JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Forum

De lessen van Mario Draghi voor Vlaanderen

Robrecht Bothuyne (CD&V): ‘We creëerden ons eigen byzantijns labyrint, bestaande uit goede bedoelingen.’

Robrecht Bothuyne is Vlaams parlementslid, schepen in Kruisem en ondervoorzitter van de CD&V.

15/11/2024Leestijd 3 minuten
Robrecht Bothuyne (CD&V).

Robrecht Bothuyne (CD&V).

Robrecht Bothuyne (CD&V): ‘We creëerden ons eigen byzantijns labyrint, bestaande uit goede bedoelingen.’

In een wereld van technologische evoluties en geopolitieke uitdagingen moet Vlaanderen hervormen om onze mondiale competitiviteit te verzekeren. Vandaag de dag doen we het omgekeerde, en verstikken we onze eigen economie niet enkel in stikstof, maar ook in een niet aflatende stortvloed aan complexe regelgeving.

We creëerden ons eigen byzantijns labyrint, bestaande uit goede bedoelingen. De wereld is op korte tijd evenwel veranderd, en ook wij moeten veranderen om wereldwijd relevant te blijven. Dat is de kern van het recente Draghi-rapport. Een rapport dat inspiratie kan bieden aan Vlaanderen.

Regelluwe zones en een Europese beurs

Innovatie is de motor van vooruitgang, dat weten we. We weten ook dat Vlaanderen zich in de Europese top bevindt wanneer het gaat over innovatie-uitgaven: ongeveer 3,65 procent van ons bruto binnenlands product (bbp) gaat naar onderzoek en ontwikkeling. We evolueren inmiddels naar de 4 procent.

Maar in Vlaanderen worden veel innovatieve projecten vertraagd door complexe en tijdrovende regelgeving. We moeten daarom werk maken van de uitrol van regelluwe zones, zodat innovatieve toepassingen uitgetest kunnen worden binnen een gecontroleerd kader. Innovatie mag niet in de kiem gesmoord worden door regels die te vroeg en te enthousiast worden ingevoerd.

Als federaal minister Vincent Van Peteghem met zijn staatsbon 22 miljard kan ophalen, waarom zou Vlaanderen dat niet kunnen?

Niet enkel een overvloed aan regels, ook een gebrek aan investeringskapitaal belemmert de markt. Ook hier kan Vlaanderen een tandje bijzetten, in het bijzonder met zijn eigen investeringsvehikels. Maar ook privaat geld kan onze Vlaamse economie een boost geven. Als federaal minister Vincent Van Peteghem met zijn staatsbon 22 miljard kan ophalen, waarom zou Vlaanderen dat niet kunnen?

Er staat ongeveer 300 miljard euro op Belgische spaarrekeningen. Mocht dat de marktkapitalisatie zijn van een bedrijf, het zou zich onder de tien grootste beursgenoteerde bedrijven uit de VS bevinden. Dat geld is een troef die we moeten uitspelen: via de activatie om onze innovatieve bedrijven te laten doorgroeien en de duurzame transitie te financieren. De eerder aangehaalde Van Peteghem-bon is daarbij een belangrijke inspiratie. Het zware geschut is evenwel niets minder dan een eengemaakte Europese beurs, die kapitaalbewegingen verder vereenvoudigt.

Innovatie omarmen

Onze geroemde voorsprong inzake productiviteit is bijna helemaal weggesmolten. Die trend moet dringend worden gekeerd.

Dat kan ten eerste door nieuwe technologieën, zoals AI-toepassingen, breder bekend te maken en te helpen implementeren. En door verder onnodige administratieve verplichtingen voor bedrijven te verminderen en beter te coördineren kan Vlaanderen ervoor zorgen dat zelfstandigen zich kunnen focussen op hun kernactiviteit in plaats van tijd te verliezen aan papierwerk. Als we dit combineren met een verhoogde steun voor opleiding en vorming, versterken we structureel onze krappe arbeidsmarkt.

Energiemarkt uitdiepen

Onze industrie is maar competitief als onze energieprijzen dat zijn. Onze afhankelijkheid van Vladimir Poetin en andere, al dan niet schimmige regimes is te groot om dat te garanderen.

Vlaanderen moet daarom resoluut kiezen voor de verdere uitdieping van de Europese energiemarkt. De Europese Unie moet een echte energie-unie worden. Hernieuwbare energie en kernenergie zijn en blijven cruciaal om de afhankelijkheid van olie en gas te verminderen.

Investeringszekerheid komt niet zomaar, maar moet een werkwoord zijn voor de nieuwe regering

Ook in Vlaanderen moet de eigen elektriciteits- en waterstofproductie, gekoppeld aan de nodige netinfrastructuur, versneld uitgebouwd worden. Dat onze steden en gemeenten Fluxys, Elia en Fluvius lokaal verankeren, is een belangrijk signaal. Snellere en betere vergunningsprocedures moeten de energietransitie vereenvoudigen en, opnieuw, verankeren. Investeringszekerheid komt niet zomaar, maar moet een werkwoord zijn voor de nieuwe regering.

Strategische autonomie

Vlaanderen moet strategisch autonoom denken. Het moet dat ook worden, toch in de mate van het mogelijke en binnen een breder Belgisch en Europees kader. We kunnen niet alles zelf doen, maar wel meer dan vandaag. Mondiale onzekerheid bewijst dat een autonomer Vlaanderen niet langer optioneel is.

We moeten inzetten op bepaalde strategische sectoren, zoals onze voedingsindustrie, chemie en farmaceutica, offshore windenergie en nano-elektronica (denk aan ons Leuvense Imec). Dat betekent dat we investeringen in en door die bedrijven aantrekkelijker moeten maken: betaalbare infrastructuur voorzien en werken aan competitieve loon- en energiekosten zijn daarbij prioriteit.

Onze primaire en secundaire sector staan onder druk. Die druk moeten we wegnemen.

De weg vooruit ligt in een beleid dat vertrouwen geeft aan ondernemers en burgers, met minder bureaucratische obstakels en meer ruimte voor innovatie en verantwoordelijkheid. Ook de politieke wereld heeft een belangrijke rol hierin te spelen.

Robrecht Bothuyne is Vlaams parlementslid, schepen in Kruisem en ondervoorzitter van de CD&V.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.