JavaScript is required for this website to work.
Zonder categorie

Oerwoudfuif: waarom de afbeelding het probleem niet is

Koen Tanghe23/9/2017Leestijd 3 minuten
In de 19de eeuw zocht men ‘de uiterlijke kenmerken van de menselijke rassen’.

In de 19de eeuw zocht men ‘de uiterlijke kenmerken van de menselijke rassen’.

foto © Reporters

In de heisa over de mascotte van de Oerwoudfuif overheerst het onbegrip van een intolerantie minderheid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
oerwoudfuifscouts en gidsen Nevele

De affiche van de Oerwoudfuif van de scouts en gidsen van Nevele. Na jaren plots wereldnieuws in Vlaanderen.

Ik vond het altijd al een eigenaardig beeld: een traditioneel geklede en groen getinte Afrikaanse jongen die, inmiddels al 27 jaar, als kunstzinnig uithangbord fungeert van een Oerwoudfuif. Al zal dat allicht precies de bedoeling geweest zijn van deze door Jef Nys getekende prent: de aandacht trekken. Dat is tenslotte de functie van publicitaire afbeeldingen. Er worden trouwens wel vaker om publicitaire redenen etnische en nationale kenmerken in de verf gezet. Rond die nationale stereotypen is er bij mijn weten nog nooit heisa ontstaan. Etnische stereotype afbeeldingen of karikaturen, daarentegen, lijken steeds minder aanvaard te worden.

Blond met een grote neus

Zo was er een paar jaar geleden veel te doen rond het publicitair filmpje dat All Nippon Airlines (ANA) liet maken naar aanleiding van haar geüpdatet internationaal vliegschema vanuit de Haneda vlieghaven in Tokyo. Twee Japanse mannen in een ANA-uniform voeren een nogal stoïcijns-Aziatisch gesprek over het heuglijke feit dat Haneda nu meer internationale vluchten heeft. Hun gebrek aan enthousiasme (‘typisch Japans’) leidt tot het voorstel om het imago van Japanners te veranderen. Waarop een van beide mannen in beeld komt met een blonde pruik en een groteske rubberen neus en ‘zeker’ antwoordt. Het zijn de klassieke maar naar verluidt niet per se pejoratief bedoelde attributen van Europeanen in de Japanse beeldvorming.

Intolerante minderheden baas

ANA Commercial

Japans ‘racisme’ in een reclamespot.

Allicht kunt u het vervolg raden, het is inmiddels namelijk al een gekend stramien. Een niet nader genoemd aantal ANA-klanten kan het filmpje niet smaken wegens vermeend racistisch en laat dat ook duidelijk blijken op sociale media. Daarop verklaart ANA dat het filmpje vanzelfsprekend zo niet bedoeld was en biedt het haar excuses aan bij wie het ‘akelige gevoelens’ opgeroepen had. Het wordt uiteindelijk vervangen door een versie zonder de ‘racistische’ grap.

Eigenaardig genoeg is het oorspronkelijke, ‘racistische’ filmpje wel nog altijd terug te vinden op Youtube, met name onder de titel ‘Racist Japanese ANA (All Nippon Airways) Commercial’. Wat sterk opvalt aan de 1565 commentaren eronder, is dat maar weinig mensen er aanstoot aan nemen. Laat staan dat het filmpje zou veroordeeld worden als racistisch. Integendeel: velen vinden het grappig. Het doet denken aan een vaak gedeelde tekst van Nassim Nicholas Taleb (een hoofdstuk uit zijn nog te verschijnen boek Skin in the Game) over intolerante minderheden die hun wil opleggen aan de meerderheid: ‘The Most Intolerant Wins: The Dictatorship of the Small Minority.’

Niet-racistisch stereotype

Een vergelijking met de Oerwoudfuif-mascotte kan misschien verhelderend zijn. Volgens Dalilla Hermans is ze ‘een schoolvoorbeeld (…) van hoe je zwarte kinderen en jongeren nogmaals in de hoek van (het) ‘jolig n-woordje uit het oerwoud’ duwt.’ Ze zou een voorbeeld zijn van een stereotype afbeelding van een Afrikaan (“grotesk uiterlijk, aapachtig, altijd vrolijk, dom, niet serieus, etc.”) en zodoende zelfs historisch onrecht goedpraten (“de koloniale periode, slavernij, institutioneel racisme”). Dat jolig n-woordje heeft natuurlijk helemaal niks te maken met het oerwoud maar alles met slavernij. Helemaal realistisch kun je de afbeelding echter niet noemen, het is dan ook een stripfiguur. Anderzijds lijkt ze me, in tegenstelling tot de groteske ANA-Europeaan, ook niet bedoeld als een lachwekkende karikatuur. De mascotte moet allicht veeleer gezien worden als het Afrikaanse strip-equivalent van een traditioneel geklede, streng of oorlogszuchtig kijkende indiaan die een Indianenfuif promoot of van een warm ingeduffelde Inuit die als uithangbord dient van een Eskimofuif.

Onbegrip boven

De meest opvallende gelijkenis met het ANA-incident is misschien dat ook nu onbegrip de boventoon voert op sociale media: velen snappen hoegenaamd niet waarom we een ogenschijnlijk onschuldige afbeelding van een traditioneel uitgedoste Afrikaanse jongen niet meer zouden mogen gebruiken. Of waarom sommigen in die mascotte iets racistisch of discriminerend zien. Hoe zou de prent er dan trouwens wel moeten uitzien? Wat is de politiek correcte afbeelding van een traditioneel uitgedoste Afrikaan? Of is mevrouw Hermans van oordeel dat we een dergelijke Afrikaan sowieso niet mogen afbeelden? Moet hij of zij er per definitie boos uitzien? Is een afbeelding van een vrolijke Afrikaan vanaf nu verboden? Het blijft spijtig genoeg onduidelijk. Dat betekent echter zeker niet dat haar reactie en die van haar sympathisanten totaal onbegrijpelijk is. Stel dat u als blanke in Japan regelmatig te maken krijgt met discriminatie en vijandige tot zelfs racistische opmerkingen. Zou u het ANA-filmpje dan nog onschuldig vinden?

Koen Tanghe is verbonden aan de UGent, waar hij werkt rond de geschiedenis en de filosofie van de levenswetenschappen.

Commentaren en reacties