Mexico’s vergeten doden
In Mexico vielen er de laatste 20 maanden 59 000 doden in de oorlog tegen drugs. Amper iets over gehoord in de media? Dat geldt ook voor de Mexicanen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet was een bericht dat zowel in de internationale als in de binnenlandse pers beperkte aandacht kreeg – toch opvallend hoe de gruwel went. In de eerste 20 maanden sinds het aantreden van president Enrique Peña Nieto van de centrumrechtse Institutioneel Revolutionaire Partij (PRI) vielen reeds 59.000 doden als gevolg van het drugsgeweld in Mexico, aldus een overheidsinstelling. Omdat deze bron doorgaans niet uitblinkt in accuraatheid, ligt het werkelijke cijfer waarschijnlijk nog hoger. Zo blijkt Peña’s belofte voor een veiliger land tijdens zijn inauguratie in 2012 een illusie, ook al kliste men onder zijn beleid enkele grote namen zoals de befaamde en steenrijke Joaquín ‘el Chapo’ Guzmán.
Oorlog
Sinds Peña’s voorganger, Felipe Calderón van de Nationale Actie Partij (PAN), in 2006 de oorlog tegen de drugsbendes afkondigde, verloor Mexico volgens een conservatieve schatting al 150 000 burgers. En dit voor een land dat officieel niet in staat van oorlog verkeert. Vergelijk dit bijvoorbeeld met de ‘slechts’ 58 000 gesneuvelde Amerikaanse soldaten na een decennium oorlog in Vietnam. Al acht jaar lang bereiken de dagelijkse schietpartijen, onthoofdingen en ontdekte massagraven de Mexicanen via de pers, vaak op een erg grafische en weinig subtiele manier. Zo heeft de goedkope tabloid ‘El Gráfico’ er een gewoonte van gemaakt een foto van een bloedig, levensloos slachtoffer prominent op de voorpagina te plaatsen, steevast naast de bikinibabe van de dag. Volgens het Pew Research Center zet 73 procent van de Mexicanen dan ook ‘geweldbestrijding’ bovenaan hun gewenste prioriteiten voor Peña’s regering. Hier wringt nu net het schoentje.
Media
De president zet alle mogelijke middelen in om de nationale aandacht te vestigen op andere zaken. Het geweld wordt gewoonweg niet besproken. Met de Tweede Informe (vergelijk het met de State of the Union van de Amerikaanse president) in het zicht, schakelt de promo-campagne nog een versnelling hoger. De voorbije dagen was het onmogelijk om niet in contact te komen met een van de vele spots die de hervormingen en het gevoerde beleid van de regering verdedigen – al dan niet ingesproken door de president zelf. Het beruchte publiciteitsbombardement ‘Thunderclap’ van de N-VA tijdens de voorbije verkiezingscampagne is er werkelijk klein bier tegen. Wat vooraf ging: sinds het aantreden van Peña heeft zijn administratie de ene na de andere hervorming doorgevoerd. Onderwijs, telecommunicatie, financiën, energiebeleid: allen ondergingen ze in meer of mindere mate een face-lift. De belangrijkste en meest ingrijpende was die inzake energie. Sinds de nationalisering van de olie-industrie in 1938 door de haast mythische president Lázaro Cárdenas (vind maar eens een dorp zonder een naar hem genoemde straat), ging alle winst gemaakt dankzij het zwarte goud rechtstreeks naar de overheid. Ondanks felle kritiek van landen als de VS en Groot-Brittannië konden Cárdenas en zijn opvolgers gebruik maken van de constante inkomsten om sociale woonwijken, scholen en een degelijke sociale zekerheid uit te bouwen. In Mexico zie je geen Shell of Q8 langs de wegen. Alle tankstations gaan van het overheidsbedrijf Pemex uit.
Azteekse tijger
Peña draait met zijn hervormingen de klok gedeeltelijk terug en stelt een aanzienlijk deel van de reserves open voor buitenlandse investeerders. Zelfs voor de meest verstokte aanhangers van zijn PRI blijkt dit een moeilijk verteerbare hap. De linkse oppositiepartij PRD noemt de hervorming het ‘verkopen van Mexico aan de buitenlanders’ en verwijt de president een landverrader te zijn. Zij pleit ook voor een nationaal referendum om deze existentiële kwestie voor te leggen aan de burger. Daartegenover staan de zeer positieve reacties uit het buitenland. Zo juichen de Angelsaksische tijdschriften als Time en The Economist de gedeeltelijke privatisering toe. Zij zien het als de onmisbare component van wat zij het ‘Mexicaanse Moment’ doopten. De krant Financial Times noemde Mexico de ‘Azteekse Tijger’, naar analogie met de vier voormalige ‘Aziatische Tijgers’ als voorbeeld van een snel groeiende, opkomende economie. Veel Mexicanen lachen eens luid met deze overdreven lof vanwege de gringo’s. Zij zien vooral zeer lage economische groeicijfers, te trage jobcreatie en een almaar duurder leven. De privatisering van de olie-industrie lijkt hen simpelweg een geste aan buitenlandse investeerders en ze voorspellen dan ook weinig goeds voor de toekomst.
Promo-bombardement
Overheidsfunctionarissen hielden hun bewoordingen inzake de hervormingen bewust vaag. De debatten voerde men binnenskamers. Dat de cruciale knopen werden doorgehakt tijdens het WK voetbal was voor critici dan ook geen toeval in deze voetbalgekke natie. Toch ziet het ernaar uit dat de regering de publieke ontevredenheid heeft onderschat. Uit enquêtes van enkele kranten blijkt dat de tegenstand groter is dan aanvankelijk verwacht. Maar daar belooft het promo-bombardement verandering in te brengen. Op radio en tv (zowel op openbare als private zenders) horen we om de haverklap hoe goed het parlement werkt, hoe fantastisch de Mexicaanse export is en hoe gunstig de hervormingen zullen uitdraaien voor Juan met de Pet. Zo gaat het de hele dag door. In dit land waar de banden tussen de bazen van de grootste mediagroepen en de huidige president zeer innig zijn, maakt men veel zendtijd vrij ter verdediging van de beleidskeuzes. President Peña verscheen zelfs op het populaire televisieprogramma Hoy, een dagelijkse apolitieke ochtendshow waar vooral roddel over celebrities, telenovela’s en informercials worden vermengd met flauwe komische sketches en moppen met een baard. In een niet-kritisch interview (beter: monoloog) gespreid over enkele dagen kon de president de hervormingen in alle rust verdedigen. Voor velen was dit het zoveelste bewijs van de macht van de uitvoerende macht over de media.
Op deze manier gaan de publieke debatten vooral over de hervormingen waar, blijkbaar, weinig Mexicanen op zaten te wachten. De stijgende geweldcijfers verliest men zo uit het oog. Of is het toch de uitputtende kracht van de routine die de Mexicanen apathisch en haast cynisch maakt? Desondanks zijn 59 000 doden in 20 maanden tijd nauwelijks een normaliteit te noemen. Dat zul je echter niet horen via de populaire media. Daar is het optimisme en tevredenheid troef met Peña als personificatie van de voortuitgang van dit geweldige, gewelddadige en bijna altijd absurde land.
Foto © Reporters
Tags |
---|
Tex Van berlaer is freelance journalist voor o.a. Knack, Mondiaal nieuws en Periodista político.
Parlementariërs van de PNV stemmen voor het budget. Voor critici van Catalonië bewijzen ze dat nationalisme en pragmatisme samengaan.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.