JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Migratie: heikel verkiezingsthema in Nederland

Migratie en klimaat springlevende thema's in Nederlandse verkiezingen

Wouter Roorda1/3/2019Leestijd 4 minuten
Femke Halsema, burgemeester in een ultralinks Amsterdams College

Femke Halsema, burgemeester in een ultralinks Amsterdams College

foto © Hans Franz

Migratie blijft een heikel thema in de Nederlandse verkiezingscampagne voor Provinciale Staten (en indirect Eerste Kamer)

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 20 maart zijn er provinciale verkiezingen in Nederland en (indirect) voor de senaat (Eerste Kamer). Migratie is ook nu één van de belangrijkste thema’s.

Links klimaat, rechts migratie

Linkse partijen vinden dat deze verkiezingen alleen maar over het klimaat moeten gaan. Migratie is toch niet af te stoppen en bovendien zijn we volledig gebonden aan internationale verdragen. Ter rechterzijde bestaat onvrede vanwege de blijvend hoge instroom van met name kansloze migranten die na lange, door henzelf gerekte procedures bij een voor hen negatieve uitkomst weigeren te vertrekken. Daarnaast neemt het aandeel migranten in de bevolking toe en verloopt hun integratie moeizaam.

Het aantal asielzoekers bedroeg in 2018 bijna 27.000 en daalt gestaag sinds het recordjaar 2015, toen ruim twee keer zoveel mensen asiel aanvroegen. Ondanks deze daling is de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) nog steeds niet in staat dit aantal binnen de gestelde termijnen af te handelen. De wachttijd (onder meer door personeelstekorten) voor überhaupt met de procedure wordt gestart, is inmiddels opgelopen tot anderhalf jaar.

Daarna volgt een algemene asielprocedure waarin in acht dagen moet worden vastgesteld of iemand mag blijven. In de praktijk heeft de IND hier zestien weken voor nodig. Zelfs over kansloze aanvragen uit veilige landen doet de dienst nog drie weken. Daarna volgt de verlengde asielprocedure, voor die zaken die nader onderzoek vergen. Deze duurde in 2018 gemiddeld zo’n 46 weken. Daarna begint het eventuele juridische steekspel en kan de asielzoeker tot aan het Europese Hof in beroep. De asielzoeker mag meestal de uitspraak in Nederland afwachten. Voor de asielzoeker is dit een loterij zonder nieten: er kan met hulp van een advocaat zonder kosten bijna eindeloos worden doorgeprocedeerd.

Kinderen inzetten

Aangezien een algemeen pardon niet op brede steun bij de bevolking kan rekenen, worden nu (net als bij het klimaat) kinderen ingezet om dat doel te bereiken. Zo verscheen er een rapport van een aantal wetenschappers dat het terugsturen van in Nederland gewortelde kinderen tot ernstige psychische schade leidt.

Hoewel deze publicatie meer het karakter had van een pamflet dan van gedegen wetenschappelijk onderzoek, was dit voor het CDA aanleiding om het verzet tegen verruiming van het zogenaamde kinderpardon te staken. De partij schaarde zich aan de zijde van coalitiepartners D66 en ChristenUnie, die al langer pleiten voor een ruimer kinderpardon. De VVD kwam hierdoor alleen te staan in de coalitie en moest inbinden, ondanks de expliciete afspraak in het regeerakkoord dat het kinderpardon niet wordt verruimd.

Wel haalde de partij binnen dat het permanente kinderpardon wordt afgeschaft en dat de eveneens in het regeerakkoord opgenomen afspraak om jaarlijks via de UNHCR 250 extra vluchtelingen uit te nodigen wordt geschrapt. Van het ruimere pardon profiteren naar schatting 700 kinderen. Zoals elk pardon de kiemen van het volgende pardon in zich draagt, zijn vluchtelingenorganisaties alweer bezig nieuwe ‘schrijnende gevallen’ aan te dragen die net buiten de werking van het nieuwe pardon vallen. Zo ging het ook de vorige keer, toen de Armeense kinderen Lili en Howick na een kansloze (maar eindeloze) asielprocedure na lang doordrammen en met steun van tal van Bekende Nederlanders toch mochten blijven.

Pact van Marrakesh

Het Pact van Marrakesh zal asielzoekers mogelijk een nieuwe steun in de rug geven. Net als in België leidde het sluiten hiervan tot nogal wat discussie. Ook hier pas in de weken voorafgaand aan de ondertekening.

Het kabinet dacht met het toevoegen van een inlegvel de voornaamste kritiek te ondervangen. Hierin staat nog eens nadrukkelijk dat het pact niet bindend is. Dit ondanks de slechte ervaringen die het kabinet heeft met de toepassing door de rechter van niet rechtstreeks doorwerkende internationale verdragen.

In een zaak aangespannen door de actiegroep Urgenda probeerde deze het kabinet te dwingen om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 verder terug te dringen. De rechters oordeelden ook in hoger beroep dat de Nederlandse staat nadere maatregelen moet nemen. De zaak ligt nu bij de Hoge Raad der Nederlanden voor een finaal oordeel. Het is wonderlijk in het licht van de scheiding der machten dat een rechter op basis van algemene bepalingen in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens het kabinet dwingt om klimaatmaatregelen te nemen.

Weinig afwijzingen

Het voorgaande zou kunnen suggereren dat in Nederland veel asielaanvragen worden afgewezen en dat men daarom steeds weer in beroep gaat. Het tegendeel is het geval. Er worden juist relatief weinig aanvragen afgewezen, waardoor degenen die dat overkomt opnieuw een kans wagen. In eerste aanleg wordt circa de helft van de asielaanvragen (voorlopig) toegekend. Van de afgewezen verzoeken wordt in beroep daarna ook nog eens bijna de helft (voorlopig) toegekend.

Voor de groep die het land moet verlaten, is in 2007 de Dienst Terugkeer en Vertrek opgezet. Deze slaagt er echter maar matig in afgewezen asielzoekers uit te zetten. Voornaamste oorzaak is dat uitgeprocedeerden niet meewerken. Hoewel er detentiecentra zijn, schiet de capaciteit daarvan tekort en kunnen mensen maximaal een half jaar worden opgesloten. De detentiecentra worden vooral gevuld met migranten uit veilige landen, die een aanvraag hebben gedaan om na afwijzing de vertrekpremie te kunnen opstrijken.

‘Verantwoordelijkheid van de aanvrager’

Vertrekken na een afgewezen aanvraag is ‘de verantwoordelijkheid van de aanvrager’. Die heeft hier vaak geen trek in en belandt vervolgens in de illegaliteit. Het grote aantal illegalen in Amsterdam gaat de draagkracht van gemeente en (organisaties van) asielactivisten echter inmiddels te boven. De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in de hoofdstad vorig jaar bracht uitkomst.

Onder leiding van GroenLinks kon er een ultralinks College van Burgemeester en Wethouders worden gevormd, met als bekroning de benoeming van GL-politica Femke Halsema tot burgemeester. In het nieuwe College-akkoord werd afgesproken dat Amsterdam verspreid over de stad opvangcentra opzet voor in totaal 500 illegalen. Zij krijgen hier anderhalf jaar onderdak, wat 24.000 euro per plaats per jaar kost.

GL-wethouder Groot Wassink slaagde erin een groot deel van deze rekening bij het Rijk te leggen, waar het aanvankelijk leek dat Amsterdam de benodigde 12 miljoen euro uit eigen zak moest betalen. Het Rijk werd gepaaid met de toezegging dat de mensen die worden opgevangen gaan meewerken aan hun vertrek. In een interview met De Volkskrant laat Groot Wassink echter weten dat wat hem betreft ook de mogelijkheid voor permanent verblijf opnieuw moet worden bekeken. Eerder kraakten groepen illegalen op verschillende plaatsen in Amsterdam woningen, die soms niet eens leeg stonden.

Druk op woningmarkt

De opvang van grote aantallen illegalen zet nog meer druk op de toch al overspannen Amsterdamse woningmarkt. Hoewel recent de voorrang van statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen door het Rijk werd geschrapt, blijven bijna alle gemeenten in de praktijk dit beleid hanteren.

De voorman van de krakende illegalen in Amsterdam, Khalid Jone, kreeg in juli vorig jaar na 16 jaar doorprocederen toch een verblijfsvergunning en vlak daarna een sociale huurwoning op een gewilde plek. De uitbreiding van het aantal sociale huurwoningen in de afgelopen jaren komt nagenoeg volledig overeen met het aantal nieuwe statushouders dat jaarlijks een sociale huurwoning nodig heeft. De wachtlijsten voor andere groepen blijven daardoor even lang. Het is een van de vele factoren die het draagvlak onder de bevolking voor asiel en migratie verminderen, waardoor dit thema ondanks stilzwijgen in veel media toch voortdurend de kop opsteekt in deze verkiezingen.

Wouter Roorda is econoom. Hij werkte 20 jaar bij verschillende Nederlandse ministeries, vooral op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Tegenwoordig is hij actief als onafhankelijk columnist, investeerder en rentmeester.

Commentaren en reacties