JavaScript is required for this website to work.
Brussel deze week

Luckas Vander Taelen: ‘De Brusselse gemeenten zijn te machtig’

Bernard Daelemans10/2/2018Leestijd 5 minuten

Luckas Vander Taelen

Luckas Vander Taelen

foto © Reporters

‘De macht van de Brusselse gemeenten moet teruggeschroefd worden.’ Vander Taelen over het conservatisme bij de Brusselse Franstalige partijen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Luckas Vander Taelen was tijdens zijn politieke loopbaan onder meer gemeenteraadslid voor Groen in Elsene en Vorst. In deze laatste gemeente was hij ook schepen. Hij kent dus het gemeentelijk bestuursniveau van binnenuit en laat geen gelegenheid onverlet om de bedenkelijke bestuurskwaliteit, die voor een groot deel het gevolg is van de beleidsversnippering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de kaak te stellen in de columns die hij regelmatig publiceert, onder meer in De Tijd. Net als vele Vlamingen pleit ook Vander Taelen voor een inperking van de bevoegdheden van de gemeenten in Brussel. Hij heeft daar wel zijn eigen opvatting over. Naar aanleiding van de zogenaamde voetbalrellen rond de Lemonnierlaan en het falen van het politiebeleid, die de noodzaak van een structuurhervorming weer scherp aan het licht brachten, had Bernard Daelemans een gesprek met hem.

De omstandigheden van de rellen zijn breedvoerig in de media gekomen, maar ook op andere domeinen maakt men er in Brussel een potje van. We blijven bij aanvang van het gesprek dan ook lang stilstaan bij het cultuurbeleid. Sinds enkele jaren wil de stad Brussel zichzelf op de kaart zetten en heeft zich een heuse concertzalen-oorlog ontketend. Op de Heizel werd zwaar geïnvesteerd om met Paleis 12 het Antwerpse Sportpaleis naar de kroon te steken. In het centrum werd de Magdalenazaal omgevormd tot concertzaal onder beheer van de stad en ook werd het contract met het Franstalig cultureel centrum Botanique omtrent de uitbating van het Koninklijk Circus verbroken. De stad wil ook die zaal met zijn 2.000 plaatsen zelf uitbaten, ook al is Botanique een instelling van de Franse Gemeenschap. Als gevolg van het geschil, dat ook voor de rechtbank wordt uitgevochten, staat het Koninklijk Circus nu leeg. Wat is er mis met de programmatie die de Botanique in het Koninklijk Circus in de afgelopen negen jaar heeft gebracht?

Luckas Vander Taelen: ‘Het is voor een deel een ideologisch verhaal. Burgemeester Close is een oude marxist die vindt dat de overheid, in casu de stad zelf, aan muziekprogrammatie moet doen. De stad organiseert bijvoorbeeld in de zomer ook een rockfestival. Maar het weekblad Le Vif heeft die zaak onderzocht en uitgebracht dat de groepen die daar optreden meer betaald worden dan op andere locaties. Het komt er dus op neer dat de stad de concurrentie uit de markt prijst met overheidsgeld, terwijl de programmatie in niets verschilt van een festival dat door de privé zou worden georganiseerd. Het is vergelijkbaar met de openbare televisie die astronomische bedragen betaalt om voetbalmatchen uit te zenden die anders even goed door de commerciële tv voor haar rekening zouden worden genomen. Het is bijna niet verdedigbaar, maar het is een discussie waar men ter linkerzijde nog niet uit is. Nog vreemder is dat een liberale politica als Els Ampe (Open Vld) als een keffertje achter Close aanhuppelt en heel deze beleidslijn verdedigt.’

Bernard Daelemans: De Botanique is toch ook een overheidsinstelling?

LVDT: ‘Ja, maar dat is een gesubsidieerde overheidsinstelling, die niet door politici geleid wordt, wat in het geval van de vzw Brussels Events wel het geval is. Mocht er in Brussel een hiaat zijn in het cultuur-aanbod, dan zou men wel kunnen verdedigen dat de overheid moet ingrijpen, maar dat is zeker niet hetgeval inzake concertzalen. De Ancienne Belgique (een Vlaamse instelling) doet dat heel goed, en de Botanique is ook een sterk merk. Ze hadden trouwens een project om voor de uitbating van het Koninklijk Circus met het Sportpaleis samen te werken. En juist het feit dat de Botanique als Franstalig Cultureel Centrum niet te bekrompen was om met een interessante Vlaamse partner te gaan samenwerken heeft zeker meegespeeld in dit conflict. De aversie en het latente racisme tegen de Vlamingen is nooit veraf bij de Brusselse bestuurders en bijzonder levendig bij de PS. Close heeft het trouwens zelf gezegd in een interview dat Vlaanderen in Brussel al te veel gewicht heeft op het vlak van concerten: Vorst Nationaal wordt immers ook door Vlamingen beheerd.’

Bovendien is er in dit dossier ook een soort bevestigingsdrang van de stad Brussel als gemeentelijk bestuur, wars van de gewestelijke en gemeenschapsinstellingen. 

LVDT: ‘De plaatselijke potentaten zitten inderdaad in een soort logica waar gewone mensen niet bijkunnen. Een ander recent voorbeeld was een uitlating van de Schaarbeekse burgemeester Bernard Clairfayt, voor wie ik toch een zeker respect heb. In zijn gemeente is onlangs een jonge vrouw doodgereden tijdens een soort wilde rodeo-race door de straten van de stad, een fenomeen dat we al lang kennen. Nu bestond Clairfayt het toch te beweren dat veel van die gevaarlijke chauffeurs niet in Schaarbeek wonen.’

Deukjes in het afwijzingsfront

Die wonen wellicht in Sint-Joost!

LVDT: ‘Het jammerlijke is dat het conservatisme in die zaken alleen leeft bij de bestuurlijke klasse, terwijl de bevolking zich helemaal niet met het gemeentelijk niveau vereenzelvigt. Wij leven in een stad die in elkaar gegroeid is. Ook die aversie tegen het Nederlands lijkt alleen bij de Franstalige bestuurders te bestaan en bijna niet bij de bevolking. Door dat bestuurlijk conservatisme ben ik enigszins pessimistisch, maar er komen toch wat deukjes in het afwijzingsfront ten aanzien van een fundamentele hervorming. De afwijzing is nog steeds totaal bij PS en cdH, maar de voorzitster van Ecolo, Zakia Khattabi, is nu wel gewonnen voor een verschuiving van bevoegdheden van de gemeenten naar het Gewest. Jong-MR pleit sinds kort ook voor een fusie van de politiezones. Ook wat de gemeenten betreft lijkt MR iets meer luisterbereid. De nieuwe burgemeester van Ukkel, Boris Dillies, wil zelfs over dergelijke zaken praten. Bij DéFI (FDF), dat wel aan de gemeenten gehecht is, lezen we interessante voorstellen zoals het combineren van de functie van schepen voor sociale zaken en OCMW-voorzitter.’

Voor zover men zou bereid zijn over een fusie te spreken, heeft men het soms wel over een vermindering tot zes gemeenten…

LVDT: ‘Dat zou nog slechter zijn. We kunnen dat zeker niet beschouwen als een stap in de goede richting. Dan gaan we naar een politieke herverkaveling. Zo zou DéFI bijvoorbeeld niet gekant zijn tegen een fusie van Oudergem en Watermaal-Bosvoorde, twee gemeenten waar de partij sterk staat, maar waar hen, in Watermaal-Bosvoorde toch, het burgemeestersambt is ontfutseld. Zucht! Het is vermoeiend hoor. Altijd opnieuw deze discussie te moeten voeren. De Franstaligen hebben maar één argument: de “proximité”, het gemeentelijke niveau zou dicht bij de burger staan. Maar je kan vanuit een eengemaakt beleidsniveau evenzeer een nabijheidsbeleid voeren.’

Heeft het geklungel met de ‘voetbalrellen’ aan de Lemonnierlaan net niet aangetoond dat die zogenaamde burgernabijheid een loos argument is?

LVDT: ‘Hoe komt het dat de burgemeester van Brussel op het moment van de rellen in Parijs zat en dat hij niet had voorzien in zijn vervanging? Dat is normaal de regel. Maar hij heeft die rellen vanop afstand met zijn gsm gevolgd. Dat vind ik ondenkbaar en het is ongelofelijk dat hij daar is mee weggekomen. Het is een zware fout. Bovendien zat het hoofd van de politie rustig thuis. Maar men wist toch dat er een redelijk belangrijke voetbalmatch zou zijn met Marokko, en men kon zeker ook weten dat er dan spontane vieringen zouden kunnen plaatsvinden. Dan weet men ook dat het risico niet klein is dat er mensen misbruik van maken. Zeker als men de avond voordien een tweet heeft opgemerkt van die Brusselse rapper die in een zin met drie taalfouten zegt “we gaan Lemonnier in brand steken”. Maar niemand had dat blijkbaar opgevangen. Maar als je een sterk nabijheidsbeleid hebt, dan weet je zulke dingen wel. Dan houd je je troepen klaar. Dan belt men toch met de andere zones om versterkingen klaar te houden.’

Het ergerlijke bij deze zaken is dat men achteraf elk debat over deze zaken laat verglijden in een communautaire twist. Le Soir en met name Béatrice Delvaux is daar deze keer nu wel een beetje van losgekomen. Maar verder… de Brusselse PS-schepen Karine Lalieux foeterde meteen dat, als de Vlamingen politiezones willen fuseren, dat ze dan in Vlaams-Brabant beginnen. Alsof pakweg een toch nog enigszins landelijke zone als Lennik te vergelijken valt met een urbane zone als Schaarbeek.

Fuseren of niet

Er zijn veel ergerlijke zaken in Brussel

LVDT: ‘Wat je zegt! In de Merodestraat staan er op de grens tussen Vorst en Sint-Gillis op 30 cm afstand van elkaar, twee verkeersborden die elkaar tegenspreken maar die elkaar ook aan het zicht onttrekken. Van de beloofde harmonisering van het parkeerbeleid komt niets terecht door de tegenwerking van de gemeenten. De gemeentemandatarissen en burgemeesters zwaaien de plak in het Brussels parlement en zullen nooit toestaan dat het Gewest iets onderneemt dat hun lokale machtspositie ook maar enigszins ondermijnt.’

Moeten we blijven pleiten voor een fusie van gemeenten? 

LVDT: ‘Opgelet ! ik vind dat we moeten afstappen van het idee van een fusie van gemeenten. Wat er moet gebeuren is het terugschroeven van de macht van de gemeenten. Die entiteiten moeten kunnen blijven bestaan met hun plaatselijke diensten als burgerlijke stand en zo. Maar ze moeten ondergeschikt worden gemaakt aan het Gewest. Net zoals je in Parijs één burgemeester hebt die het beleid voor de hele stad bepaalt, maar daarnaast lokale mairies die een aantal uitvoerende taken behouden, maar wel in een strak hiërarchische verhouding, typisch Frans. Ik haal altijd het voorbeeld aan van Parijs, de stad waar de Franstaligen zo naar opkijken, maar die echt het perfecte model heeft voor Brussel. En dat verschilt ook maar weinig van het Antwerpse systeem met de districten.’

 

De auteur is politiek secretaris van het Vlaams Komitee voor Brussel en hoofdredacteur van Meervoud.

Commentaren en reacties