Het mea culpa van de ‘onderwijsexperten’
Het spook van mei '68 komt nog eens uit de catacomben.
Onderwijsexperten
foto © Reporters
Het is bijna cynisch dat diegenen die jarenlang het Vlaamse onderwijs hebben uitgetekend, nu de alarmklok luiden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWat er bij mij niet ingaat is, dat ‘experten’ tot inzichten komen waar het gezond verstand al lang van overtuigd was, en waarbij zelfs mijn hond een geeuw niet kan onderdrukken, zo van ‘ja, dat weten we nu wel al, doe er eens wat aan’. Zo pakte De Morgen het voorbije weekend uit met een interview met onderwijsexpert Dirk Van Damme: ‘We zijn te naïef geweest over integratie’, waarin we lezen hoezeer de kwaliteit van het lager en middelbaar onderwijs is afgekalfd door, onder het mom van ‘gelijke kansen’, alsmaar de lat lager te willen leggen en het belang van een gemeenzame, sterke voer- en cultuurtaal (onder meer voor migrantenkinderen) te veronachtzamen.
Maar die Van Damme heeft het beleid voor het Vlaamse onderwijs jarenlang mee uitgetekend en is dus wel mee verantwoordelijk voor het feit dat een complete generatie pubers vandaag nauwelijks nog kan lezen of schrijven. Hij behoort tot de socialistische stal en is dus een geestesgenoot van Raymonda Verdyck, de topvrouw van het GemeenschapsOnderwijs die enige tijd geleden van het onzalige idee beviel om het Nederlands als voertaal in de klas gewoon af te schaffen.
De erfenis van mei ’68
Begin dit jaar trok een zekere Erik Moonen, docent aan de universiteit Hasselt, aan de alarmbel: ‘Als we zo voortdoen, is binnen vijf jaar een kwart van de jongeren niet meer in staat de krant te lezen’, klonk het in een Knack-opiniestuk. Een maand eerder waren de desastreuze resultaten in de pers gekomen van een Europees onderzoek rond leesvaardigheid, waaruit bleek dat Vlaamse leerlingen ondermaats presteren voor begrijpend lezen. In vergelijking met tien jaar geleden was het gemiddelde niveau fors gedaald. Toen haalden Vlaamse kinderen nog de achtste plek in Europa, nu is dat plaats 32. Vlaanderen sluit op Europees vlak de hekken samen met… Franstalig België.
De tendens is al een hele tijd aan de gang. Onze pubers van veertien lezen vandaag met de vlotheid van kinderen in het derde leerjaar basisschool, zo’n tien jaar geleden. Erik Moonen heeft dus gelijk: er komt een generatie van analfabeten aan. Wat is er aan de hand?
Simpel: de democratisering van het onderwijs is, vanaf 1990, toen de soixante-huitards het heft in handen namen, synoniem geworden van een nivellering naar onder. Iedereen een diploma, en als het niveau te hoog ligt moet dat niveau zich aanpassen,- zo luidde het credo van het Vernieuwd Secundair Onderwijs, al in 1970 in Vlaanderen ingevoerd, als een directe spin-off van de ’68-beweging. Het ‘welbevinden’ van de leerling moest centraal liggen, niet de resultaten. Leren lezen vergt nu eenmaal een inspanning, en foutloos schrijven betekent dat je dt-fouten vermijdt. Maar het was verboden te verbieden, dus werd het schrijven vervangen door lachwekkende invulboeken, en werd het vak opstel an sich afgevoerd wegens intellectueel veel te belastend. Dt-fouten verbeteren was absoluut not done, want dan was je een ’taalnazi’, een fanatieke purist die het goed gevoel verpestte dat het onderwijs moest uitdragen.
En vervolgens gebeurde het meest dramatische: de zwak opgeleide kinderen werden groot, gingen studeren (hogescholen moeten nu eenmaal diploma’s afleveren), en werden de volgende generatie leerkrachten die nóg minder beslagen op het ijs kwamen en dus nog minder kwaliteit afleverden. Een fatale spiraal neerwaarts: het basisonderwijs floddert uiteen in babysittoestanden, het middelbaar onderwijs volgt, het hoger onderwijs levert opnieuw de babysitters voor het basisonderwijs. Zo werd de domheid als het ware van generatie op generatie overgedragen en geaccumuleerd, tot het sluimerende analfabetisme waar we nu mee geconfronteerd worden.
Bijkomend probleem is dan nog de taalachterstand van allochtone kinderen die thuis geen Nederlands spreken. Eén op de zes kinderen in het lager en middelbaar onderwijs is anderstalig thuis, en tot voor kort was het uitgangspunt dat de school het Nederlands als voertaal hanteert, als middel tot integratie en als pedagogisch communicatiemedium. Maar ook daar heeft het Gemeenschapsonderwijs de lat nog wat lager gelegd: elk kind spreek zijn taal in de klas, en de leerkracht doet nog weinig meer dan voor animator spelen in dit Babylonische pretpark. En daar was die berouwvolle Dirk Van Damme de bezieler van. Onderwijsminister Crevits staat erbij en kijkt ernaar.
Elite
Het probleem is dus, dat wij binnen dit en tien jaar geen vakmannen of technici meer hebben, maar ook geen intellectuele elite die naam waardig. Geen schrijvers, geen boeken, geen lezers. We moeten hier van verregaande pedagogische verwaarlozing spreken, die een culturele ijstijd inluidt. In een serieus bestel was dit de hoogste alarmfase en had minister Crevits moeten opstappen. Maar ze gaat het ‘bestuderen’ zegt ze, en hoopt dat het stormpje gaat liggen. Straks verkiezingen in Torhout, en dan prijkt Hilde Crevits bovenaan de lijst van de CD&V. Onderwijsminister is duidelijk geen full-time job in Vlaanderen.
Het mea culpa van Van Damme komt rijkelijk laat, en doet vragen rijzen over al die ‘experten’ die ons onderwijs naar de verdoemenis geholpen hebben. Van zo’n mensen zou je mogen verwachten dat ze anticiperen en dingen voorzien, in plaats van achteraf beteuterd in de krant te neuzelen ‘we hebben ons vergist’ en ‘we zijn te naïef geweest’. Erger nog, het lijkt alsof er met dat excuusdiscours in De Morgen iets opgelost zou zijn, quod non. Wat ons te doen staat, is resoluut het roer omgooien en gaan voor kwaliteit en excellentie. Het Nederlands moet opnieuw gekoesterd worden, als pedagogisch medium én cultuurtaal die de gemeenschap verbindt. Een beetje fierheid graag, in plaats van socialistische zelfverloochening. En vooral: graag dringend andere experten die nieuwe bakens uitzetten.
Over de erfenis van mei ’68, vijftig jaar later: zie ook de lezingtoernee van Johan Sanctorum rond dit onderwerp.
Personen |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.