Forum
Make (Energy in) Europe Great Again
Willen we Europa echt sterk maken, dan moeten we onze energievoorziening in eigen handen nemen, vindt CD&V-ondervoorzitter Robrecht Bothuyne.
—
Robrecht Bothuyne is Vlaams parlementslid, schepen in Kruisem en ondervoorzitter van CD&V.
Robrecht Bothuyne.
foto © Belga
Willen we Europa echt sterk maken, dan moeten we onze energievoorziening in eigen handen nemen, vindt CD&V-ondervoorzitter Robrecht Bothuyne.
We leven in onzekere tijden. Van geopolitieke machtsverschuivingen, over de toenemende klimaatuitdaging tot razendsnelle technologische ontwikkelingen: de wereld van vandaag is volop in verandering.
Gelet op de schaal van deze uitdagingen, wordt voor oplossingen veelal naar het Europese niveau gekeken. Mensen verwachten daadkracht van Europa, zeker nu de onvoorwaardelijke steun van de historische bondgenoot VS na de presidentsverkiezingen later dit jaar wel eens wankel zou kunnen worden.
Als we Europa echt sterk willen maken, staat of valt de ambitie met hoe we onze energievoorziening kunnen in eigen handen nemen.
Open strategische autonomie
De term ‘open strategische autonomie’ is cruciaal geworden in het denken over de toekomst van de EU. En terecht. Strategische autonomie houdt in dat Europa in staat moet zijn om zelfstandig strategische beslissingen te nemen.
Door in het verleden afhankelijkheid te creëren voor zaken als fossiele energie, cruciale IT-technologie of grondstoffen voor de transitie, hebben we onbedoeld derde landen de macht gegeven om invloed uit te oefenen op Europa. We hebben de touwtjes niet altijd meer zelf in handen.
Maar het zou niet slim zijn om als antwoord hierop onze economie volledig af te schermen of radicaal op onszelf terug te plooien. We mogen niet in die val trappen en vervallen in een inefficiënte planeconomie.
We moeten de voordelen van de (gecorrigeerde) markteconomie blijven omarmen. Vandaar dat het woord ‘open’ onlosmakelijk verbonden moet zijn met ‘strategische autonomie’. Een derde weg tussen naïef globalisme en inefficiënt economisch protectionisme dus.
Geen nieuw concept
Open strategische autonomie is geen nieuw concept. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zorgt binnen Europa voor voedselzekerheid, duurzaamheid en landbouwinnovatie, terwijl we toch blijven openstaan voor internationale handel en samenwerking.
Dankzij het GLB kennen we op Europees niveau een stabiele, voldoende en duurzame voedselproductie aan een betaalbare prijs. Laat ons onze landbouwbedrijven daarom vooral koesteren en onze voedselzekerheid niet uitbesteden aan het buitenland.
Eenzelfde doelstelling zouden we moeten hanteren op vlak van essentiële diensten zoals bijvoorbeeld onze energievoorziening, zeldzame grondstoffen die nodig zijn voor de klimaattransitie, gevoelige technologie en infrastructuur en defensie. Maar hoe maken we dit nu concreet, in een klein land als België?
Fossiele energie afbouwen
Op vlak van energie is het essentieel dat we onze afhankelijkheid van fossiele energie zo snel mogelijk afbouwen. Dit kan door in te zetten op energiebesparing en opslag gecombineerd met de elektrificatie van onze economie, maar vooral door massaal te investeren in klimaatneutrale energiebronnen zoals wind-, zon- en kernenergie.
Daartoe moet de vergunningsverlening voor energieprojecten vlotter gebeuren, drempels voor grotere zonnepaneelinstallaties weggewerkt en het elektriciteitsnet versterkt. De volgende federale regering moet de veilige verlenging van de levensduur van alle bestaande nucleaire reactoren onderzoeken en de ontwikkeling van vierde generatie ‘small modular reactors’ (SMR’s) verder ondersteunen, bij voorkeur gecoördineerd op Europees niveau.
Vervuilende import
De Europese industrie, in het bijzonder onze basisindustrie, staat voor de uitdaging om concurrentieel te blijven in een geglobaliseerde markt waarbij een concurrentiehandicap voor energie in combinatie met dure klimaatinvesteringen vele bedrijven kopje onder dreigt te duwen.
Via een importtaks aan de Europese grenzen (CBAM) moet Europa dat producten die ingevoerd worden uit derde landen aan dezelfde milieu- en klimaateisen voldoen als producten geproduceerd binnen de Europese interne markt.
Om een gelijk speelveld te creëren wordt vervuilende import dus zwaarder belast. Tegelijk moeten we erover waken dat er binnen Europa geen inefficiënt subsidieopbod ontstaat, waarbij het land dat de royaalste subsidies kan betalen, de investering binnenhaalt.
Te weinig groene productie
Op basis van studies van Elia weten we dat we binnen Europa, maar zeker binnen België, onvoldoende groene stroomproductie hebben om op een rendabele manier voldoende groene waterstof voor de industrie te produceren.
Daarom mogen we a priori geen enkele vorm van klimaatneutrale waterstof uitsluiten. Zeker niet als die niet in concurrentie treedt met onze stroomproductie. We zien in het bijzonder kansen voor blauwe waterstof, die een zeer beperkte negatieve klimaatimpact heeft omdat de CO2 die vrijkomt bij de productie wordt afgevangen en opgeslagen in (lege) gasvelden.
Gelet op de strategische ligging van onze havens, in combinatie met de nabijgelegen energie-intensieve industrie, moet Vlaanderen de kansen om Europees koploper te worden op vlak van waterstof en CO2-netten met beide handen grijpen.
Verantwoorde mijnbouw
Verder is het streven naar strategische autonomie voor kritieke grondstoffen voor technologieën die bijdragen aan de groene en digitale transitie, zoals kobalt, lithium en grafiet, essentieel. Door waardevolle metalen en materialen uit historisch gestort stedelijk afval te halen, kunnen we onze afhankelijkheid van import van zeldzame aardmetalen verminderen.
Ook moeten we afvalwater niet meer als afval beschouwen, maar als bron van waardevolle grondstoffen: water, energie en nutriënten. Echte circulariteit kan enkel bereikt worden als we zo vroeg mogelijk in de keten herstelbaarheid, hergebruik en eventueel recyclage mee in rekening brengen.
Maar inzetten op meer circulariteit alleen zal de groeiende vraag naar grondstoffen niet kunnen dekken. Als Europa het echt serieus meent met strategische autonomie, de energietransitie en de decarbonisatie, moet ze verantwoordelijkheid nemen en zelf opnieuw sterker inzetten op verantwoorde mijnbouw binnen haar grenzen, zoals ook onderzoeker Peter Tom Jones onlangs bepleitte.
Dat is een dubbele win: we worden minder afhankelijk van derde landen en verminderen tegelijk de impact op het milieu en het klimaat door een alternatief te bieden voor mijnbouw elders in de wereld, daar vaak onder bedenkelijke omstandigheden op vlak van mensenrechten en milieu.
Bedenkelijke regimes
Tot slot moeten we het aandeelhouderschap van bedrijven in cruciale sectoren, zoals onze energievoorziening en -netten, beschermen tegen bedenkelijke buitenlandse regimes. Chinese aandeelhouders hebben zo geen plaats in het bestuur van onze netbeheerders.
Laat ons in de plaats privékapitaal activeren, zowel bij bedrijven als burgers. We denken hierbij aan het stimuleren van coöperaties die in hernieuwbare projecten kunnen participeren, het mogelijk maken te investeren in onze netbeheerders en het door de overheid uitgeven van groene obligaties.
Van energiezekerheid en industriële concurrentiekracht tot klimaatverandering en voedselproductie, Europa moet in staat zijn om zelfstandig strategische beslissingen te nemen en tegelijkertijd open te blijven staan voor internationale samenwerking.
Het is tijd voor de Europeanen om de handen ineen te slaan en gezamenlijk te werken aan een toekomst waarin we niet alleen afhankelijk zijn van anderen, maar zelf de koers bepalen. Let’s Make (Energy in) Europe Great Again!
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Robrecht Bothuyne is Vlaams parlementslid, schepen in Kruisem en ondervoorzitter van CD&V.
Dirk Rimaux: ‘De oorlog kan je zien als een uitgestelde onafhankelijkheidsoorlog waarbij Oekraïne zijn zelfstandigheid verdedigt. Maar hoever kan je daarin gaan?’
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’