Myanmar tussen Oost en West
Burgeroorlog voor de deur van China?
Er dreigt een burgeroorlog in Myanmar. China zou er een rol in kunnen spelen, de VS zullen niets doen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMyanmar is een statenbond. Sinds de oprichting in 1948 is er een burgeroorlog. In het land leven zo’n 52 miljoen mensen. Veertig procent zijn etnische Birmanen. Daarnaast leven er nog zeven grote etnische groepen, elk in hun eigen staat. Myanmar is een van de meest multiculturele landen in de wereld. De meeste etnische groeperingen willen onafhankelijkheid. Meer dan 20 legertjes en gewapende groeperingen vechten sinds 1948 met elkaar en met het Birmaanse leger. Om een einde te maken aan deze burgeroorlog greep in 1962 het leger zelf de macht. Veel veranderde er niet. Het leger kreeg nooit het hele land onder controle. In de gebieden waar ze wel de baas waren voerde ze een dictatoriaal bewind. In november 2015 vonden na grote internationale druk landelijke verkiezingen plaats. Oppositieleidster Aung San Suu Kyi won overweldigend. In 1991 was haar vanwege haar strijd tegen het dictatoriale bewind van het leger de Nobelprijs voor de vrede toegekend. Na jaren van huisarrest mocht ze in november 2015 weer meedoen met de verkiezingen. In een moeizame dialoog met het leger – dat nog steeds de belangrijke politieke macht in het land is – probeert Aung San een vredesakkoord met alle etnische groeperingen te sluiten. Tot nu toe is dit mislukt.
De belangrijkste conflicthaarden zijn de Shan-staat in het noordoosten en de Arakan-staat in het westen. De Shan-staat grenst aan China. Myanmar deelt een 2200 kilometer lange grens met de Volksrepubliek. In het noorden van de Shan-staat vechten de Kachins met een leger van meer dan 10.000 soldaten voor onafhankelijkheid. De Kachins leven deels in Myanmar, deels in China. Sinds begin december is het Kachin Independence Army (KIA) aan een offensief bezig. Het KIA krijgt geld en wapens uit China.
Etnische Chinezen hebben hun eigen leger, het MNDAA. Het MNDAA wordt gezien als het restant van de communistische partij van Birma. In 2009 werden veel Han-Chinezen door het Birmaanse leger de grens met China overgejaagd. Inmiddels is de MNDAA weer aan een offensief bezig. Ook het MNDAA wordt, hoewel het officieel ontkend wordt, door China gesteund. Zowel door het KIA als door het MNDAA wordt het internet gebruikt om donaties – geld, voedsel en wapen s- te krijgen. De overheid van Myanmar heeft ngo’s verboden humanitaire hulp te geven aan de mensen in de gebieden waar het KIA en het MNDAA actief zijn omdat ze terroristen zouden zijn. KIA en MNDAA hebben volgens de laatste berichten de Volksrepubliek China om bemiddeling gevraagd.
In de Arakan-staat leven de Rohingya, een islamitische groepering in het overwegend boeddhistische Myanmar. Er leven ruim 1,1 miljoen Rohingya in Myanmar. De Birmanen zien hen als illegale immigranten uit Bangladesh, hoewel het merendeel van hen al meer dan een eeuw in het Britse Birma wonen. Inmiddels zijn er weer een aantal etnische conflicten gemeld. Volgens de Verenigde Naties zijn al meer dan 34.000 Rohingya naar Bangladesh en China gevlucht. Maar ook daar zijn ze niet welkom. Internationale waarnemers en journalisten mogen het gebied niet in. Het is dus moeilijk om een correct beeld van de situatie te krijgen. Geprobeerd wordt uit satellietbeelden de militaire operaties van het Myanmar-leger af te leiden. ‘Als de beschuldigingen waar zijn,’ zei Adama Dieng, de VN-adviseur voor de preventie van genocide tegen de BBC, ‘dan staan de levens van duizenden mensen op het spel. Ook de reputatie van Myanmar, zijn regering en strijdkrachten staan op het spel. De overheid moet voor eens en altijd een duurzame oplossing vinden voor de situatie van Rohingya-moslims en andere religieuze en etnische minderheden in Myanmar. Een oplossing die volledig in lijn dient te zijn met de internationale richtlijnen voor mensenrechten die de overheid heeft gezworen te respecteren.’ Human Rights Watch heeft inmiddels een aantal etnische zuiveringen gerapporteerd.
Zowel de Verenigde Staten als de Volksrepubliek China willen dat Myanmar tot hun invloedssfeer hoort. China exporteert daartoe op grote schaal Chinezen naar Myanmar. De tweede stad van Myanmar Madalay heeft inclusief voorsteden ruim 2,5 miljoen inwoners. Meer dan de helft van de bewoners zijn Han-Chinezen. De lokale economie is volledig in handen van Chinezen. Daarnaast wil China over een haven in de Golf van Bengalen kunnen beschikken. Hiertoe investeert de Volksrepubliek in Myanmars infrastructuur. Sittwe, een belangrijke haven aan de Golf van Bengalen, ligt in de Arakan-staat, waar de Rohingya wonen.
De Verenigde Staten van Obama hebben de sancties tegen Myanmar inmiddels opgeheven. De EU volgde Obama’s voorbeeld. Obama’s VS probeerden de economische banden met Myanmar te verstevigen en er de interne democratie te versterken. Obama zelf is de laatste jaren tweemaal officieel op bezoek geweest. Maar de Amerikanen zijn zeker niet het minst geïnteresseerd in de immens grote olievoorraden die voor de kust van Myanmar op exploitatie liggen te wachten.
Nu Trump in de VS aan de macht is en verwacht mag worden dat de politiek van Amerika tegenover China zal gaan veranderen, valt het te vrezen dat Myanmar een potentiële conflicthaard zal blijken.
Foto: Birmaanse studenten betogen op 21 november 2016 tegen de massale moordpartijen op de Rohingya.
Tags |
---|
Personen |
---|
De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.
Jan Renkema probeert de ‘Nederlander’ is een beperkt aantal pagina’s te doorgronden.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.