Feministische seksstaking
Lysistrata and Women (Aubrey Beardsley)
foto © Reporters
Mei ’68 was niet feministisch, maar tweeduizend jaar geleden waren er wel al feministen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn De Zondag relativeerde Mark Elchardus het belang van mei ’68. Ach, waarom niet? Relativeren is goed voor de gezondheid. Bovendien was Mark erbij, en ik niet. Maar dan zegt hij iets waar ik even van opschrikte. ‘Mei ’68 was niet zo vrouwvriendelijk als vandaag wordt voorgesteld,’ zegt Mark. ‘De echte feministische golf is pas later gekomen, in de jaren 70.’ Och, misschien is ook dat juist, maar ik las aanvankelijk ‘de eerste feministische golf’, en dat is aantoonbaar fout.
Mocht u, lieve lezer, een klassieke opvoeding genoten hebben, dan bent u wellicht bekend met de Lysistrata, een toneelstuk van 411 voor Christus, van de hand van Aristophanes. Het is het verhaal van Griekse vrouwen die de oorlog van hun mannen beu zijn. De doortastende Lysistrata overhaalt de dames om hun mannen onder druk te zetten door hun alle seks te ontzeggen, zelfs het standje dat bekend stond onder de veelbelovende naam ‘De leeuwin en de kaasrasp’. De actie heeft succes en de onderhandelingen tussen de Atheners en de Spartanen, die geplaagd worden door hinderlijke erecties, leiden tot het einde van de oorlog en het hernemen van die andere activiteit.
Dat was van die Griekse vrouwen, lijkt mij, een feministische actie. Het verhaal is misschien verzonnen door Aristophanes, maar er zijn heus wel verschillende vredesonderhandelingen geweest tussen Atheners en Spartanen, dus wie weet … Dat Thucydides geen melding maakt van het voorval, is geen bewijs dat die niet heeft plaatsgevonden.
Ik weet niet, lezer, of u dat verhaal van de seksstaking geloofwaardig vindt. Het volgende verhaal is het zeker wel. We schrijven 213 voor Christus. Het oude Rome is in oorlog met het oude Carthago. Het is een strijd op leven en dood. Hannibal ante portas – Hannibal staat voor de deur.
Nu is oorlog een dure zaak en alle beschikbare geld moest uiteraard naar wapens, soldaten en vloot gaan, en niet naar opsmuk voor behaagzieke vrouwen. Dat werd geregeld door de Oppische wet, de lex Oppia. Vrouwen mochten niet meer dan een half pondje aan gouden sieraden en snuisterijen bezitten. Ze mochten geen kleurige jurkjes dragen. Ze moesten het gebruik van een draagbed afzweren en te voet door de straten zwerven. U begrijpt het al: ’t was ondragelijk.
Gelukkig kwam er een einde aan de oorlog en de vrouwen vroegen hun sieraden terug en wilden weer kleurige jurkjes dragen. Dat was echter niet naar de zin van duitenkliever Cato de Oude die de oorlogswet handhaaft. Daarop beslisten de vrouwen om actie te voeren. ‘Omnes vias urbis obsidebant ut legem Oppiam abrogarent.’ Ze blokkeerden alle straten van de stad opdat de wet zou worden ingetrokken. ‘Quibus acerrime restitit Cato, sed frustra.’ Cato verzette zich bitter tegen hen, maar tevergeefs. ‘Lex fuit abrograta.’ De wet werd afgevoerd.
Kijk, zulke verhaaltjes hebben mij altijd meer geïnteresseerd dan de schommelende zilverprijs op de markt van Alexandrië.
Philippe Clerick (1955) studeerde romanistiek en germanistiek en is leraar Nederlands. Politiek ongebonden na een extreemlinkse jeugd. Hij houdt een Clericks weblog bij van wat hem te binnen valt over Karl Marx, Tussy Marx en Groucho Marx. En al de rest.
Verplicht Nederlandse taalles voor nieuwkomers: is dat dwang? Dwang die tot een haat jegens het Nederlands leidt? Philippe Clerick meent van niet.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.