JavaScript is required for this website to work.
Vlaams Belang

Lode Vereeck en Kurt Moons (VB): ‘Er is een sociale dijkbreuk. We worden niet meer scheef bekeken’

Horizon 2024Winny Matheeussen28/10/2023Leestijd 10 minuten
Lode Vereeck en Kurt Moons nemen kopposities in op de Vlaams Belang-lijst bij de
komende verkiezingen.

Lode Vereeck en Kurt Moons nemen kopposities in op de Vlaams Belang-lijst bij de komende verkiezingen.

foto © Belga Image

Lode Vereeck en Kurt Moons, nieuwkomers op de Vlaams Belanglijst, praten over het sociaal-economisch programma van hun partij.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vlaams Belang stelde onlangs haar kandidatenlijsten voor. Op de Kamerlijst prijken Lode Vereeck en Kurt Moons, respectievelijk plaats één in Antwerpen en plaats twee in Vlaams Brabant. Vlaams Belang wil zich met hen profileren en duidelijkheid scheppen over hun sociaal-economisch programma. Een gesprek over de sociaal-economische ‘smoel’ van het VB.

Lode Vereeck werkt sinds kort als coördinator van de studiedienst van de partij. Voorheen zat hij al in het Vlaams parlement voor zowel Open Vld als Lijst Dedecker. Tot zijn ontslag aan de Universiteit Hasselt, wegens een vertrouwensbreuk met de leiding, was hij ook actief als professor economie en Openbare Financiën. Kurt Moons is een volbloed ondernemer en CEO die onder andere Brantano en Eddy Merckx Cycles leidde. Daarnaast was hij van 2011 tot 2021 voorzitter van Pro Flandria, het netwerk voor Vlaamse ondernemers en academici. Al bij al hebben de heren een eerder rechts sociaal-economisch profiel.

Sommigen beweren dat het VB sociaal-economisch een linkse partij is. Kunnen jullie dat standpunt begrijpen?

Lode Vereeck: ‘Dat is of onwetendheid of kwaadwilligheid. Als u ons programma leest zal u zien dat wij ons inschrijven in het Rijnlandmodel. Een model dat goed werkte in de jaren ’60 maar dat eind jaren ’70 is verlaten. Het koppelt economische vooruitgang aan sociale bescherming. Het wordt ook wel eens de “sociale markteconomie genoemd”, en dat omschrijft het het beste.’

‘Wij pleiten niet voor een staats- of planeconomie, maar voor een economie waarin ondernemers, arbeiders, bedienden, zelfstandigen, ambtenaren en vrijwilligers samen zorgen voor de creatie van de welvaart. We trekken wel allemaal aan één zeel. Dat is typisch aan een nationalistische visie: de economie staat ten dienste van de hele natie. We kiezen dus niet voor één bepaalde laag van de bevolking, zoals alleen ondernemers of de arbeiders. We kiezen voor het model van de markteconomie omdat dat bewezen heeft het meeste welvaart te creëren. Maar je moet die wel sociaal corrigeren, met een sterke sociale zekerheid.’

‘Nieuw is wel dat we de markteconomie strategisch moeten corrigeren. We hebben de laatste jaren, zeker in de internationale handel, gezien dat we de markt vrij lieten spelen zonder gelijk speelveld. Internationale handel en export zijn een bron van welvaart, maar we zijn niet naïef en hebben gemerkt dat die ongebreidelde globale economie voor te veel afhankelijkheid zorgt van buitenlandse spelers. Bepaalde strategische sectoren, zoals energie, bepaalde maakindustrieën en voedselvoorziening, moeten we zelf in handen houden. Lokale verankering, nationale belangen en strategische zelfredzaamheid zijn ideeën die twintig jaar lang werden weggelachen. Maar vandaag leven we in een nieuwe wereld. De coronacrisis en de oorlog in Oekraïne drukten ons met de neus op de feiten: we hadden geen mogelijkheid om bijvoorbeeld zelf mondmaskers te produceren en de energiecrisis wees ons op de te grote afhankelijkheid van één gasproducent: Rusland.’

‘Dus nee, ons programma is niet links. Dat is een debatfiche van de N-VA. Miranda Ulens van het ABVV noemt het rechts. Onderzoek van professor Walgrave heeft bevestigd dat we in het midden zitten. Met het Rijnlandmodel probeer je een economie op te bouwen die voor alle lagen van de bevolking werkt. Zoals in de jaren ’60.’

Teruggrijpen naar de jaren ’60. Dat lijkt wel geniaal. Maar ontkent u net daarmee niet de huidige realiteit? Er is sindsdien veel veranderd. Het geld is bijvoorbeeld op.

Lode Vereeck: ‘We hebben daar zeer concrete plannen aan vastgekoppeld, op gebied van belastingen en pensioenen, bijvoorbeeld. Die zijn betaalbaar, maar er zijn wel twee essentiële voorwaarden aan verbonden. De eerste is een onafhankelijk Vlaanderen. Onze oplossingen zijn niet nieuw, we horen ze al twintig, dertig jaar: de belasting op arbeid moet omlaag. Minister Van Peteghem (CD&V) heeft die zelfs trachtten implementeren, zonder succes. Want ze zijn volstrekt onbetaalbaar binnen België. Ze zijn alleen betaalbaar als er voldoende mensen werken en bijdragen. Laat dat nu net het geval zijn in Vlaanderen. Met onze 78 procent werkzaamheidsgraad kunnen we al die plannen financieren.’

‘De tweede voorwaarde is komaf maken met het opengrenzenbeleid. Dat geven zelfs de socialisten in een zeldzaam moment van eerlijkheid toe: we kunnen onze sociale zekerheid, de sociale correcties die we voorstellen, niet betalen wanneer iedereen hier toestroomt om gebruik te maken van onze sociale zekerheid.’

‘De twee kernthema’s van het Vlaams Belang, het communautaire en migratie, vormen voor mij de basisvoorwaarde om het derde thema, het sociaal-economische, aan te kunnen snijden. Zolang de grenzen open blijven en we de Franstaligen en Vlamingen niet elk voor hun eigen verantwoordelijkheid plaatsen, zijn alle mooie plannen waar Van Peteghem, de Hoge Raad van Financiën, de vergrijzingscommissie, economische experten en ook wij voor staan, niet uitvoerbaar. In het federaal parlement klinkt enkel praat voor de vaak. Daar zit alles geblokkeerd.’

Ongetwijfeld fijn om te horen dat u hengelt naar een plaats in een slaapparlement, mijnheer Moons. Hoe kijkt u hiernaar?

Kurt Moons: ‘(lacht) Ik zie liefst zo snel mogelijk een onafhankelijk Vlaanderen en streef dus naar een zo kort mogelijk verblijf in de Kamer. Maar alle gekheid op een stokje, ik bekijk de zaken vooral als ondernemer. Ik heb tijdens de voorbije jaren gemerkt dat er een gebrek aan sense of urgency is. Dat heeft te maken met de Belgische entiteit, die compleet de mist in gaat.’

‘Mijn grote bezorgdheid is voor de toekomstige generaties. Vlaanderen riskeert te worden meegetrokken in de chaos van het economische moeras. Dat is de belangrijkste reden waarom ik, vanuit de Vlaamse beweging, waarin ik me nooit politiek heb geëngageerd, nu de stap zet naar de actieve politiek bij het Vlaams Belang. Zij hebben op communautair gebied de meest aannemelijke koers om tot Vlaamse onafhankelijkheid te komen en koppelen daar nu ook een duidelijk sociaal-economisch programma aan waarbij ze uitgaan van een vrije markteconomie die sociaal gecorrigeerd moet worden. De overheid moet daarrond een duidelijk regelgevend kader bouwen.’

‘Want waar ligt de ondernemer van wakker? Van onzekerheid. Aan sommige onzekerheden kan je weinig doen, maar net het programma van Vlaams Belang op sociaal-economisch vlak wil de zaken waar we wel iets aan kunnen doen in handen nemen. Om dat te kunnen doen is de Vlaamse onafhankelijkheid nodig. Vandaag is het in België onmogelijkheid om te komen tot een situatie waarin we onze kinderen terug een betere toekomst kunnen aanbieden, zoals in de jaren ’60. Als we die Vlaamse onafhankelijkheid kunnen bereiken, kunnen we ook dit sociaal-economisch programma uitvoeren. Ik raad iedereen, vooral onze collega’s, aan om dat toch eens grondig te lezen.’

De belangrijkste kritiek is de onbetaalbaarheid van het programma, toch als je vertrekt vanuit de huidige Belgische context. Is het uitgaan van de Vlaamse onafhankelijkheid geen utopie? Ik zie momenteel niet voldoende partners voor dat streven, zelfs wanneer je N-VA meetelt.

Lode Vereeck: ‘Op Belgisch niveau is dit inderdaad onhaalbaar. Om de eenvoudige reden dat je een tweederde meerderheid nodig hebt in het parlement en vervolgens nog eens een meerderheid in elke taalgroep. Dat komt er dus nooit wegens een njet van de Franstaligen.’

‘Als we institutioneel stappen vooruit willen zetten, moeten we gaan voor de methode Senelle. Ik heb het geluk gehad om professor Robert Senelle, de eminente grondwetspecialist, daarover te kunnen spreken. We moeten in het Vlaams Parlement – en daar is een meerderheid wel haalbaar – een soevereiniteitsverklaring afleggen waarbij we alle bevoegdheden naar ons toetrekken. Op dat moment gaan we in rechtstreekse onderhandeling met de Franstalige politici uit Wallonië en Brussel. Dat is het Tsjechoslowaaks model, waarbij we niet via het federale niveau in gesprek treden over een ordentelijke boedelscheiding.’

‘In Tsjechoslowakije hebben ze dat destijds op een jaar afgehandeld. Wij kunnen daar een hele legislatuur voor nemen, eens we die principiële beslissing hebben genomen. Via de methode Senelle is dat haalbaar, omdat je het federale niveau zo buitenspel zet.’

Er is toch een groot verschil: niemand lag internationaal wakker van wat er in Tsjechoslowakije gebeurde. De Belgische diplomatie is een Franstalig bastion en zal internationaal de nodige weerstand mobiliseren.

Lode Vereeck: ‘Laat ons beginnen met het eerste argument, de internationale diplomatie. Die ligt niet wakker van België, dat eigenlijk als een paria wordt bekeken. Op vlak van de overheidsschuld staan we in een weinig benijdenswaardige positie: we zijn het enige land met een enorme schuld die nog altijd blijft groeien. Op het gebied van defensie staan we bekend om onze bijzonder lage bijdrage aan de NAVO. Als we daar een redelijk alternatief brengen zie ik niet in waarom de internationale gemeenschap dat zou tegenwerken.’

‘Verder is Vlaanderen in regel met alle Europese wetgeving en zijn we een netto betaler aan de EU. Ik zie niet in waarom we niet tot de EU zouden worden toegelaten. Ik denk zelfs dat men ons zou vragen. We zijn overigens tegen een Vlexit. We zijn als Vlaams Belang voor de Europese economische samenwerking die vrede en welvaart heeft gebracht en waar we nog stappen vooruit kunnen zetten. We staan wel kritisch tegenover de huidige evolutie waarbij de EU wil uitgroeien tot een politieke superstaat.’

‘Met een Vlaanderen dat een beter en stabieler financieel verhaal brengt denk ik niet dat we het moeilijk gaan hebben om de internationale gemeenschap te overtuigen van de meerwaarde van een opdeling. Het is een redelijk voorstel dat is ingebed is in het internationaal recht. Zelfs het UNO-handvest laat toe dat landen onafhankelijk worden. Er is niets dat ons tegenhoudt om een onafhankelijke staat te worden. Het is een perfect legitiem en legaal pad dat we willen volgen. Het internationale argument is bangmakerij van mensen die nog verknocht zijn aan België.’

Kurt Moons: ‘Als je alleen alle mogelijke pijnpunten gaat opsommen, gebeurt er niets. Het grote voordeel van het communautaire programma van het Vlaams Belang is dat het – volgens mij – niet onrealistisch is, in die zin dat de bestaande internationale wetgeving kan worden gevolgd. Natuurlijk gaat er tegenkanting komen. Het is niet voor niets dat de MR al jarenlang de post van Buitenlandse Zaken claimt om België als Francofoon land in de verf te zetten. Maar de Vlamingen zijn nog altijd een meerderheid in dit land.’

‘Dat is een andere situatie dan bijvoorbeeld in Catalonië, waar ze binnen Spanje geen meerderheid hebben en ze te snel en onoverwogen hebben gehandeld. Daar kan je ons niet mee vergelijken. Wij hebben een plan, waarbij we een doel hebben gesteld en het traject klaar ligt. Alleen moeten we ons goed voorbereiden en met verschillende landen gaan praten. Uit onze geschiedenis blijkt waar de Vlamingen de laatste 200 jaar zijn moeten doorgaan. Moeten we dat blijven tolereren? Dat verhaal moeten we duidelijk aan onze internationale partners kenbaar maken, want dat is te weinig gekend.’

Denkt u dat Vlaams Belang daarin kan slagen? Want de francofonie gebruikt ook die geschiedenis om de Vlaming slecht te maken door terug te grijpen naar de collaboratie en extreem rechts gedachtengoed. Het Vlaams Blok en later het Vlaams Belang heeft het hen op dat gebied niet moeilijk gemaakt

Kurt Moons: ‘U weet goed genoeg dat perceptie alles is. Laat ons die nu eens veranderen naar de realiteit. We hebben onze eigen diplomatieke middelen om dat te bewerkstelligen. Die moeten we beter en efficiënter benutten.’

Lode Vereeck: ‘Op Europees niveau werken we daar aan binnen de fractie Identiteit en Democratie. De Fransen en Italianen kennen onze positie. Ik merk dat er meer en meer begrip en sympathie voor is, omdat ze het Belgische niveau voor hun ogen zien ontrafelen. Als dit zo verder gaat zal de EU ons hier in bijtreden.’

‘En als we spreken over de collaboratie: daardoor voel ik me niet aangesproken. Wij werken met veel jonge mensen. Wat hebben die daar mee te maken? Het is een makkelijk trucje om ons zwart te maken, framing die gebruikt wordt door bepaalde media en onze politieke tegenstanders.’

Kurt Moons: ‘Die hebben dat continu zo in de markt gezet, terwijl er aan Franstalige kant evenzeer collaboratie was. Die was overigens volledig ideologisch. Zij hadden met Rex geen ontvoogdingsstreven, wat wel een belangrijke drijfveer was bij op z’n minst een belangrijk deel van de collaborerende Vlamingen.’

‘Maar ook ik heb de oorlog niet meegemaakt en ben daar niet verantwoordelijk voor. We mogen ons niet in dat hoekje laten wegdrummen. Ik kijk liever naar de toekomst.’

Jullie staan beiden op een federale lijst. Wat wil u in de Kamer gaan doen als dat niveau toch zo snel mogelijk moet worden opgedoekt? Sommigen beweren dat het Vlaams Belang beter geen lijsten zou indienen voor het federale niveau.

Lode Vereeck: ‘Ten eerste moeten we op het federale niveau de stem van de Vlaming laten horen. Want beeld je eens een Kamer in zonder Vlaams Belang, of met een zeer kleine vertegenwoordiging. We hebben dat gehad in 2014. Toen gebeurde er niets op communautair vlak. Alles ging de diepvries in met een sterke N-VA die haar ziel verkocht voor de ministerposten.’

‘Wij zitten in de Kamer om iedereen scherp te houden, maar ook om de Franstaligen voor te bereiden op de ordelijke opdeling van het land. Want je hoort altijd dat een opdeling chaos wordt. Ik raad iedereen aan om de boeken van Gerolf Annemans hierover te lezen: het wordt geen chaos. Het gaat om een ordelijke, onderhandelde opdeling. Niet over een eenzijdige secessie.’

‘Ik wil duidelijk één zaak meegeven aan uw lezers. Als we echt willen realiseren wat we al sinds de oliecrisis van de jaren ’70 horen, zal dat nooit gebeuren binnen de Belgische constructie. We horen al die jaren dat we naar een nieuw beleid moeten. De lasten moeten naar omlaag. We moeten het pensioenstelsel hervormen. De reden waarom er niets gebeurt ligt voor de hand: het gaat om de transfers, waardoor de Franstaligen hun beleid nooit zullen omgooien. Zij kunnen hierdoor kiezen voor een niet-activerend arbeidsbeleid met veel overheidsjobs en een veel te duur gezondheidsbeleid.’

‘We moeten daar komaf mee maken, ook voor het heil van de Walen. Want wat heeft vijftig jaar aan transfers hen opgeleverd? Kijk naar hun sociaal-economische situatie met hoge werkloosheid en lage werkzaamheidsgraad. Jongeren die afstuderen zonder diploma. Een budgettaire situatie die totaal ontspoort. De Belgische constructie met transfers werk niet voor ons, maar ook niet voor de Walen. Wij verarmen en zij geraken niet vooruit.’

Voor wie werkt die constructie dan wel? Want ze blijft toch hardnekkig bestaan.

Kurt Moons: ‘Voor de verkozenen. We zitten met een politieke constructie waarbij allerhande alarmbellen en blokkeringsmechanismen er voor zorgen dat de minderheid haar wil kan opleggen. Het democratisch gehalte van België is nihil. De Franstaligen hebben dat de voorbije decennia afgedwongen via onderhandelingen waarbij onze mensen de Vlaamse belangen over het hoofd zagen.’

‘We zitten vandaag met een situatie waarbij de PS de macht wil houden. Niet alleen in Wallonië, maar ook binnen België. Ze slagen daar verdomd goed in. Dan is het aan ons om via een democratische meerderheid in het Vlaams Parlement te beslissen om daar komaf mee te maken. In ons belang, maar ook in dat van de Franstaligen. Ik heb liever een welvarende buur dan een armzalig stiefbroertje waar we als Vlamingen voor mogen blijven betalen. Als we dat kunnen omkeren is er eindelijk de mogelijkheid om aan onze mensen te geven waar ze recht op hebben. En de Walen krijgen dan eindelijk de gelegenheid om voldoening te krijgen en zelfredzaam te worden in een eigen land. Maar om hen te overtuigen moeten we eerst eens onze hielen in het zand zetten. Wat we tot nu toe nooit gedaan hebben.’

Lode Vereeck: ‘En dat gaan wij wél doen. Want daar is nu een momentum voor: de erbarmelijke financiële situatie aan de overkant van de taalgrens. Al besef ik dat er bij de Franstaligen sprake is van verlatingsangst. Maar die moeten wij, door op een redelijke manier te onderhandelen, kunnen wegnemen. Ze zullen niet wegzinken in de afgrond, maar moeten wel de handen uit de mouwen steken. Zoals Kurt zegt: wij willen rijke buren.’

We gaan dus moeten onderhandelen. Als we de naoorlogse geschiedenis van dit land bekijken, met de zes staatshervormingen, blijken we daar niet zo goed in te zijn. En de Franstaligen hebben waarschijnlijk wel een plan B klaar, terwijl de Vlamingen wat dat betreft nergens staan.

Kurt Moons: ‘Zeer juist. Dus moeten we ons beter voorbereiden. En dat is net wat Vlaams Belang doet met dit verkiezingsprogramma. Het gaat trouwens niet alleen over onderhandelen en praten met politieke tegenstanders. Het is opvallend hoeveel interesse en luisterbereidheid er is bij de gewone burger, de ondernemers op kop. Ook daar zie je dat de vraag om uit de institutionele impasse te raken steeds groter wordt.’

Lode Vereeck: ‘Die voorbereidingen zijn we intens aan het voeren. Het Vlaams Belang is sinds het voorzitterschap van Tom Van Grieken politiek geprofessionaliseerd. We hebben nu een formele studiedienst met echte topmedewerkers. En ik kan u zeggen: alle sociale organisaties, zoals armoedeorganisaties en beroepsfederaties, komen naar ons toe om te praten. Want veel van hun leden stemmen voor ons. Er is een sociale dijkbreuk, waardoor we niet meer scheef worden bekeken. Iedereen consulteert ons, op enkele uitzonderingen na. Wij zijn klaar en goed voorbereid om voluit voor ons programma te gaan.’

Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.

Commentaren en reacties