JavaScript is required for this website to work.
Communautair

N-VA, tijd om te herbronnen

Dringt een fusie tussen N-VA en VB zich op?

Philip Roose3/7/2019Leestijd 5 minuten
Tijd voor bezinning? Quid N-VA?

Tijd voor bezinning? Quid N-VA?

foto © Reporters / GYS

Als N-VA doorgaat op het rechts-populistische pad, lijkt een fusie met het Vlaams Belang tot een Forza Flandria misschien wel logischer.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Begin de jaren negentig van de vorige eeuw probeerde toenmalig PVV-voorman Guy Verhofstadt zijn partij te verruimen met Vlaams-nationalisten en conservatieve christendemocraten onder de noemer Forza Flandria. De naamgeving was geïnspireerd was op Forza Italia, de partij die in de nasleep van mani puliti in 1993 werd gesticht door de Italiaanse mediamagnaat Silvio Berlusconi. Flandria mag dan wel pseudo-Italiaans zijn — ‘Vlaanderen’ wordt vertaald met Fiandre — het project van Verhofstadt mislukte niet door zijn belabberde talenkennis, maar wel door een veto van de vrijmetselarij en zijn toen reeds legendarische ego.

Vlaams-nationalistische godsvrede

Het idee van een Forza Flandria kwam dertien jaar later terug op het voorplan toen extreemrechts het herdefinieerde als een soort van Godsvrede tussen de verschillende politieke vertegenwoordigers van het Vlaams-nationalisme. De onderlinge ideologische twisten werden daarbij begraven om samen te werken aan het gemeenschappelijk hoger doel: een onafhankelijk Vlaanderen. Het Vlaams Belang behaalde in 2004 een recordscore, maar begreep dat het om verder te groeien zich moest verruimen met centrumrechtse kandidaten. In 2007 probeerde de partij een kartel te vormen met kleinere Vlaamsgezinde partijen als LDD, VLOTT en N-VA, maar de ideologische kloof tussen het extreemrechtse discours van Filip Dewinter en de rest, bleef veel te diep.

Uiteindelijk behaalde eerst de rechs-libertaire LDD van Jean-Marie Dedecker (2007) en daarna de N-VA van Bart De Wever (2010 en 2014) hoge electorale scores, waarbij die laatste uiteindelijk zowel LDD als het VB electoraal leegzoog. Vandaag, vijf jaar later, liggen de kaarten weer helemaal anders. Het Vlaams Belang herrees wonderwel uit haar as en evenaarde bijna haar historische score van 2004. Onder de kundige leiding van Tom Van Grieken, geholpen door een misplaatste zelfzekerheid van de N-VA, werd het Vlaams Belang terug de tweede partij in Vlaanderen. De donkerbruine praat van Filip Dewinter werd grotendeels vervangen door rechts-populistisch discours, en dat wierp zijn vruchten af.

Terwijl Forza Flandria in 2014 nog werd verpersoonlijkt door de N-VA, en er geen nood meer was om samen te werken met andere Vlaams-nationale partijen, staat men vandaag weer even ver als in 2007. Uit respect voor de VB-kiezer, of beter: voor de ex-N-VA-kiezers die zijn overgelopen naar het Vlaams Belang, nodigde de De Wever deze keer de VB-voorzitter niet alleen maar pro forma uit naar de formateursgesprekken. Volgens Van Grieken was het tevens de eerste keer dat hij De Wever langer dan twee minuten onder vier ogen sprak. Een beetje hallucinant. Maar de N-VA mag dan wel zeggen tegen het cordon sanitaire te zijn, er bestuurt tot op vandaag geen enkele lokale afdeling met het Vlaams Belang. Geen woorden, maar daden.

Grote ideologische verschillen

De gemeenschappelijke strijd voor meer Vlaamse autonomie, de essentie van Forza Flandria, moet grotendeels in de Kamer gevoerd worden, en daar liggen de politieke evenwichten nog nadeliger voor beide partijen. Samen halen ze samen slechts 28% van de stemmen, wat verre van incontournable is. Sommige Vlaams-nationalisten dromen na deze opening van De Wever ook reeds van een verkiezingskartel tussen N-VA en VB, om bij de volgende verkiezingen een volstrekte meerderheid te halen.

Het is ook maar de vraag of zo’n Forza Flandria-lijst de Vlaamse en vooral de federale verkiezingen kan winnen met een thema als Vlaamse onafhankelijkheid. Een onderzoek van politicologen wees onlangs uit dat de belangrijkste verkiezingsthema’s migratie, sociale zekerheid, belastingen en milieu waren. De eerste drie onderwerpen omvatten zeker ook communautaire conflicten, maar of men dat zo ook zal kunnen verkopen aan de meerderheid van de Vlamingen, blijft een groot vraagteken.

Daarenboven bepleit N-VA een realistische stapsgewijze of ‘evolutionaire’ ontmanteling van de Belgische staat, met als tussenstop confederalisme en dus een onderhandelde staatshervorming op federaal niveau, terwijl het Vlaams Belang een revolutionaire irrealistische ‘Catalaanse’ oplossing voorstelt via een onafhankelijkheisverklaring in het Vlaams Parlement, met alle internationale gevolgen van dien. Ironisch genoeg lijken dan ook vandaag de ideologische verschillen op het vlak van Vlaamse staatwording, de essentie van de Forza Flandria, veel groter te zijn dan die op maatschappelijk vlak.

Transformatie

In 2014 hadden de N-VA en het Vlaams Belang nog twee duidelijk onderscheiden partijprofielen. Enerzijds was er het islamofobe antimigrantendiscours verpersoonlijkt door Filip Dewinter, terwijl anderzijds Bart De Wever daartegenover een inclusieve maatschappijvisie zette. Maar naarmate de federale regeringsdeelname vorderde, en die niet de verhoopte sociaal-economische ommekeer bracht (‘Een regering zonder socialisten is een staatshervorming op zich.’), veranderde ook het ideologische discours van de N-VA. Gezien er voor de centrumrechtse, Vlaams-nationale en economisch liberale N-VA-kiezers geen echt geloofwaardig politiek alternatief voorhanden was (waar wacht men op?), werden niet zij maar de kiezers die naar het Vlaams Belang dreigden over te lopen de prioriteit.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en nog meer Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken moesten de N-VA-meubelen ter rechterzijde redden. Met anti-islamretoriek, pseudo-Verlichtingsgetoeter van Nieuw-Vlaamse Feministen en een stoere en soms dehumaniserende houding op vlak van asiel en migratie transformeerde het inclusieve verhaal van het kostbare weefsel zich steeds meer in een goedkoop rechts-populistisch tapijt uit de Ikea.

VB-discours salonfähig gemaakt door N-VA

Maar de electorale strategie mislukte grandioos. Terwijl Theo Francken in Vlaams-Brabant een sterk persoonlijk resultaat neerzette, voornamelijk om zijn niet aflatende inzet en aanwezigheid op het terrein, en in Antwerpen het effect-De Wever en gebrek aan politieke concurrentie sterk speelde, verloor de N-VA overal in Vlaanderen zwaar aan het Vlaams Belang. Daar waar de N-VA-lijsttrekker een sterk antimigrantenprofiel had en lokaal sterk verankerd was, zoals Francken, bleef de partij electoraal stabiel; daar waar ze die niet voor handen had, koos de kiezer voor het geloofwaardige origineel. Beide partijen werden communicerende vaten op vlak van migratie en integratie, omdat N-VA het VB-discours salonfähig had gemaakt.

Wat Sam Van Rooy, de poulain van Filip Dewinter, verklaart over de islam, is identitiek hetzelfde als wat Darya Safai of Zuhal Demir daarover verkondigen. Het verschil tussen beide partijen lijkt dan misschien wel groot in theorie, zoals in de respectievelijke partijprogramma’s — en wie leest die nog in tijden van social media? —, in de dagdagelijkse communicatie valt het onderscheid soms moeilijk te maken, zeker nu gematigde stemmen als bijvoorbeeld Jan Peumans, Siegfried Bracke en Geert Bourgeois geen belangerijke rol meer zullen spelen in de N-VA, en louter nog als vervelende schoonmoeders vanop een afstand wat kritiek kunnen geven.

De N-VA-campagne rond het Marrakeshpact had zo uit de pen van Filip Dewinter kunnen komen, het kwam daarentegen uit de koker van een heel dichte medewerker van De Wever. Deze inhoudelijk toenadering is nefast op vier verschillende terreinen: ideologisch, omdat het inclusief Vlaams-nationalisme en liberaal-conservatisme politiek dakloos dreigt te worden; electoraal, omdat het op lange termijn (en nu bij gebrek aan politiek alternatief) de gematigde centrumrechtse kiezers (waaronder trouwens veel moslims) dreigt te verliezen; strategisch, omdat het de electorale basis van het Vlaams-nationalisme verkleint; maatschappelijk, omdat het de Vlaamse samenleving onnodig nog meer verdeelt.

Beginselverklaring

In plaats van hijgerig het verzuurde rechtspopulistische electoraat achteraan te lopen, zou de N-VA beter haar eigen beginselverklaring nog eens opnieuw lezen:

‘In een “globale” wereld die steeds complexer en drukker wordt en waarin steeds meer zekerheden sneuvelen, wenst de Nieuw-Vlaamse Alliantie elke Vlaming een warm nest te bieden. Daarom ijvert de NVA voor een echte en hechte samenleving, een gemeenschap van vrije Vlamingen die verantwoordelijkheid opnemen voor het geheel: vrij en verantwoordelijk. Overal, van wijk tot wereld, werken we aan een nieuw burgerschap in samenhorigheid. Sleutels daartoe zijn respect voor de persoonlijke integriteit en vrijheid enerzijds, verantwoordelijkheid en gemeenschapszin anderzijds.’

Indien men blijft voortgaan op het rechts-populistische pad, dringt zich inderdaad een fusie van N-VA en Vlaams Belang tot een Forza Flandria op. Het zou alvast het voordeel van de duidelijkheid opleveren. Wel zou het jammer zijn dat de volledige Vlaams-nationale politieke vertegenwoordiging voor de zoveelste keer voor exclusie zou kiezen uit electoraal opportunisme op korte termijn, in plaats van in te zetten op een inclusief Vlaanderen uit maatschappelijk verantwoordelijkheidszin op lange termijn.

In plaats van een Forza Flandria gestoeld op wantrouwen ten opzichte van de ander en onzekerheid over de eigen culturele sterkte, is de toekomst hopelijk een Forza Fiandre: een sterk Vlaanderen door samenhorigheid, vrijheid en verantwoordelijkheid, en gemeenschapszin voor en door iedereen. Deze laatste keuze is niet voor verzuurde klagers en doemdenkers, wel voor doorzetters die niet opgeven bij de minste weerstand of mislukking.

 

 

Dit artikel verscheen ook op Knack.be (2 juli 2019)

Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).

Meer van Philip Roose

Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, pent Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.