Media en particratie: twee handen op één buik?
Volgens Bart De Wever dragen de media bij tot de groeiende macht van partijvoorzitters.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZijn de traditionele media medeplichtig aan de particratie? Rigide partijdiscipline, weinig dissidentie, een tekort aan parlementsleden met een smoel: het zijn maar enkele kenmerken die men doorgaans associeert met dit fenomeen. Deze historische evolutie kan men aan veel elementen toeschrijven. Zo vinden we onder de mogelijke schuldigen onder andere het kiesstelsel (met bijvoorbeeld de hoge kiesdrempel van vijf procent), de riante partijfinanciering of een te rigide interpretatie van het regeerakkoord, de bijbel der meerderheidspartijen.
N-VA-voorzitter Bart De Wever voegde daar dinsdag een nieuwe factor aan toe: de media. Tijdens een voorzittersdebat (lees hier het verslag) deed de Antwerpse burgemeester die uitspraak na de vraag of partijen niet te weinig voeling hebben met de maatschappij. De Wever is een koele minnaar van het onbezonnen uitbreiden van het ledenbestand, gewoonweg om een betere afspiegeling te bekomen van de buitenwereld. Ontkent hij dan dat een machtspartij wint bij een opname van meer leden met een migratieachtergrond? Zoals we van de N-VA’er gewend zijn, haalde hij het Romeinse Rijk erbij. ‘De Romeinen debatteerden al over het opnemen van de veroverde Galliërs in het bestuur, een discussie zo oud als de res publica‘, aldus De Wever. Door voluit potentiële leden te werven, verhoog je de kans op toekomstige slippertjes en interne breuklijnen als gevolg van het gebrek aan ervaring.
En zo komt de N-VA’er bij de rol van de moderne nieuwsmedia. ‘Want niet alleen de partijen, maar ook de media zijn veranderd’, stelt De Wever. Waar lokale politici en afwijkende parlementsleden vroeger hun gang konden gaan zonder al te veel commentaar, verlangt de competitieve pers vandaag dat partijvoorzitters hun mandatarissen in het gareel houden. Zo niet, dan krijgt de voorzitter het etiket van machteloos of ziet men de partij als een zootje ongeregeld. ‘De media zijn meedogenloos geworden voor amateurisme’, besluit De Wever.
De (gedeeltelijke) schuld leggen bij de media lijkt goedkoop. Het is daarenboven zeker niet de eerste keer dat de N-VA-voorzitter zich kritisch uitlaat over de zogenaamde vierde macht. Er was haast een zweem van nostalgie te horen toen hij zich over de inmiddels vergane verzuilde pers uitsprak: daarvan wist men tenminste wie welke kleur aanhing, wie er sowieso gesteund zou worden en wie ongemeen hard zou worden aangepakt in de krant. De tijden zijn veranderd: de professionalisering van de pers ging hand in hand met die van de politiek.
Kibbelkabinet of open debatcultuur?
CD&V-voorzitter Wouter Beke echode die verzuchting min of meer. Zowel de media als het publiek verwachten volgens hem een doorgedreven professionalisering van politici. Hij verwijst naar het Publifin-schandaal bij de Franstalige PS. Door als media PS-voorzitter Elio Di Rupo onder druk te zetten om de lokale socialistische baronieën op te kuisen en de belhamels uit de partij te zwieren, versterk je indirect de evolutie naar een ijzersterke voorzitter. Raken beide partijvoorzitters een gevoelige snaar?
Het doet denken aan de reacties van enkele politieke commentatoren bij het vertrek van Hermes Sanctorum uit Groen. Toen Sanctorum de partij de rug toekeerde wegens haar slappe houding inzake onverdoofd slachten, waren zowel De Standaard als De Morgen er snel bij om de particratie zowaar te verdedigen. Of zoals eerstgenoemde het noteerde: “Zonder een duidelijke lijn is een parlement niet meer dan een verzameling individuen die richtingloos allerlei initiatieven neemt om vervolgens snel te stranden.”
Het is evenwel begrijpelijk dat de media deze toestand koesteren. Door de almacht van een voorzitter te erkennen, krijgt men ook meer explosief journalistiek materiaal. De minste dissidentie werpt men op het bord van de Almaci’s en de Ruttens van deze wereld, avondprogramma’s worden gevuld met mondelinge aanvallen en verdedigingen, polemiek alom. ‘Kibbelkabinet’ bekt dan ook lekkerder dan ‘open debatcultuur’. In tijden waarin media als zondebok voor zowat alles worden bestempeld, is de schuld aan de vermaledijde particratie een nieuwe sneer naar het vakgebied. Of is het toch een discussie van het kip of het ei? Wie was eerst: de steeds machtigere partijvoorzitters of de op verkoopcijfers gebaseerde pers?
Foto: (c) Reporters
Tex Van berlaer is freelance journalist voor o.a. Knack, Mondiaal nieuws en Periodista político.
Parlementariërs van de PNV stemmen voor het budget. Voor critici van Catalonië bewijzen ze dat nationalisme en pragmatisme samengaan.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.