Michael Ignatieff in The New York Times
Naïviteit en angst als wetenschappelijke instrumenten
De wetenschap der kardinale deugden, volgens het evangelie van Ignatieff
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMichael Ignatieff, prof in de politicologie, die in 2007 na een lange Harvardcarrière erkende dat zijn vak geen wetenschap is, heeft in The New York Times een artikel waarin hij zijn politicologische inzichten toch nog eens uiteenzet. Ik vermoed om zijn eerdere bekentenis te illustreren.
Zo denkt hij dat de Golfstaten, met hun wretched autocrats (dit soort termen is het summum waartoe zijn wetenschap in staat is), uit schaamte hun deel van de vluchtelingen misschien zullen opnemen, eens zij het goede voorbeeld hebben gezien van de Westerse landen. “Once these states take a lead, other countries — including those wretched autocrats in the Gulf States — could be shamed into doing their part.” Mooi dat zo’n geleerde man nog het vertrouwen van een kind in zijn gemoed wist te bewaren.
En dat het onze plicht is die vluchtelingen op te nemen mag duidelijk zijn: veertig jaar geleden namen bijvoorbeeld de Verenigde Staten en andere landen honderdduizenden Vietnamese bootvluchtelingen op. Dat de VS zelf (d.i. Kennedy en wat daarna kwam) daar een misdadige oorlog hadden gevoerd, met gebruik van chemische wapens, vertelt hij er niet bij. Waarschijnlijk omdat ook vele politicologen dat al zullen weten, maar de vergelijking blijft mank. “In the late 1970s and early 1980s, Canada, Australia, New Zealand and the United States received hundreds of thousands of Vietnamese boat people.”
Ook werden vele Hongaren als vluchteling verwelkomd na 1956. En zowel de Hongaren als later de Vietnamezen zijn voorbeeldige medeburgers geworden. “The Vietnamese and Hungarians were fleeing Communism. What’s holding back sympathy for the Syrians?” Ja, wat zou dat toch kunnen zijn?
Ignatieff noemt één keer the Islamic State maar verder komt in zijn geleerde analyse het woord islam niet voor. Het zal wetenschappelijk gesproken een onbelangrijk detail zijn.
Wat moeten die Syriërs in het station in Budapest toch denken van onze mooie praatjes over mensenrechten? vraagt de professor. Ik denk niet veel, professor, want dat begrip is in de islam onbestaand en zij denken, net als u, binnen een bepaald kader. “What must Syrians, camped on the street outside the Budapest railway station, be thinking of all that fine rhetoric of ours about human rights and refugee protection? If we fail, once again, to show that we mean what we say, we will be creating a generation with abiding hatred in its heart.”
Hier komt Ignatieff dicht bij een verklaring voor de terughoudendheid van de volkeren van de Westerse wereld, maar dat onze eventuele compassie helemaal niet ter zake doet kan hij natuurlijk niet over zijn lippen krijgen. Want die haat in de harten heeft een naam die hij niet wil noemen: jihad.
Toch blijft onze wetenschapper niet volkomen blind voor de dreiging die er uitgaat van de massa-immigratie van moslims, want aan het eind van zijn artikel roept hij angstig de hulp van God in: “So if compassion won’t do it, maybe prudence and fear might. God help us if these Syrians do not forgive us our indifference.”
Tot zover deze lezing over de wetenschap der kardinale deugden, volgens het evangelie van Ignatieff.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.