Boodschap aan de politiek: tijd om te filteren
Links Vlaanderen profiteert van Turks nationalisme: conclusie
Conner Rousseau en Meyrem Almaci dienen dringend een filter toe te passen. Enig opportunisme is gezond, maar het mag niet pathologisch worden.
foto © BELGA PHOTO POOL BERT VAN DEN BROUCKE
Eenzijdige integratie bestaat niet maar is slechts schijn. En politiek Vlaanderen laat betijen. De verantwoordelijkheid ligt bij de partijen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOorspronkelijk zou dit een korte reeks worden over mannen en vrouwen van Turkse origine in de politiek. Het mondde uit in een zevendelige reeks die het electoraal opportunisme van de Vlaamse politieke partijen in kaart heeft gebracht.
Er is eigenlijk niks mis met gezond opportunisme. Pathologisch opportunisme daarentegen zorgt voor een vervaging van principes en identiteit, en op die manier van een volledige ideologie. Vervreemding van de politiek, nieuwe partijen, allochtonen versus autochtonen en racisme zien in alles wat maar een tikkeltje kritiek behelst, kunnen voor een gevaarlijke dynamiek in het politieke landschap zorgen.
Politiek parcours: van socialist naar Vlaams-nationalist
Men verwijt mij wel eens dat ik een ‘partijhopper’ ben. Ik kom uit een dieprood nest: mijn ouders zijn hevige socialisten. Soms neigen ze naar het communisme. In mijn zoektocht naar politiek onderdak sloot ik me dan ook eerst aan bij de socialisten. Daar zag ik hoe politieke islamisten en antidemocraten van Turkse origine op handen werden gedragen. Mijn kaak moest terug aan mijn mond vastgeschroefd worden.
Ik werd uitgelachen door partijtoppers wanneer ik hen aansprak over de islamisten in hun midden. Islamisten die in Beringen stemmenkanonnen waren binnen de Turkse gemeenschap. Ik voelde mij niet thuis bij de sociaaldemocraten, waarvan ik in mijn politieke opvoeding toch had geleerd dat ze voor gelijkheid streden. De realiteit brak de illusie helaas af.
Vrijheid, blijheid en feminisme
Een eerste politieke teleurstelling werd verteerd door mij in te zetten voor een links-liberaal project, de Sociaal-Liberale Partij (voortgekomen uit Spirit, en daarvoor de Volksunie, nvdr). Helaas, de SLP haalde amper de kiesdrempel en de partij hield op te bestaan. Sommige partijgenoten van toen zochten onderdak bij Groen. Omdat ik toen al wist wat voor enggeestig links gedachtegoed in Vlaanderen rondwaarde — en nog altijd rondwaart trouwens — koos ik toen voor Open Vld.
De geveinsde vrijheid, blijheid en feminisme van de liberalen lag nog maandenlang als een blok op mijn maag. Ik maakte er namelijk kennis met een islamist die ook kandidaat was op een blauwe lijst in 2010. Zijn vrouw was een bekeerde moslima van Vlaamse origine. Hijzelf was een misogyne holbewoner die vond dat vrijgevochten, gescheiden Turkse vrouwen — ik dus — een slecht voorbeeld waren voor zijn dochter. Ik ging ermee naar een partijtopper. Er werd me aangeraden om te filteren en te negeren.
Ik nam afstand van de politiek in die jaren en concentreerde mij op mijn persoonlijke ontwikkeling. Jaren later begon ik te schrijven voor Doorbraak. Iemand van N-VA merkte me op. Ik heb sinds 2018 een lidkaart en intussen ben ik gemeenteraadslid in Hasselt.
Te kritisch, te veel vragen
Mensen vragen me wel eens naar de opmerkelijke maar onlogische evolutie die ik in mijn politieke loopbaan heb gemaakt: van dieprood naar centrumrechts. Dan antwoord ik altijd dat de andere partijen niet naar mij wilden luisteren. Ik was niet aantrekkelijk genoeg, want ik had geen band met de conservatieve Turkse gemeenschap in Limburg. Bovendien stelde ik te veel vragen rond tradities en rolpatronen. Ik was te kritisch voor mijn eigen gemeenschap.
Electoraal was ik dus niet aantrekkelijk genoeg om stemmen binnen te rijven. Ik zag ongelijkheid en discriminatie binnen de gemeenschap. Ik zag een latent fascisme onze samenleving binnensluipen en probeerde de politiek te waarschuwen. Tevergeefs.
Bruggenbouwers met taalachterstand
Die zogezegde bruggenbouwers die eilandjes willen doen samensmelten door zich politiek te engageren, hebben in de eerste plaats nog meer eilandjes gecreëerd. Als we na vijftig jaar migratie nog altijd over een integratiebeleid moeten praten, dan moet de politiek verantwoordelijk gesteld worden. En dan bedoel ik niet dat ze nog meer moeten investeren in integratie. Wel dat ze misschien strenger en kritischer moeten staan tegenover gemeenschappen die halsstarrig weigeren om deel van deze moderne samenleving te zijn.
In mijn onderzoek naar politici van Turkse origine met sympathieën voor antidemocratische en autocratische systemen botste ik niet alleen op hun opmerkelijke, nationalistische uitspraken. Ik zag hen ook meer in het Turks dan in het Nederlands communiceren op sociale media. Wat is er verbindend aan een Vlaamse politieke partij die mij in het Turks aanspreekt over haar partijprogramma?
Ik was zelfs beledigd toen een kandidate van Open Vld Hasselt mij tijdens de gemeenteraadsverkiezingen een flyer bezorgde in het Turks. Een hele gemeenschap wordt op die manier onderschat. De partijen gaan er automatisch van uit dat er een taalbarrière is. Er zijn zelfs derde-generatie Vlaamse Turken die tevreden zijn met deze behandeling. We kunnen tot in de eeuwigheid verontwaardigd reageren maar het haalt werkelijk niets uit. Om nog een voorbeeld te geven: de Vlaamse PVDA beheert een Turkstalige Facebookpagina. Die taalachterstand wegwerken zal dus nog niet voor morgen zijn.
Alarmbellen
De mandatarissen van Turkse origine zijn niet weg te slaan uit Diyanet- of Milli Görüsmoskeeën. Beide behoren tot de politieke islam, maar Diyanet is een staatsorgaan en de persoonlijke speeltuin van Erdoğan. De vrijheid van religie wordt op die manier misbruikt om georganiseerde gendersegregatie en -discriminatie te valideren. Kleine meisjes en jongens krijgen gescheiden koranlessen. In hartje Vlaanderen worden ze opgeleid tot een vrome generatie van moslims. Een moskee in Antwerpen waar Güler Turan, politica van sp.a, en Meyrem Almaci, voorzitter van Groen, regelmatig opduiken, leert kleine meisjes dat een hoofddoek dragen enkel voor waardevolle personen bestemd is en dat de hoofddoek een noodzakelijke deugd is voor moslima’s.
Net deze politici met een voorbeeldfunctie roepen bij de minste islamkritiek dat islamofobie wijdverspreid is in dit land. Intussen reageren seculiere Turkse moslims even verbolgen op de systematische aanwezigheidspolitiek en controle van Erdoğan en zijn Diyanet. Als jonge mandatarissen van Turkse origine naar Erdoğan verwijzen als hun leider, naar Turkije als hun land, als ze met veel emotie praten over het Turkse leger, dan mogen de alarmbellen gerust afgaan bij de politieke partijen. Kritische vragen stellen is niet gelijk aan het stigmatiseren van een gemeenschap.
Gedeelde verantwoordelijkheid van politiek
Zoals ik eerder in deze reeks schreef: het is niet enkel de schuld van de Turkse gemeenschap die de antidemocratische en religieus-conservatieve ideologieën vanuit Turkije naar hier heeft geïmporteerd. Het is de grootste gedeelde verantwoordelijkheid van álle politieke partijen in Vlaanderen. Zij hebben dit bewust toegestaan en zelfs gefaciliteerd.
Het nieuwe normaal is het minimaliseren van Grijzewolvengroeten, de Nationalistische Haarden (de verenigingen van de Grijze Wolven) die verspreid over het land actief zijn en zichzelf voorstellen als de ideale schoonzonen. Het is nu blijkbaar normaal dat de politieke islam kapot gerelativeerd wordt. Dat moderne, hoogopgeleide vrouwen met blote bovenarmen en benen op de foto poseren met religieus conservatieve mannen die verwachten dat minderjarige meisjes zich bedekken.
Verenigingseilandjes
Opvallend is ook dat de Turkse gemeenschap zeer actief is in het verenigingsleven. VZW’s opgericht onder een structuur van Diyanet en Milli Görüs zorgen op die manier voor nog meer eilandjes. Wat hebben al die verenigingen tot nu toe bijgedragen aan de integratie van een hele gemeenschap? Een ontbijt georganiseerd door een Turkse vereniging is gezellig. Een iftaravond zal ook wel leerrijk zijn. Maar de pogingen tot een succesvolle integratie lijken telkens van één kant te komen.
Geen enkele politicus van Turkse origine gaat ooit naar een kerk om een kerstmis bij te wonen. Of misschien is men dan terughoudender om een foto te delen op sociale media? Uit angst om voor landverrader of goddeloze uitgescholden te worden door de eigen gemeenschap? Wat weten hun kinderen over de Belgische staatsstructuren, over de binnenlandse politiek? Niemand die het een moer interesseert. Kinderen van tien jaar of jonger wordt eerder het brengen van de militaire groet aangeleerd om het Turkse leger te eren.
Als men als gemeenschap zoveel waarde hecht aan tradities, waarom duwt men Vlaamse tradities dan weg? Waarom lachen de linkse elites de Vlaams-nationalisten uit die een Vlaamse canon willen samenstellen, maar vindt men het onschuldig als de Vlaams-Turkse kinderen op Turkse feestdagen de studenteneed van Atatürk moeten opdreunen? Ik heb zelf niets met symboliek, maar ik pas voor zulke politiek correcte hypocrisie.
Start to filter
De Turkse gemeenschap in Vlaanderen heeft zich op veel vlakken geëmancipeerd. Maar van de Turkse politiek en de politieke islam heeft ze zich nog niet weten los te wrikken. We hebben al verschillende partijen met allochtone stemmen mogen zien passeren op de kieslijsten. Denk maar aan de partij MDP, Islam, D-SA, Be.one. Geen enkele is tot vandaag succesvol gebleken.
Maar als we de nonchalance en de hypocrisie verder aanzwengelen, dan zullen we finaal botsen met een gemeenschap die volledig vervreemd zal zijn van onze samenleving. Omdat we zélf de regie in handen van Erdoğan en zijn politieke islam hebben gelegd. Dan zullen we ook in Vlaanderen een eigen DENK-partij hebben, die eerder ten dienste staat van het Turkse regime dan van haar Vlaamse achterban.
Het is tijd om te filteren, beste partijvoorzitters.
Lees ook de inleiding van deze reeks, en de vorige delen over Mustafa Aytar, Muhammet Oktay, Engin Özdemir, Bilgin Bekdemir en Güler Turan, en Mehmet Sadik Karanfil en Serdar Çelik. Dirk Rochtus schreef achtergrondstukken over het spanningsveld tussen secularisme en islamisme in Turkije.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Pinar Akbas (1980) uit Hasselt is een verpleegkundige van opleiding. Een Vlaamse Turkse, actief in de politiek en met een mening over integratie, participatie, gelijke kansen en gender.
Na meer dan twee decennia lig ik nog wakker van het schuldgevoel dat maar blijft knagen aan mijn geweten.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.