Om het commentariaat uit zijn verwarring te helpen
We proberen altijd een helpende hand te reiken
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVandaag, als we de kranten mogen geloven, is afwijzing van de EU een rechts thema, maar in de vorige eeuw, in 1993 al gaf een linkse jongen, namelijk de hoofdredacteur van de Groene Amsterdammer, Martin van Amerongen zijn oordeel over ‘Europa’.
– even terzijde: zoals men weet willen politici door gebruikmaking van die valse benaming beslag leggen op de grote erfenis van het historische Europa, en zo een soort legitimiteit afkopen voor hun eigen EU-constructie, ongeveer zoals anderen zonder, of met valse papieren Europa willen binnenkomen. Het spreekt dat ze met hun taalgebruik op slaafse navolging kunnen rekenen bij hun journalisten –
Wat Van Amerongen in 1993 zei, was dit:*
“Echt, de enige enthousiastelingen voor Europa zijn de politici, met name diegenen onder hen die inmiddels op hun vaderlandse werkvertrek zijn uitgekeken. […] Heeft u trouwens ooit iemand (buiten het politieke circuit) ontmoet die zich bij het horen van het woord Europa vergenoegd in de handen wreef? Nee, zo iemand bestaat niet. Europa is een tijdverdrijf van beroepseuropeanen. De particulier die de twee-honderdvijftig pagina’s Maastrichts Euro-papiaments heeft gelezen is gek óf een Belg, om de woorden van de anti-Europeaan Hugo Brandt Corstius** te parafraseren.”
Volgens hem ging het bij die Europese constructie om een carte blanche die de burgers ter ondertekening voorgelegd kregen. Dat belette de Fransen noch de Nederlanders om tegen te stemmen, al hielden de eurocraten daarna geen rekening met hun mening, Giscard en Dehaene op kop. De Belgen hadden niets te stemmen want: “Als er een referendum komt, zal het debat over veel gaan, behalve over de grondwet zelf”, verklaarde di Rupo. En in de senaat wist Elio nog: “Een volksraadpleging kan het debat over Europa grondig verstoren. Het zal aanleiding geven tot xenofobe en zelfs racistische opmerkingen.” – hier zal hij vanzelfsprekend aan de Vlamingen gedacht hebben.
Elio was toen partijleider en de socialisten zaten in de regering, en ze waren honderd procent Belg en EU-gezind, carte blanche of niet.
Maar Van Amerongen had het in zoverre toch mis, dat vandaag blijkt dat je niet alle Belgen, en zelfs niet alle socialistische Belgen over één kam mag scheren. Magnette bijvoorbeeld al niet. Die wil graag een paar amendementen bij die CETA, die zijn Waalse gewest goed uitkomen.
Zijn houding zorgt bij de reguliere krantenjongens voor grote verwarring. Hun rustgevende denkschema’s liggen flink overhoop. Is Magnette nog een goede Belg, nu hij de federale regering zo in verlegenheid brengt? Of is hij een bekrompen regionalist, een nationalist zelfs? Je leest de meest bizarre interpretaties (over Vervoort zullen we het niet hebben, die stelt te weinig voor).
Waar het volgzame commentariaat het wel over eens lijkt te zijn, is dat iets dergelijks met Elio niet zou zijn voorgevallen. Dat Paul Magnette ten gronde gelijk heeft met zijn kritiek, geeft minder aanleiding tot commentaar. Liever heeft men het over “politieke spelletjes” zoals ze dan geheimzinnig schrijven.
Om onze editorialisten enige achtergrond te verschaffen bij hun twijfels over het goede-Belg-zijn van Magnette, en om in hun verwarde gedachten enige structuur aan te brengen is volgende opmerking van Rik Van Cauwelaert misschien nuttig:
“Meestal als hun partij in de oppositie zit, trekken de Waalse socialisten de regionalistische kaart […] Eenmaal in de nationale regering gaat de partij – en zeker na de scheiding van BSP en PSB in twee afzonderlijke partijen – telkens op een haast stalinistische wijze de unitaire toer op.”***
___________
* Een Helleveeg en andere kritische notities, Uitgeverij Jan Mets, 1993, p.124-5
** Hugo Brandt Corstius was een wiskundige, taalkundige, auteur en columnist. Hij schreef in verschillende bladen (Vrij Nederland, de Volkskrant, NRC Handelsblad) onder schuilnamen als Piet Grijs, Stoker of Battus. Hij werd zo gevreesd dat Karel van het Reve, als die zelf een stukje geschreven had, zich bang afvroeg “Wat zou HBC hiervan denken?”
*** Ils nous ont pris la Flandre, 2012, Pelckmans, p.9.
Categorieën |
---|
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.