Annemans zijn elkaars tegenpolen in een zinnig debat, maar de manier hoe de gezondheidseconoom wordt aangepakt is alles behalve proper. Ik hoop dat hij voldoende steun vindt in zijn dissident optreden en de pogingen tot beschadiging met de hem kenmerkende glimlach weerstaat. Tip voor de uitreikers van vrijheidsprijzen allerhande: zet deze man bovenaan op de shortlist.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.