JavaScript is required for this website to work.
post

Nederland: een trots land, geen Turkse provincie

Dirk Rochtus13/3/2017Leestijd 2 minuten

Turkse politici willen campagne voeren in Europese staten. Nederland verbiedt dat en weert zich moedig tegen aanvallen vanuit Turkije.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Turkse minister van Familie Sayan Kaya wilde het koste wat het wil waarmaken wat haar grote voorbeeld, de Turkse president Erdogan, altijd al had staan toeteren: dat niets of niemand hem zou kunnen tegenhouden om in Europa campagne te voeren. Stoutmoedig was Kaya zaterdagavond van Duitsland naar Rotterdam gereden om er een toespraak te houden in het Turkse consulaat. Wist de minister dan niet dat een staat de toestemming kan weigeren aan een lid van een buitenlandse regering om er het woord te voeren op politieke bijeenkomsten? Zo redeneerde de Berlijnse professor volkenrecht Georg Nolte dat een lid van de Turkse regering niet als privépersoon optreedt, aangezien het betrokken partij is in het Turkse referendum van 16 april. (Inzet van het referendum: machtsuitbreiding voor Erdogan). Het optreden van buitenlandse politici in het kader van een kiescampagne betekent dus eigenlijk dat je soevereiniteitsrechten uitoefent op het grondgebied van de ontvangende staat. Als de ontvangende staat dat weigert en je zet, zoals Kaya, toch door, schend je de soevereiniteit van dat land – in dit geval dus die van Nederland. De Nederlandse rechtenprofessor Marieke de Hoon (VU Amsterdam) verklaarde ook al dat een staat op basis van zijn soevereiniteit altijd iemand ‘persona non grata’ kan verklaren.

Moord en brand schreeuwen

Niets anders was in juli 2016 gebeurd toen de Turkse regering een Duitse staatssecretaris en leden van de Bondsdag verbood om de soldaten van de Bundeswehr te bezoeken die met hun tornadovliegtuigen gestationeerd zijn in de Turkse luchtmachtbasis Incirlik in het kader van de internationale operatie tegen IS. De Duitse Bondsregering heeft toen diplomatieke middelen aangewend om dit verbod te doen opheffen. Daarbij wilden de betrokken politici niet eens politiek bedrijven. Geen enkele Duitse burger dacht er aan om met gelijkgezinden te gaan demonstreren tegen die beslissing van de Turkse regering. Nu de Turkse politici een laken van hetzelfde pak krijgen, schreeuwen ze moord en brand. Commentatoren zeggen dat de rellen in Rotterdam enerzijds Erdogan en anderzijds de Nederlandse premier Mark Rutte en zijn uitdager Geert Wilders in de kaart spelen. Alle drie bevinden ze zich in verkiezingsmodus. Offeren ze nu de goede Turks-Nederlandse betrekkingen op het altaar van hun eigenbelang op? Erdogan kan elke stem gebruiken, zeker nu opiniepeilingen in Turkije zijn vrees voeden dat de nee-stem het wel eens zou kunnen halen. Mogelijk zullen er meer Turken hem hun ja geven nu ze zich gekrenkt voelen in hun nationale trots.

Krediet

Maar in Europa verspeelt Erdogan krediet bij de publieke opinie. Het uitschelden van de Duitsers en Nederlanders voor nazi’s klinkt niet erg geloofwaardig vanuit de mond van een president die ruim 150.000 van zijn landgenoten heeft laten ontslaan en of arresteren en zowat de hele Turkse pers onder regeringscontrole heeft geplaatst. Ook de beelden van herrieschoppende Turkse Nederlanders dragen niet bepaald bij tot het gevoel dat deze mensen geïntegreerd zijn. Het is wat Rutte Erdogan terecht verwijt, dat hij de Turkse Nederlanders niet als Nederlandse maar als ‘Turkse staatsburgers’ behandelt. Zoals Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (Socialistische Partij, SP) zei: ‘Nederland is geen Turkse provincie die je even binnen rijdt’. Wat dan wel? Premier Rutte verklaarde op tv: Nederland is een trots land, net als Turkije. Het minste wat van minister Kaya mocht worden gevraagd, is dat ze daarvoor respect zou hebben opgebracht. En bij uitbreiding voor het internationaal recht.

Dit artikel verscheen in De Morgen van 13 maart 2017. Foto: (c) Reporters

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties