JavaScript is required for this website to work.
post

Het monopolie op rationaliteit

Een antwoord op 'Godsdienst en hersenspoeling'

Juan Diaz21/7/2018Leestijd 3 minuten
Charles Darwin, vader van de evolutionaire biologie.

Charles Darwin, vader van de evolutionaire biologie.

foto © Reporters

Niemand heeft het monopolie op rationaliteit, ook niet wie zijn geloof in handen legt van de evolutionaire biologie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Recent reageerde professor Jan Van Peteghem op een bijdrage van Othman El Hammouchi, waarin deze voor het recht van ouders pleitte om hun religieuze overtuigingen aan hun kinderen door te geven. De professor beweert dat religieuze opvattingen ‘op erg hypothetische gronden gestoeld zijn’ en dat we ze daarom best opzij laten in de opvoeding van kinderen. Hij stelt voor de sociale orde enkel op falsifieerbare wetenschappelijke kennis te baseren, steunend vooral op de inzichten van de sociobiologie, en oppert dat religieuze overtuigingen daar niet bij horen. Ik dank professor Van Peteghem voor zijn respectvolle en goed opgebouwde bijdrage, waarmee ik het toch grondig oneens ben. Ik zal met deze tekst proberen aan te tonen dat zijn kritiek op religie ook zijn eigen denksysteem ondermijnt.

Samen met Peter Watson, waarschuwt professor Van Peteghem ons: ‘Wees toch voorzichtig om mee te gaan in alles omvattende dogmatische systemen, van welke aard dan ook.’ Ironisch genoeg is een groot deel van de sociobiologie in een zekere zin een prachtvoorbeeld van zo een systeem. De vaak herhaalde claim dat we elk gedragsverschijnsel in de mens ooit zullen kunnen verklaren aan de hand van evolutionaire processen, is namelijk een self-fulfilling prophecy die niet te falsifiëren valt.

Monogamie

Laat ons het voorbeeld nemen van monogamie. Zoals professor Van Peteghem in zijn betoog uitlegt, zou die ontstaan zijn omdat mannen in zo’n relatie meer tijd en inspanningen zouden steken in het grootbrengen van hun kinderen, waardoor ze een grotere kans hebben om hun DNA te doen voortbestaan. Maar als u het aan professor Dieter Lukas (Max Planck Institute) vraagt, zal hij u vertellen dat ‘paternal care is a consequence rather than a cause of social monogamy. Social monogamy has evolved in nonhuman mammals where breeding females are intolerant of each other and female density is low, suggesting that it represents a mating strategy that has developed where males are unable to defend access to multiple females’ (The Evolution of Social Monogamy in Mammals, Lukas and Clutton-Brock, 2013). Op zijn beurt spreekt professor Kit Opie (University College London) dit tegen en stelt een derde reden voor: monogamie heeft voor hem vooral te maken met infanticide (Male infanticide leads to social monogamy in primates, Opie, Atkinson, Dunbar and Schultz, 2013). Bij gemeenschappen van niet monogame zoogdieren zou infanticide aanzienlijk vaker voortkomen.

Evolutie

Wie ervan uitgaat dat de evolutionaire ideeën alles moeten kunnen verklaren in onze maatschappij, zal geen gebrek lijden aan mogelijke hypotheses die allemaal plausibel klinken. Met de tijd kunnen we er misschien in slagen om sommige alternatieve evolutionaire verklaringen uit te sluiten, maar hoe zou men de fundamentele claim kunnen falsifiëren dat monogamie enkel en alleen een product is van evolutie? Professor Van Peteghem en vele moderne atheïsten beschouwen religie als onfalsifieerbaar omdat, zeggen ze, niet kan bewezen worden dat God niet bestaat. Maar aantonen dat er geen enkel evolutionair mechanisme te vinden is om een bepaald sociaal fenomeen uit te leggen, is minstens even moeilijk. Hij beklaagt er zich over dat vele filosofen hun hoofd gebroken hebben om godsbewijzen te vinden, die later door weer andere filosofen bekritiseerd werden. Maar evolutionaire hypotheses ontstaan en vervallen even snel. Veel van de kritiek die professor Van Peteghem op religie levert, is daarom ook toepasselijk op het naturalistische wereldbeeld van iemand die alles in onze maatschappij als een product van blinde evolutie beschouwt.

Verder ondergraaft hij nog zijn eigen betoog op de volgende manier. Als onze overtuigingen niets meer zijn dan het gevolg van een lang evolutieproces (zoals hij beweert voor religieuze inzichten, bijvoorbeeld), dan is het humanistische gedachtegoed enkel en alleen een bijproduct van evolutie, even waar als eender welke andere levensvisie. Er is binnen een strikt sociobiologisch kader geen enkele reden om te denken dat een bepaalde opvatting dichter bij de waarheid is dan een andere. Immers, zoals professor Van Peteghem heel juist zegt, ‘het is niet omdat een fenomeen nuttig is dat het waar is’. Maar bij evolutionaire processen is nut het enige wat telt: evolutie gaat om overleving, niet om waarheid. Darwinistische evolutie laat daarom weinig over van zijn betoog rond de waarachtigheid van falsifieerbare wetenschappelijke inzichten, hoe nuttig ze ook mogen zijn.

Rationaliteit

Eerder dan kritiek leveren op de sociobiologie, wil ik hiermee benadrukken dat niemand het monopolie op rationaliteit heeft, naturalisten ook niet. Wie dit monopolie toch probeert op te eisen, zaagt vroeg of laat de tak af waarop hij zit. Othman El Hammouchi laat keer op keer zien dat hij zijn geloofsovertuigingen met rationele argumenten kan staven, en dat hij meer dan bereid is om inhoudelijke discussies aan te gaan met andersdenkenden. En samen met hem bouwen vele gelovigen hun overtuigingen op argumenten die minstens even sterk zijn als die van naturalisten.

Juan Diaz is PhD student in de theoretische fysica aan de KU Leuven.

Commentaren en reacties