Maak dringend werk van een Vlaams Vreemdelingenlegioen
Nieuwe officierskandidaten lopen de Koninklijke Militaire School binnen. De uitval is hoog, de rekrutering moeilijk en de kandidaten te weinig divers
foto © Reporters / QUINET
Het Franse Vreemdelingenlegioen toont hoe Defensie een belangrijke hefboom voor maatschappelijke integratie kan vormen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Vlaamse regering wil de komende legislatuur de regionale tewerkstellingsgraad optrekken naar 80%. Parallel beoogt de Waalse regering de participatiegraad met 5% te verhogen om te komen tot 68,7% in 2024. Die steile ambities gaan in beide gevallen gepaard met een fors flankerend activeringsbeleid. Uiteraard is jobcreatie in de privé de norm, maar ook de kerntaken van de overheid dienen vervuld te blijven. Om personeelstekorten in de publieke veiligheid te ondervangen moet daarom dringend meer beroep gedaan worden op mensen met een migratieachtergrond.
Veiligheid is de essentiële vormvereiste om überhaupt vrijheid in de samenleving te kunnen garanderen. Defensie is daarom één van die kerntaken van de rechtsstaat die niet veronachtzaamd mag worden. Echter gaan er de komende vijf jaar 11.400 Belgische militairen met pensioen, zo’n 40% van het totale personeelsbestand is dat. Om het huidige volume op peil te houden zouden er eigenlijk elk jaar meer dan 2.000 nieuwe (jonge) mensen moeten worden aangeworven. Dat lijkt in de gegeven omstandigheden echter onhaalbaar.
War for talent
Ten eerste omdat er een krapte op de arbeidsmarkt heerst: momenteel geraken zo’n 139.000 vacatures in België niet ingevuld. Arbeidsbemiddelingsdiensten VDAB en FOREM krijgen meer instrumenten om vraag en aanbod te matchen, maar zij staan niettemin voor een helse opdracht. De ‘war for talent’ is helemaal losgebroken. Voor traditionele overheidsinstellingen is het een ware uitdaging om de nodige profielen naar hun departement te lokken. Defensie is momenteel niet aantrekkelijk genoeg als werkgever, mede door de combinatie van achterhaalde of niet voor de hand liggende werkomstandigheden en wegens een niet-conforme verloning. Terwijl werkgevers zwaaien met aantrekkelijke loonpakketten, kampt het leger met voortdurende budgettaire krapte.
Nochtans zijn er voor de verschillende componenten dure nieuwe wapensystemen aangekocht. Het gaat daarbij om nieuwe schepen, vliegtuigen, drones en gepantserde voertuigen. De paradox is echter dat Defensie in de nabije toekomst niet voldoende personeel dreigt te hebben om die allemaal te bemannen. De ingebruikname van de nieuwe wapensystemen veroorzaakt tijdelijk zelfs extra werklast. Bovendien stelt de nakende vervangingsgolf Defensie voor grote praktische problemen: als er al voldoende nieuwe rekruten worden gevonden, dan moeten die ook nog eens allemaal worden opgeleid en ervaring opdoen. Tot slot verlaten er elk jaar ook honderden militairen vroegtijdig het leger. Vooral de uitstroom van jongeren is problematisch. Het gaat om jongeren die hooguit enkele maanden of jaren in dienst blijven.
De goesting om in de wereld van Defensie binnen te stappen en te investeren kalft verder af. Dit is deels te wijten aan de beperkte affiniteit die mensen nog hebben met het dagelijkse militaire reilen en zeilen. Steeds minder burgers zijn via hun kennissenkring rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken bij de defensiegemeenschap. En onbekend maakt onbemind. Dit is het nadeel van een klein beroepsleger; ten tijde van de grotere vrijwilligerskorpsen was die persoonlijke verwantschap wel frequenter aanwezig. Indien men deze familiaire band opnieuw wil herstellen is het vrijwilligersstatuut verder opwaarderen één optie daartoe, terwijl het (vrijwillige) regime van dienstplicht nieuw leven inblazen een ander denkspoor is. Zonder nostalgisch te zijn naar een verzonken verleden, bracht die laatste optie vele jonge adolescenten alvast essentiële eigenschappen als stiptheid, plichtsbewustheid, burgerzin, groepsgevoel en sociaal inlevingsvermogen bij. Al ben ik als kind van de voormalige ‘BSD’ in deze misschien bevooroordeeld.
Vaandeldragers
Naar schatting heeft slechts 0,5% van de personeelsleden binnen onze Defensie een moslimachtergrond. Cijfers over het aantal tewerkgestelde mensen met een migratie-achtergrond worden niet systematisch bijgehouden en gecommuniceerd, maar het is duidelijk dat hun aandeel ondervertegenwoordigd is binnen Defensie. Je zou overigens soortgelijke statistieken kunnen opmaken inzake cultuur- en sportparticipatie.
Terecht leeft er binnen onder meer de partijtop van N-VA de oprechte vrees dat een belangrijk deel van de allochtone populatie momenteel uitdrukkelijk niet deelachtig wenst te worden in hun politieke project van een (Vlaamse) identiteitsvorming. Een treffende illustratie van deze afkeer vind je terug in electoraal onderzoek uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen. Hun enquête leert dat in oktober 2018 in Antwerpen zes op de tien Antwerpenaren stemden op (centrum)rechts. Maar bij kiezers met Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond is het beeld helemaal omgekeerd. 80% van de ondervraagden stemde links tot uiterst links. Terwijl de N-VA in 2012 volgens het eerder onderzoek nog de steun had van 7% van de Marokkaanse of Turkse Antwerpenaar, lijkt die intussen helemaal te zijn weggesmolten tot een schamele 3%.
Binnen de veiligheidssector zijn er nochtans belangrijke hefbomen die de maatschappelijke integratie kunnen bevorderen. Neem bijvoorbeeld het Vreemdelingenlegioen van Frankrijk, dat al sedert 1831 bestaat en internationaal wordt aanzien als een elite-onderdeel van het Franse leger. Hun vele dappere buitenlandse interventies onder Franse vlag doorheen de voorbije decennia maken van het korps een schoolvoorbeeld van hoe (vroegere) buitenlanders op korte termijn de vaandeldragers van hun nieuwe gemeenschap kunnen worden. In Frankrijk (evenals in Spanje) vormt het Vreemdelingenlegioen een aparte afdeling binnen de legerstructuur, dit eerder dan dat de allochtonen over alle bestaande legereenheden verspreid worden ingezet. Deze groepering laat een meer toegespitste vorming en opleiding toe, waarbij het enige communicatiemiddel niettemin de landstaal (Frans/Spaans) is. De kandidaat-militair wordt zo snel deelachtig in de cultuur van de organisatie.
Nu is de Franse selectie wel streng; ongeveer slechts één op de zes kandidaten wordt uiteindelijk in dienst genomen. Wij moeten niet noodzakelijk even streng en elitair zijn: de drempel kan gerust lager liggen om de instroom net te vergemakkelijken. Belangrijker is dat een legionair aanvankelijk een contract tekent voor vijf jaar. Na drie jaar dienst kan de militair de Franse nationaliteit verkrijgen. Defensie heeft de kandidaat-militair dus wel degelijk wat te bieden; niet in het minst ook een vast inkomen evenals voeding en huisvesting. Het leger is en blijft op die wijze een belangrijk instrument om sociale mobiliteit en maatschappelijke integratie te realiseren. Wij laten hier in België vandaag belangrijke kansen daartoe onderbenut.
Ik weet wat u nu denkt: Defensie is natuurlijk federale, Belgische materie. Een Vlaams veiligheidskorps zal nog niet voor onmiddellijk zijn. Maar bijvoorbeeld de politie kampt ook met ernstige lokale personeelsnoden: we kunnen daar al beginnen door in het rekruterings- en aanwervingsbeleid bij te sturen.
Probleemdossier oplossen
Wie eraan twijfelt of de politiek effectief grote maatschappelijke dossiers in beweging kan brengen moet eens de evolutie van onze tewerkstellingscijfers gaan bekijken. Jarenlang werd het aanslepende dossier van de werkloosheid onder de actieve beroepsbevolking in België druk bekritiseerd. Vandaag verdampt het historisch onoplosbaar geachte probleem in sneltempo. Mede geholpen door de gunstige conjunctuur en een gezonde socio-economische politiek geraakten heel wat mensen recent aan de slag. Het budget dat aan werkloosheidsvergoedingen wordt gespendeerd daalde de afgelopen vijf jaren telkens met ruim een half miljard euro. De vooruitgang is zo opmerkelijk dat de beleidsfocus intussen verschoven is van de actieven naar het opsporen en inschakelen van de inactieven.
Wat indien de politiek nu eens hetzelfde zou doen met hét actuele probleemdossier bij uitstek dat de gemoederen beroert — asiel en migratie? Mits een doortastende aanpak de komende vijf jaar, gericht op inburgering en activering, zou het issue wel eens danig kunnen zakken op de maatschappelijke hitlijst der frustraties. Het probleem oplossen nu het zich ten volle stelt zou vast en zeker de nachtmerrie van het Vlaams Belang betekenen, en voor haar de voorbode kunnen vormen van een nieuwe electorale krimp.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Lorenzo Terrière is doctoraatsonderzoeker en geeft les aan de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Gent. Voorheen werkte hij o.m. op het kabinet van Defensie (N-VA).
De manier waarop de rector besparingen aan de UGent wil opleggen is laakbaar. Een zo structurele hervorming mag geen heimelijke oefening zijn.
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’