Nu het schooljaar weer in aantocht is
Zoals Brassens zong: sans le Latin, sans le Latin, la messe nous emmerde...
In Frankrijk of waar dan ook: het is overal hetzelfde.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWanneer noemen we een boek klassiek? Italo Calvino gaf ooit een grappige definitie: een klassiek boek is er een waarvan je altijd hoort, dat ben ik aan het herlezen, en nooit, dat ben ik aan het lezen. Ik vertaal uit mijn hoofd, want ik vind zijn ‘Pourquoi lire les classiques’ (vertaling van Perché leggere i classici, 1991) niet meer terug.
Met dat laatste zou Calvino het overigens niet eens zijn geweest: bij een klassiek werk is namelijk elke herlezing ook weer een eerste lectuur, zegt hij, want telkens weer springen er nieuwe dingen uit.
Maar de klassieken, of we nu aan Cervantes denken, of aan Shakespeare, Montaigne, Vondel, Poesjkin, Dante of Goethe …dat zijn in de eerste plaats toch de Grieken en Romeinen (als we de nog oudere Soemeriërs buiten beschouwing laten, want die kennen we nog niet zo lang). Rechtstreeks contact met die ouden en hun talen moet dan wel belangrijk zijn?
Helaas, wat iedereen kan zien is dat in vele landen de ministers van onderwijs zich inspannen om het Grieks en Latijn naar de achtergrond te verwijzen, en zo een poot van de Europese beschaving weg te zagen. Een begrip als ‘humaniora’ is namelijk te elitair, en onderwijs moet praktijkgericht zijn. In Frankrijk bijvoorbeeld, en al ontkent ze het in alle toonaarden, probeert Mme Najat Vallaud-Belkacem dat.
Een van haar voorstellen is om een vak Enseignements pratiques interdisciplinaires (EPI) in te voeren, en zo de leerlingen – alle leerlingen vanzelfsprekend: geen elitarisme – vertrouwd te maken met enkele Griekse en Latijnse uitdrukkingen. Meer dan weetjes zullen dat niet worden, en in die praktische, interdisciplinaire lessen zouden volgens haar ook de vakken Grieks en Latijn een plekje moeten vinden. Haar critici spraken van ‘une sorte de bricolage, confus et rudimentaire’.
Wie zich tegen deze ontwikkelingen altijd fel heeft afgezet, al heeft zij gelukkig de consecratie ervan niet meer hoeven meemaken, is de grote Graeciste Jacqueline de Romilly (1913-2010). De Griekse regering verleende haar de nationaliteit van het land, en een pleintje in Athene draagt haar naam.
Toen de Romilly op hoge leeftijd werd gevraagd wat het belang was van het Grieks in het onderwijs, antwoordde zij (26’19”):
Enkel direct nuttige kennis opdoen die je zomaar kunt gebruiken eens de schoolpoort verlaten, daar gaat het niet om. Het gaat om het vormen van de geest. Zich een oordeel leren vormen, leren waarom men iets slecht begrepen heeft, leren een vergissing corrigeren. En tegelijk is het in veel bredere zin geestelijk vormend, want je krijgt voeling met wat mensen eerder al hebben gedacht. Denken doe je nooit alleen. Je vindt niet alles zelf uit, dat gaat niet. Je ziet signalen, richtpunten.
En daarstraks herinnerde ik aan die Griekse helden. Wel, dat zijn zulke bakens van een bepaald ideaal, een bepaald gevaar, een bepaalde noblesse. Nu, in het leven en op elk niveau van het bestaan, werkelijk op elk niveau, moet men duidelijk, ja zelfs rechttoe rechtaan kunnen uitdrukken wat men wil en waarom. Dus heeft men die vorming van de taal, van de geest, van het ideaal nodig, om het even wat men later doet.
Et j’évoquais tout à l’heure ces héros grecs, mais ce sont les repères d’un certain idéal, d’un certain danger, d’une certaine noblesse. Et, pour vivre, à tous les niveaux de l’existence, à tous les niveaux vraiment, on a besoin de pouvoir s’exprimer clairement, voire, voire franchement, ce que l’on veut et pourquoi. Donc cette formation de la langue, de l’esprit, de l’idéal, on en a besoin, quoi qu’on fasse par la suite.
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.