Meer geld voor het leger? Ben je gek? (II)
Het tweede deel van het verslag van het ANV-colloquium.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMet defensieminister Steven Vandeput, professor Frans Osinga, Nederlandse Defensie Academie, Pierre Therie, kolonel SBH o.r., professor Internationale Politiek Tom Sauer (UA), generaal-majoor vlieger o.r. Karel Vervoort; Gerard De Beuckelaer, gewezen senior vice-president BASF en docent MIT (Cambridge) en Guido Naets, voorzitter ANV
Militaire samenwerking: niets op tegen, maar met wie dan wel?
Defensieminister Steven Vandeput verwacht niets van Europese militaire samenwerking top-down. Hij verwacht veel meer van de basis. Van concrete afspraken met andere landen. Daar is al door de vorige regeringen een begin mee gemaakt. Let wel: dit is niet de weg naar nog meer besparingen. De partners moeten zien dat het de ander ernst is en dat hij investeringsbereid is. Die partner is tot op heden altijd Nederland geweest. Niet zozeer omwille van de culturele verbondenheid, maar omdat het Nederlands leger qua omvang vergelijkbaar is met het Belgische, maar toch anderhalve keer zo groot. (Verbeeld je maar niets, zegt de oud-F-16 piloot en defensiespecialist Frans Osinga: met het totale effectief van de Nederlandse strijdmacht vul je hooguit het stadion van Ajax). Daarbij komt dat Belgisch-Nederlandse samenwerking – we zijn een klein land – wantrouwig bekeken wordt door de Franstaligen.
Toch verkeren we in de unieke positie dat onze zeemacht met de Nederlandse een gemeenschappelijke admiraliteit heeft. Beide machten doen dus een heleboel dingen samen, van opleiding van manschappen tot onderhoud van fregatten en mijnenvegers. Een echte win-win noemt Vandeput het. In de lucht werken beide landen ook samen voor de ‘operationaliteit’ (een echt techneutenwoord) van de nieuwe NH-90 helikopters. En in de strijd tegen Daesh of ISIS lossen de Nederlandse en Belgische jachtvliegtuigen elkaar af. Dezer dagen ziet minister Vandeput ook zijn Deense collega om te praten over een uitbreiding van deze samenwerking. Naar verluidt ziet Denemarken hier wel brood in. Taalvooroordelen kent dit land niet.
De minister laat zich niet verleiden tot welke uitspraak dan ook over de opvolger van de 40 jaar oude F-16. Iedereen weet hoe gevoelig dat ligt, niet alleen communautair (Franstaligen vragen niet beter dan dat men zou kiezen voor de Franse Rafale) maar ook sociaal-economisch. De kost is inderdaad schrikbarend hoog. En ook wie oog heeft voor de snelle evolutie in de technologie zet vraagtekens bij een overhaaste beslissing ter zake. Zal het nieuwe toestel nog voldoen als het over 5 à 10 jaar in gebruik wordt genomen ? Hoe het ook zij: Nederland hééft gekozen voor de erg dure Lockheed F-35 Joint Strike Fighter. Maar minister Vandeput acht samenwerking ook mogelijk als België een andere keuze maakt. Er wordt zelfs geopperd dat die Rafale of de Zweedse Gripen, een andere mogelijke opvolger van de F-16, geschikt zouden zijn om de F-35 rugdekking te geven. Echte complementariteit dus.
Onder de debaters en zo te horen bij het publiek is de animo voor een snelle beslissing in dit dossier niet erg groot. Slecht valt bijvoorbeeld dat de F-35 het enige gevechtsvliegtuig is dat kernbommen zal kunnen vervoeren.
Wij en de bom
Heel wat bijval krijgt professor Sauer die van de gelegenheid gebruik maakt om de Belgische houding in verband met kernwapens op de korrel te nemen: een zoveelste voorbeeld noemt hij het van een gebrek aan visie van dit land, dat zich verschuilt achter de brede rug van de NAVO. Die kernwapens zijn er in de (eerste) koude oorlog gekomen toen de NAVO vond dat ze een achterstand had in de conventionele bewapening. Nu, ruim 25 jaar later, liggen die kernwapens nog altijd in Kleine Brogel. Ze zijn vergeten ze weg te halen!
Vergis u niet zegt Sauer, dat ligt meer aan ons eigen schizofreen, niet-visionair beleid dan aan de Amerikanen. België is met woorden voorstander van nucleaire ontwapening, maar als puntje bij paaltje komt doet het niets om zelfs die verouderde Am. kernwapens uit ons land te verwijderen.
De VS is overigens de enige van de negen kernwapenstaten met nucleaire wapens op andermans grondgebied. Rusland heeft die praktijk begin jaren ‘90 stopgezet. Wat als Rusland, of China, of Pakistan ooit het Amerikaanse voorbeeld volgen? Eigenlijk zeggen we: wij hier in deze welvarende regio, aangesloten bij het grootste militaire bondgenootschap ter wereld, hebben kernwapens nodig om ons veilig te voelen. Wat moet Iran dan wel denken, een land dat omringd is door vijanden en dat met het mes op de keel door andere kernwapenstaten verplicht wordt zijn nucleair programma op te geven ? Zo’n politiek van twee maten en twee gewichten kan volgens Sauer nooit een duurzaam akkoord opleveren.
De kernwapenstaten hebben er zich al heel lang toe verbonden om hun nucleaire arsenalen te ontmantelen. Nu moeten ook daden volgen want onderhand dringen al zo’n 140 staten aan op zo’n algehele afbouw. België weet dat het huidig nucleair regime niet houdbaar is, maar het valt kennelijk moeilijk om die belofte in daden om te zetten. Niet toevallig is ons land ook NAVO-lid, en die verdragsorganisatie zegt zelf dat ze een nucleaire alliantie is: een onhoudbare spreidstand.
Het zou dan ook een meer dan symbolisch gebaar zijn mocht België afzien van de aanschaf van de F-35, het enige gevechtsstoestel ‘met nucleaire capaciteit’.
De aanschaf van dat nieuwe vliegtuig is trouwens minder dringend dan eerst werd beweerd. Gold vroeger dat de F-16 maar 8000 vlieguren mocht tellen, inmiddels geeft Lockheed toe dat 12.000 vlieguren ook nog kunnen! Toch een beetje goed nieuws uit een onverwachte hoek, maar in elk geval een dossier dat we moeten blijven volgen.
Foto: (c) Doorbraak
Paul Muys is Antwerpenaar, Germanist, oud-leraar, oud TV-journalist, oud communicatieman: heel oud kortom. Schrijft op Doorbraak over Frankrijk en af en toe over China en Japan. Besnuffelt en beoordeelt af en toe een boek.
Shinzo Abe had grote plannen voor Japan, maar ook grote problemen: vergrijzing, nucleaire energie, immigratie, dreigende Chinese dominantie.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.